01 dec '24

Einde aan
20 jaar gehakketak?

119
door Luc Vander Elst
Langs de Paardenstraat en de Bierenberg in Sint-Genesius-Rode ligt al sedert 1963 een universitaire campus. De Vrije Universiteit Brussel (VUB) en de Université Libre de Bruxelles (ULB) deelden die campus, maar sedert 2001 ligt hij er verlaten bij. Nu zou daar verandering in komen, maar aan de decennialange leegstand blijft een wrang randje kleven.

De campus werd gebouwd voor de faculteiten biotechnologie en chemie, maar in 1969 scheidden de wegen van VUB en ULB. Ze bleven de campus in Rode nog gezamenlijk gebruiken tot de ULB uit Vlaanderen moest vertrekken. De VUB verhuisde haar universitaire campus in 2001 naar Etterbeek. Twee jaar later stond Bierenberg helemaal leeg en raakte de campus in verval. Drieëntwintig jaar leegstand liet zijn sporen na: graffiti, vandalisme, verkommering.

Secundair onderwijs

In juli van dit jaar pakte minister Ben Weyts (N-VA), toen nog verantwoordelijk voor zowel onderwijs als Vlaamse Rand, uit met concrete plannen om de campus een nieuwe onderwijsbestemming te geven. De VUB zou haar deel van de campus verkopen aan het Gemeenschapsonderwijs en minister Weyts zou daarvoor vanuit het Vlaamse Randfonds 4 miljoen euro op tafel leggen voor aankoop en een begin van renovatie. De Afdeling Vastgoedtransacties heeft de site inmiddels geraamd, beide partijen gaan principieel akkoord met een verkoop en bereiden de verkoopovereenkomst voor. Het Gemeenschapsonderwijs geeft aan dat er nood is aan bijkomend secundair onderwijs in deze regio. De minister geeft aan dat de site daarvoor geschikt is. Minister Weyts: ‘We geven de site opnieuw een relevante maatschappelijke bestemming die past in de bestaande gewestplanbestemmingen. En we kunnen in deze regio wel wat secundair onderwijs gebruiken.’

Koen Pelleriaux van het Gemeenschapsonderwijs GO!: ‘De gewestplannen hoeven inderdaad niet te worden aangepast. Dat is een groot voordeel met het oog op een eventuele vergunningsaanvraag. We moeten nog uitmaken welke soort school hier komt en hoe we met de site omgaan. Eén en ander moet zeker worden gesaneerd en we gaan ervan uit dat de meeste gebouwen moeten worden gesloopt. Het laatste gebouw uit 1991 kunnen we wellicht recupereren en renoveren. Dat is een groot gebouw en de structuur ervan zit ook goed. Het zijn immers altijd labo’s en klaslokalen geweest.’

Strategische ligging

Ondertussen is de site ook strategischer gelegen dan in 1963, vooral omdat de fietssnelweg F207 binnenkort in de buurt loopt. Het treinstation bevindt zich op achthonderd meter van de site. De VUB ziet een verkoop helemaal zitten. Rector Jan Danckaert: ‘Wij zijn heel blij dat we dit gebied kunnen verkopen aan de Vlaamse Gemeenschap. Op zich was het terrein heel aanlokkelijk voor private investeerders, maar die konden niet weg door de gewestplanbestemmingen van het terrein.’

Het gebied heeft een bestemming voor (gemengde) gemeenschapsvoorzieningen, een deel woonuitbreiding, een heel klein deel woonpark en in de vallei natuurgebied/ natuurreservaat. De ULB en de VUB hadden altijd de afspraak dat ze de campus samen en in zijn geheel zouden verkopen. De resterende vijf hectare behoort bovendien voor het grootste deel toe aan de ULB en die is niet betrokken bij de deal met het Gemeenschapsonderwijs.

