01 mrt '25

Zwerfvuil bekampen

320
door Joris Herpol
Zwerfvuil en sluikstorten in de Rand is een hardnekkig fenomeen. Steeds meer mensen steken zelf de handen uit de mouwen in de strijd tegen het zwerfvuil, dat volgens hen enkel maar toeneemt. Maar is dat wel hun taak?

Zwerfvuilvrijwilliger Judith Brock uit Peutie (Vilvoorde) spreekt uit ervaring. De laatste jaren ruimt ze twee keer per week zwerfvuil op in haar buurt. Ook zwerfvuilcoach Luc Larivière uit Westrode (Meise) meent dat het aantal sluikstorten toeneemt. Een belangrijke nuance: zwerfvuil is klein afval dat, bewust of onbewust, buitenshuis wordt achtergelaten op een plaats waar dit niet hoort. Enkele voorbeelden van zwerfvuil zijn papiertjes, blikjes, sigarettenpeuken, hondenpoep,… Een sluikstort daarentegen is afval dat bewust wordt achtergelaten om de inzameling van huisvuil te ontwijken. Zwerfvuilvrijwilligers krijgen met beide fenomenen te maken.

Een van hen is Judith Brock. Acht jaar geleden verhuisde zij met haar man van Nederland naar Peutie. ‘Mijn man is van Rijsel en Peutie is een beetje een compromis, maar we kwamen ook naar hier voor het werk. Ik werk in Diegem als projectmanager bij PWC’, zegt Brock. ‘Met het personeel organiseren we elk jaar een opruimactie van zwerfvuil. In mijn vrije tijd ga ik graag wandelen en fietsen in de streek. Ik merkte al snel dat zwerfvuil ook in onze woonbuurt een hardnekkig probleem is. In plaats van toe te kijken, steek ik al 7 jaar de handen uit de mouwen om mij als toegewijde straatvrijwilliger in te zetten voor een proper Peutie. Ik ruim minimum één keer per week zwerfvuil op in mijn wijk, maar ik merk dat het probleem steeds groter wordt. In plaats van één keer per week ruim ik nu dikwijls twee keer per week zwerfvuil op in een straat van zo’n 400 meter. Ik mag bij wijze van spreken mijn rug niet keren of er ligt alweer nieuw zwerfvuil op de stoep of in de berm.

Aanbellen en aanspreken

‘In Peutie zijn we met een tiental zwerfvuilvrijwilligers actief. Ik ben de jongste, de anderen zijn gepensioneerd. Ik ruim het zwerfvuil in de berm op, die is dieper gelegen en moeilijker bereikbaar voor de andere mensen. Je vindt er echt alles: etensverpakking, blikjes, pakjes sigaretten,… Noem maar op. Ook op de stoep vind ik sigaretten en vaak ook papier. Dat is afkomstig van het papier en karton dat niet goed is vastgebonden voor de ophaalronde. Ik probeer mensen te sensibiliseren en bel aan als ik zie dat er bijvoorbeeld regelmatig sigarettenpeuken in het rioolputje worden gesmeten of als het papier niet goed is samen gebonden. Ik leg dan uit wat ik als zwerfvuilvrijwilliger doe en probeer hen op een positieve manier duidelijk te maken dat het fijn is om in een nette buurt te wonen. Mocht ik meer tijd hebben, ik zou bij iedereen aanbellen. Ik merk dat zo’n gesprek werkt en mensen hun gedrag wijzigen, al doet niet iedereen dat.’

Negen volle zakken zwerfvuil

Brock stemt haar zwerfvuilacties af met een tiental vrijwilligers in de buurt via een Whatsapp-groep. ‘Zo laten we mekaar weten wie waar wanneer precies ruimt. In heel Vilvoorde zijn er zo’n tweehonderdtal zwerfvuilruimers actief. Maar helaas kampt onze buurt met een steeds groter wordend probleem van zwerfvuil. Door de nabijheid van de E19 en de Brusselse ring stroomt er veel (vracht)verkeer door onze straten, wat leidt tot een dagelijkse opeenstapeling van afval. Mijn recente opruimactie spreekt boekdelen: negen volle zakken zwerfvuil en vier achtergelaten gastanks. Ik vind ook vaak lege lachgasflessen terug. Dit is de realiteit waar wij als vrijwilligers wekelijks mee geconfronteerd worden. Ondanks herhaalde meldingen en beperkte gemeentelijke maatregelen blijft het dweilen met de kraan open. Daarom wil ik dit probleem onder de aandacht brengen, zowel bij de inwoners van Vilvoorde als bij de beleidsmakers. Tenslotte is dit geen probleem dat zich tot Vilvoorde beperkt. Er zou meer bewustwording moeten worden gecreëerd bij inwoners, zodat ze minder afval achteloos uit de auto gooien en omstanders sluikstorten sneller melden of nog beter: sluikstorten voorkomen. De komst van een fastfoodrestaurant hier in de buurt heeft alvast niet geholpen. We vinden de verpakkingen nu op heel wat plaatsen terug. Ik hoop dat er structurele oplossingen komen, want het kan niet de bedoeling zijn dat de vrijwilligers aanzien worden als de mensen die het toch wel zullen opruimen.

Ik mag bij wijze van spreken mijn rug niet keren of er ligt alweer nieuw zwerfvuil op de stoep of in de berm.

