01 apr '25

Geen problemen maken,
maar oplossingen zoeken

242
door Luc Vanheerentals
De communautaire disputen die in een nog niet zo ver verleden in de faciliteitengemeenten bijwijlen bijzonder hoog oplaaiden, lijken vandaag verleden tijd. Hoe komt dat? Wij spraken met kersvers schepen Roel Leemans uit Linkebeek en Anne Sobrie, gemeenteraadsvoorzitter in Sint-Genesius-Rode.

Tot een tiental jaren geleden moest politie in gevechtskledij geregeld hard optreden tegen hevige protesten van groepen als het Taal Aktiekomitee en Voorpost. Nu, in de aanloop van de laatste gemeenteraadsverkiezingen van oktober 2024, nodigde de Franstalige burgemeester Yves Ghequière in Linkebeek de Vlaming Roel Leemans uit om zich kandidaat te stellen op zijn Lijst van de Burgemeester. Dat resulteerde uiteindelijk in de recente benoeming van Leemans als eerste Nederlandstalige schepen in de faciliteitengemeente sinds meer dan 50 jaar. In buurgemeente Sint-Genesius-Rode daarentegen ging de Vlaamse schepenzetel van Anne Sobrie teloor, maar op voorstel van de Franstalige burgemeester Pierre Rolin, die Sobrie bestempelde als ‘een monument van Rode’, werd ze verkozen tot gemeenteraadsvoorzitter. De voordracht werd door alle Franstalige raadsleden ondertekend. ‘Dit was 12 jaar geleden totaal ondenkbaar’, zegt Sobrie.

Samenwerken

Omdat in 2018 in Linkebeek twee Franstalige partijen naar de gunst van de kiezer dongen en geen van de twee een meerderheid behaalde, doorbrak de tweetalige lijst Activ’ van Roel Leemans de impasse door een coalitieakkoord te sluiten met Link@Venir en de nodige handtekeningen te leveren voor de benoeming van Yves Ghequiere als burgemeester. Leemans werd toen gemeenteraadsvoorzitter. ‘Tijdens die legislatuur stippelden Franstaligen en Vlamingen in Linkebeek voor het eerst samen het beleid uit. We ontdekten dat we op veel vlakken dezelfde ideeën hadden en Franstaligen leerden dat er met Vlamingen wel degelijk samen te werken viel’, aldus Leemans.

Als gemeenteraadsvoorzitter kwam hij enkele keren kordaat tussen toen een Franstalig oppositielid in het Frans het woord voerde. Toen in 2024 bleek dat Activ’ geen volwaardige kieslijst meer kon samenstellen en Leemans er politiek de brui aan wou geven, reikte Ghequiere hem de hand. Leemans werd verkozen tot schepen en nam dit ambt recent op nadat bleek dat dit combineerbaar was met zijn job als centrumverantwoordelijke van het Linkebeekse gemeenschapscentrum de Moelie. Hij kreeg de belangrijke bevoegdheden ruimtelijke ordening, milieu, financiën en personeel.

Celine of ‘Puck’ Algoet, de moeder van Anne Sobrie, was van 1977 tot 1989 de laatste Vlaamse burgemeester van Sint-GenesiusRode. Op 13 oktober 2024 verloor Sobrie zelf de laatste Vlaamse schepenzetel. Ze zetelt al 42 jaar in de gemeentepolitiek, waarvan 32 jaar als schepen. Ze schrijft het verlies onder meer toe aan het feit dat er naast haar eigen lijst Accent 1640 met Voor Rode een tweede, N-VA gekleurde Vlaamse lijst opkwam, het gevolg van onenigheid die al enkele jaren aansleepte. ‘Beide lijsten verzamelden samen genoeg stemmen voor een schepenzetel, al weet je natuurlijk nooit wat het resultaat zou zijn geweest als er maar één lijst was opgekomen. Naast de demografische toename van Franstaligen speelde ook de opkomstplicht ons parten. Er zijn verhoudingsgewijs immers veel meer Franstaligen gaan stemmen omdat velen onder hen niet wisten dat de opkomstplicht was afgeschaft. Mogelijk waren Vlamingen ook minder gemotiveerd om te stemmen omdat we door de overmacht van Franstaligen in Rode politiek weinig in de pap te brokken hebben. Rolin droeg mij echter voor als gemeenteraadsvoorzitter zodat ik samen met het college de gemeenteraad voorbereid en op die manier de Vlaamse gevoeligheden kan blijven aankaarten.’

Keerpunt

Wat is er het afgelopen decenium veranderd dat er in beide faciliteitengemeenten een dergelijke goede verstandhouding tussen Franstalige en Vlaamse politici is gegroeid? Sobrie en Leemans wijzen in de eerste plaats naar de persoonlijkheid van de respectievelijke burgemeesters Pierre Rolin en Yves Ghequière. ‘In tegenstelling tot zijn voorgangster Myriam Rolin probeert Pierre steeds te verzoenen en een oplossing te zoeken. Met uitzondering van de verkiezingscampagnes is het communautaire voor hem in feite onbelangrijk. Hij is met zijn vrouw ook altijd en overal aanwezig op activiteiten in de gemeente. Toen er in het schepencollege onenigheid was over de aanwending van de Vlaamse coronasubsidies heb ik samen met hem een regeling uitgewerkt waardoor alle verenigingen kregen waarop ze recht hadden’, zegt Sobrie. Ook Leemans spreekt over Ghequière als ‘een consensusfiguur die bij potentiële communautaire conflicten actief op zoek gaat naar oplossingen om eruit te geraken’.

