De nalatenschap
van Catala
In 2003 werd de site aan de Gustave Demeurslaan in Lot verlaten en een aantal jaren later verworven door de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij (POM) Vlaams-Brabant. Er zijn daar al een hele tijd reconversiewerken aan de gang, met de aangelegde site Neerdorp. Vandaag vind je er heel wat nieuwe en vernieuwde gebouwen, al is er nog een deel van het oude patrimonium aanwezig. Dat is blijkbaar in handen van de gemeente Beersel die al lange tijd probeert om een herinrichting te bewerkstelligen, maar dat loopt niet van een leien dakje. Door verschillende incidenten, met onder meer brandstichting, bevindt dat deel zich achter een omheining van betonroosters. In de moderne gebouwen is er volop activiteit met een wijnhandel en binnenkort ook een maatwerkbedrijf.
Natuur aan zet
Rechtover de verkommerende directeurswoning en dito locomotiefgebouw is de vallei van de Molenbeek in 2017 heringericht door meandering, met opvang van overtollig regenwater bij zware regenbuien. In maart vorig jaar zette stevig regenweer de zone nog zo goed als blank. Intussen is de beekbedding zichtbaar verbreed tegenover een vijftal jaar geleden omdat er zich door de grotendeels onbeschermde oevers erosie voordoet.
De belendende bezinkingsbekkens van de papierfabriek maken deel uit van de gerestaureerde natuursite, waar fiets- en wandelinfrastructuur zijn voorzien. Dat laatste is intussen wel aan het aftakelen met spekgladde en wegrottende vlonders en wandelpaden. Ook de vijf infoborden in het locomotiefgebouw wachten op een goede onderhoudsbeurt. In de omgeving van de gesaneerde bezinkingsbekkens is de natuur echter aan zet, met veel waterplanten en watervogels. Tijdens onze bezoeken zagen we telkens een grote gele kwikstaart, ongetwijfeld een broedvogel onder een van de vele bruggen.
De bakstenen scheidingsmuren zijn dichtbegroeid met allerlei mossen, korstmossen, varens en andere planten. Het is een setting die de combinatie natuur-cultuur-geschiedenis mooi illustreert. De site wordt nu nog gezien als een Blue Deal-project avant la lettre, aangezien dit Vlaamse beleid pas sinds 2021 werd ingevoerd. Het zou ook niet eerlijk zijn om de inrichting één op één af te toetsen aan de onlangs goedgekeurde Europese Natuurherstelwet omdat die toen nog niet bestond. Toch vind je hier vandaag heel wat criteria terug die de vergelijkingstest zouden doorstaan: de beoogde zorg voor natuur op kleinere locaties die geen echte natuurgebieden zijn, wordt met verve vervuld. Het gaat om een prachtig plekje zakdoeknatuur waar fauna en flora welig tieren, en daar draait het uiteindelijk om.
Te veel hooi op de vork
Een vijftal kilometer verder, op het grondgebied van Sint-Pieters-Leeuw, zijn werken aan de gang langs de Zenne ter hoogte van de Grote Baan. Ook op deze voormalige Catala-site zullen de komende jaren nieuwe bedrijvigheid en woningen komen. Deze oude, vervuilde brownfield wordt met de sanering bouwklaar gemaakt om er werken en wonen mogelijk te maken. De vraag is of er hierdoor geen bijkomend mobiliteitsprobleem zal ontstaan, want de aangrenzende Grote Baan zorgt nu al voor verkeersopstoppingen?
Het blijft ook de vraag of deze bedrijveninrichting zo vlakbij de Zenne wel een goed idee is? Als je ziet waar de overheid mee kampt om bijvoorbeeld de Woluwerivier open te leggen, gaat het heel dikwijls over de verzegeling van de oevers. Bij de Zenne speelt dit probleem ook, en hier gaat men er nog een schep bovenop doen. Men mag dan wel stellen dat er aandacht zal zijn voor water en groene infrastructuur, maar zo’n verharding maak je de volgende decennia niet meer ongedaan. Dat zoiets kan op een site met grote erfgoedwaarde blijft jammer. Het contrast met het aan de overkant van de Grote Baan ingerichte Moeras, annex boomgaard en tuin van Felix De Boeck kan moeilijk groter zijn. Als de Zenne zelf mocht kiezen, vermoeden we dat ze toch voor een andere inrichting zou gaan.
Steeds meer zien we dat dit soort projecten moet voldoen aan vele eisen tegelijkertijd. Men moet op de nieuw ingerichte plekken veel ineens kunnen doen: werken, wonen, wandelen, fietsen, recreëren, water bufferen, voor de natuur zorgen, het inpassen van de mobiliteit, het verantwoord inplanten in de ruimere omgeving,... Kan je zoiets telkens volwaardig waarmaken?
Als je onze ruimtelijke indeling vanuit de lucht bekijkt, rijzen er vragen. Het blijft vaak een aaneenschakeling van totaal verschillende, veelal onomkeerbare en niet altijd op elkaar afgestelde bestemmingen. Misschien is er een bredere kijk op het volledige plaatje nodig? Als je vandaag de Humaniteitslaan, Karel Gilsonstraat, Fabriekstraat, Jozef Huysmanslaan, Molenstraat en Gustave Demeurslaan afloopt, kan je moeilijk anders dan concluderen dat we nog een lange weg moeten afleggen vooraleer we in een aangenaam en logisch opgebouwd landschap belanden. Naar mijn gevoel wordt er nog te veel volgens oude principes gewerkt waardoor men blijft hangen in onverzoenbare bestemmingscombinaties annex koterijen waarvoor ons land zo bekend en berucht is.