Werk van lange adem

Eenzelfde geluid horen we bij vrijwillige zwerfvuilcoach Luc Larivière aan het Neromhof en omgeving in Meise. ‘Als het zwerfvuil op sommige plaatsen misschien wat verminderd zou zijn, dan is dat vooral te danken aan het aantal zwerfvuilvrijwilligers dat het opruimt. Hoe meer er zijn, hoe meer er wordt geruimd. De grote sluikstorten nemen zeker wel toe. Hier in de omgeving van de A12, maar zelfs ook op de A12. In 2023 noteerde ik 31 sluikstorten, in 2024 37. Ze worden steeds omvangrijker. Begin februari nog vond ik 72 gedumpte autobanden. Dat is natuurlijk een groot sluikstort, geen zwerfvuil. Het ruimen van zwerfvuil door vrijwilligers blijft een werk van lange adem.’

Zuur geld

‘Daar hebben de zwerfvuilvrijwilligers wel een punt’, zegt Jan Verheyen, woordvoerder van Mooimakers, een initiatief tegen zwerfvuil en sluikstorten van de Vlaamse overheid dat georganiseerd en gefinancierd wordt door de Openbare Afvalstoffenmaatschappij (OVAM), Fost Plus en de Vlaamse Vereniging van Steden en Gemeenten (VVSG). ‘Het opruimen van zwerfvuil kost de lokale besturen en de overheid op jaarbasis zo’n 160 miljoen euro. Dat is zuur geld. Er zijn bovendien steeds meer vrijwilligers die zwerfvuil ruimen. Inmiddels wordt 17% van al het zwerfvuil in Vlaanderen door vrijwilligers opgeruimd. Dat zwerfvuil zo’n hardnekkig probleem blijft, is in eerste plaats te wijten aan de verantwoordelijkheid – of het gebrek eraan – van de burger of consument zelf.

Mensen die zwerfvuil achterlaten, moeten hun gedrag aanpassen. Het kan van vrijwilligers een perceptie zijn dat er meer zwerfvuil is op sommige plaatsen, maar globaal is er een daling van 11% van het zwerfvuil in de periode tussen 2015 en 2022. De doelstelling van een daling van 20% in die periode is dus niet gehaald. Daarom blijven we hard inzetten op de ondersteuning van de lokale besturen, onder andere met preventiecampagnes. Daarnaast ondersteunen we lokale zwerfvuilacties. We merken dat wie meedoet aan zo’n zwerfvuilactie bewuster omgaat met afval en zelf minder gemakkelijk zwerfvuil zal achterlaten. Inmiddels ondersteunen we al zo’n duizend lokale zwerfvuilacties, onder andere met speciale vuilniszakken en grijpstokken, maar ook met uitleenkoffers opruimmateriaal, campagnemateriaal en relevantie info over opruimacties.’

Handhaving

‘Het sluikstuk van het zwerfvuilbeleid is natuurlijk de handhaving. Eind 2021 is OVAM gestart met anonieme controles door zwerfvuilhandhavers. Lokale besturen kunnen op hen een beroep doen. Dan doen de handhavers anonieme controles in de gemeenten. Er zijn inmiddels 30 zwerfvuilhandhavers in dienst bij OVAM. In 2022 zijn de controles uitgebouwd en 2023 is het eerste jaar dat we in volle slagorde anonieme controles op vraag van gemeentebesturen uitvoeren. Dat resulteerde in 8.700 bestuurlijke verslagen. Er is dus effectief een pakkans. De gemeentelijk sanctionerende ambtenaar beslist dan of er een GAS-boete volgt voor de overtreder.’

Bij Afvalintercommunale Intradura, dat actief is in achttien gemeenten in de Rand en het westen van de provincie Vlaams-Brabant weten ze ook dat de zwerfvuil- en sluikstortproblematiek leeft onder de lokale besturen. ‘Wat het sluikstorten betreft, hebben we bijvoorbeeld voor Wemmel de gemeente volledig ontzorgd voor het handhavingsbeleid’, zegt woordvoerster Ine D’hoe van Intradura. ‘Zo plaatsen wij zes (mobiele) camera’s in de gemeente en volgen we de verwerking van de beelden op. Haviland maakt dan de GAS-boetes op. Voor Opwijk en Sint-Pieters-Leeuw hebben we een gezamenlijke aankoop van camera’s georganiseerd om sluikstorters te kunnen vatten.’

‘Daarnaast werkt Intradura ook samen met Beersel, Dilbeek, Halle, Sint-Pieters-Leeuw en Ternat om samen een grote zwerfvuilactie te organiseren. We tonen dan hoeveel zwerfvuil er door vrijwilligers is opgeraapt tijdens de actiemaand van 29 maart tot 26 april en zetten de vaste zwerfvuilmeters en -peters in de bloemetjes. Die actie is enkele jaren geleden begonnen met twee gemeenten die mekaar uitdaagden om zoveel mogelijk zwerfvuil op te ruimen. De schepen van de gemeente die verloor, moest dan zwerfvuil ruimen in de gemeente die won. Het competitieve hebben we er nu uit gehaald. Zo zetten we allemaal samen met vrijwilligers in vijf gemeenten onze schouders onder een grote zwerfvuilactie. Het zien van die grote berg opgehaald zwerfvuil achteraf werkt sensibiliserend.’