Volgens Leemans heeft echter ook de zesde staatshervorming van 2011 veel bijgedragen tot de communautaire rust in de faciliteitengemeenten. ‘Je kan voor of tegen bepaalde constructies uit dit akkoord zijn, maar het heeft voor de Franstaligen wel duidelijkheid geschapen over zaken zoals het behoud van de faciliteiten. Voorheen leefde bij velen onder hen de schrik dat Vlaanderen de faciliteiten op een bepaald ogenblik helemaal zou afschaffen. Tijdens kiescampagnes konden Franstaligen ook niet langer inspelen op de vrees in dit verband. Wat ook heeft meegespeeld is dat Franstalige politici duidelijk hebben aangevoeld dat een groot deel van hun kiezers het stilaan beu was dat het steeds maar over het communautaire ging, en dat het tijd werd om zich aan de taalwetgeving te houden en energie te steken in beleidszaken die al decennia waren blijven liggen. Vele van de jongere Franstalige generaties zijn in het Nederlands naar school geweest. Voor hen is het Nederlands geen taboe meer. Frans talige politici hebben op de duur beseft dat het voor hun gemeente beter is om samen te werken met de Vlaamse overheid en te profiteren van wat deze te bieden heeft.’

Benoemingen

In tegenstelling tot de vorige verkiezingen bleef de heibel over de taal van de oproepingsbrieven deze keer beperkt. Bij de Franstalige politici van Sint-Geneius-Rode was er weliswaar protest tegen de Nederlandstalige oproepingsbrieven die gouverneur Jan Spooren, in opdracht van toenmalig Vlaams minister van Binnenlandse Bestuur Lydia Peeters (Open Vld), naar alle kiezers in de zes faciliteitengemeente stuurde. Ze wezen er hierbij andermaal op dat, overeenkomstig arresten van de Raad van State, degenen die zich laten registreren in het taalregister gedurende vier jaar recht hebben op overheidsdocumenten in het Frans. Dat de huidige Vlaams minister Hilde Crevits (CD&V), op advies van gouverneur Jan Spooren en in tegenstelling tot haar voorgangster Liesbeth Homans (N-VA) in 2018, de betrokken burgemeesters onmiddellijk benoemde en zich hierbij beperkte tot een kritische opmerking over de oproepingsbrieven, schrijft Leemans toe aan het feit dat de Raad van State in 2019 de besluiten van Homans vernietigde. ‘Men zou zonder twijfel opnieuw teruggefloten worden en in dat geval maak je jezelf toch een beetje belachelijk.’

Leren leven met faciliteiten

Ondanks de communautaire vrede benadrukken zowel Leemans als Sobrie het belang van het Vlaams karakter van hun gemeenten. ‘Al vanaf het eerste jaar dat ik schepen was, heb ik gezegd dat Franstaligen welkom zijn in onze gemeente, maar dat ze respect moeten hebben voor ons, zoals wij voor hen. Het afgelopen decennium is er op dat vlak politiek enorm veel verbeterd’, aldus Sobrie. Volgens Leemans biedt de huidige politieke verstandhouding bovendien een enorme kans om Franstaligen op een positieve manier uit te nodigen om Nederlands te leren, met het oog op bijvoorbeeld een goede job, en die taal in de praktijk ook te gebruiken. ‘Het taalaanbod in de gemeenschapscentra en scholen kan altijd beter, maar is nu al enorm. We slagen er evenwel nog te weinig in om de ouders van jonge kinderen te bereiken.’ Volgens Leemans neemt ook de deelname van Franstaligen aan het Vlaamse verenigingsleven toe. Tegelijk waarschuwt hij dat de communautaire rust een broos gegeven is en snel zou kunnen verstoord worden als men op Vlaams of federaal niveau bepaalde zaken in vraag zou gaan stellen.

Pleidooien voor de afschaffing van de faciliteiten, nochtans een aloude eis van de Vlaamse beweging, zijn niet meer besteed aan Leemans en Sobrie. ‘Beslissingen hierover liggen niet in onze handen en in Brussel ligt men daar absoluut niet meer van wakker. Wij hebben er mee leren leven’, zegt Sobrie.

Als het thema van de faciliteiten ter sprake komt, is het volgens Leemans vooral doordat de huidige regeling op een aantal vlakken remmend werkt. ‘Zo maakt de wetgeving met betrekking tot de faciliteitengemeenten in de praktijk fusies tussen deze gemeenten zo goed als onmogelijk. Het is ook een belemmering voor andere vormen van intergemeentelijke samenwerking.’ De andere problemen waarmee inwoners geconfronteerd worden, zijn volgens hen veel belangrijker, zoals de vaststelling dat omwille van de dure woningprijzen het voor jonge mensen, vooral Vlamingen, heel moeilijk is geworden om hier te blijven wonen. Er is ook nog een andere reden dat beiden vrezen voor een verdere verfransing van hun gemeenten, die zich situeren tussen Brussel en Wallonië. ‘Vlamingen zijn niet happig om zich hier te komen vestigen omdat ze wellicht nog steeds het beeld hebben dat wij elke dag met de Franstaligen vechtend over de straat rollen.’