‘Het draait allemaal
om samenleven’
We richten consultatieruimtes in voor zorgverleners, creëren ateliers en een coworkingplek. Er is behoefte aan dit soort ruimtes in de regio, en we willen onze maatschappelijke rol graag opnemen’, zegt Sara De Potter, die samen met haar gezin in 2026 zal verhuizen naar het bijzondere gebouw.
Het verhaal van de Vosberg begon ongeveer vijf jaar geleden eerder toevallig toen een bewoonster van cohousingproject Het Pleintje in Wezembeek-Oppem in de plaatselijke tweedehandswinkel de kokkin van de paters Passionisten tegen het lijf liep. Die vertelde haar dat de paters hun klooster wilden verkopen. De bewoonster tipte architectenbureau Coarchi, dat gespecialiseerd was in cohousing. Coarchi bracht op twee weken tijd een groep geïnteresseerden bijeen die een bod uitbrachten. De kloosterorde koos voor het cohousinginitiatief, en niet voor een van de drie vastgoedontwikkelaars die zich ook hadden gemeld.
Meer dan wonen
Inmiddels telt Stichting Vosberg 29 toekomstige gezinnen. De bouwvergunning is verleend en de werkzaamheden starten begin volgend jaar. Het project wordt meer dan alleen een wooncomplex. De bewoners hebben zich geëngageerd om er een duurzaam en sociaal project van te maken, met gemeenschappelijke ruimtes en een open tuin. Er komen ook zes huurappartementen voor kwetsbare jongeren en senioren. Onlangs ontvingen ze goed nieuws: via het Vlaamse Randfonds investeert de Vlaamse overheid 779.000 euro in de inrichting van een deel van het kloostergebouw als semipublieke ruimte met een sociaal doel.
Rond ons centrale dorpsplein komen publiek toegankelijke ruimtes zoals een kinderdagverblijf, een buurtcafé en een kapel voor publieke activiteiten.
‘Rond ons centrale dorpsplein komen publiek toegankelijke ruimtes zoals een kinderdagverblijf, een buurtcafé en een kapel voor publieke activiteiten’, zegt De Potter. ‘Met de subsidie kunnen we een bijgebouw verbouwen tot drie consultatieruimtes voor zorgverleners, twee ateliers voor socio-culturele verenigingen en een coworkingruimte voor de buurt. Dankzij deze steun kunnen we de ruimtes duurzaam en kwalitatief inrichten en betaalbare huurprijzen aanbieden aan huurders met een sociale missie.’
‘Er is vooral behoefte aan psychologen in de regio, maar omdat de verbouwingen nog enige tijd in beslag zullen nemen, kunnen we nu nog niet precies aangeven welke zorgberoepen hier een plek zullen vinden. We werken hiervoor samen met de Eerstelijnszone Druivenstreek, die een goed zicht heeft op de behoeften en het zorgaanbod in de buurt.’
Voor de invulling van de polyvalente ateliers kijken de bewoners naar creatieve verenigingen uit de streek. Ook vzw ‘de Rand’ is betrokken. ‘Dat was een voorwaarde in het subsidiebesluit. We hebben al enkele fijne gesprekken gevoerd met medewerkers van gemeenschapscentrum de Kam en zien mooie kansen om elkaar te versterken in onze samenwerking met de verenigingen.’
Meertaligheid
Het Vlaamse Randfonds werd in 2020 opgericht door de Vlaamse regering om de specifieke uitdagingen van de negentien randgemeenten aan te pakken. ‘Met dit project spelen we in op de grote noden in de regio’, zei Vlaams minister voor de Vlaamse Rand Ben Weyts (N-VA) bij de toekenning van de subsidie. ‘Stap voor stap versterken we het Vlaamse karakter, ook in de zes faciliteitengemeenten.’
Cohousing Vosberg is een meertalig project. ‘Dat is altijd al zo geweest vanaf het prille begin’, zegt De Potter. ‘Dat betekent niet dat er geen aandacht is voor het Nederlandstalige karakter. Het ene sluit het andere niet uit; dat is ook de visie van vzw ‘de Rand’. Wij richten ons vooral op sociale cohesie. Het draait allemaal om samenleven.’
Ook voor De Potter is dat een belangrijk aspect. Ze woont momenteel in Laken met haar gezin met twee jonge kinderen, maar ze kijkt uit naar een verhuizing naar de Vlaamse Rand eind 2026. ‘Ik sloot me vier jaar geleden aan nadat ik een advertentie zag. Mijn man en ik zijn toen naar Wezembeek-Oppem gereden, en we voelden ons meteen aangetrokken tot de plek en de groep warme mensen die een inclusief, solidair en meertalig project willen uitbouwen.’