Alleen VUB verkoopt

Danckaert: ‘Het idee was inderdaad om samen te verkopen, omdat heel wat stukken moeilijker verkoopbaar zouden zijn wanneer we de interessantste stukken apart zouden verkopen. Ik verneem dat de ULB ook met een mogelijke koper onderhandelt over de verkoop van hun gronden.’ De ULB deelt ons alleen mee dat ‘zij het gedeelte van de oude campus in Rode dat hen toebehoort wensen te verkopen’, maar dat ze ‘daar voorts geen commentaar willen aan toevoegen’.

Begrijpelijk, want de vraagprijs voor een vervuilde, verloederde site van aanvankelijk 7,6 ha met een lappendeken aan gewestplanbestemmingen was jaren geleden al tien miljoen euro waard. Of ruim 13 euro/m² voor een gebied waar gigantische investeringen voor nodig zijn en waar het gewestplan doet waarvoor het dient: de nodige randvoorwaarden opleggen. Bovendien ging de ULB ook compleet dwarsliggen toen de Vlaamse Landmaatschappij in 2016 de Siepvijver in de vallei wou aankopen. De VLM wou die vijver van 2,6 ha ecologisch inrichten en er extra waterbuffering voorzien, zodat men in Rode en Alsemberg minder vaak last zou hebben van overstromingen. Zeker ook een maatschappelijk heel relevante doelstelling, waar iedere weldenkende instantie zou moeten willen in meegaan. Niet de ULB, die kosten noch moeite spaarde om te procederen in een poging om zelfs de onteigening te voorkomen. In 2021 wees de rechtbank de site uiteindelijk toe aan de VLM, waardoor de huidige site nog slechts vijf hectare groot is.

Geen extra verharding

Decennialang hebben beide universiteiten geprobeerd om een hardere en lucratievere gewestplanbestemming te verkrijgen voor een gedeelte van de campus. Maar de campus ligt naast een beschermd Natura 2000-gebied en heeft een belangrijke verbindingsfunctie tussen andere openruimtegebieden. De Vlaamse overheid wil op de valleiflanken geen bijkomende verharding en heeft een gewestplanaanpassing altijd geweigerd. Terecht, want de campussite helt fel af naar de vallei van de Molenbeek. Dit is geen plek om extra verharding toe te staan. Wie dat toch zou doen, creëert wetens en willens nog grotere problemen voor de bewoners beneden in de dorpscentra, die nu al regelmatig met waterellende te maken krijgen. 

Dat beseft ook de gemeente Sint-Genesius-Rode, want in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan van 2009 staat dat ‘de beekvalleien zoveel mogelijk bouwvrij moeten worden gehouden’. Al had de gemeente ook wel oren naar de vraag van de universiteiten voor een gewestplanwijziging. Vanuit het standpunt van de gemeente is dat te begrijpen, als er geen zinnige voorstellen en geen oplossingen komen voor een grote verloederde site op je grondgebied. Maar dan nog mag de oplossing geen hypotheek leggen op de leefomstandigheden van de bewoners in de dorpskernen benedenstrooms. Het is dan ook logisch dat alle mogelijk belangstellende kopers één na één hebben afgehaakt.

Onderwijs sluit mooi aan bij de bestemming van het terrein, maar we hebben als gemeente toch belangrijke vragen bij het project.

Schepen Miguel Delacroix van SintGenesius-Rode: ‘Ik ken minstens vijf projectontwikkelaars die de rekening hebben gemaakt en die het niet rendabel konden maken. De vraagprijs was veel te hoog, maar de ULB heeft nooit willen wijken. Anderzijds staan we als gemeente ook enigszins sceptisch ten aanzien van de nieuwe plannen. We zijn niet betrokken en we vinden het ook merkwaardig dat de ULB niet is betrokken. Over zo’n project zou er toch overleg moeten zijn tussen alle partijen? De campus ligt vlak naast een woonwijk met overwegend kleine straten. We hebben dus wel wat vragen bij de mobiliteit. De eigendommen van de ULB en de VUB lopen op de site ook sterk door elkaar. Hoe lost men dat op? Een voordeel is inderdaad dat onderwijs mooi aansluit bij de bestemming van het terrein, maar we hebben als gemeente toch belangrijke vragen bij het project.’

Stevig kostenplaatje

Ook een verlaten en verloederde site kost geld. Een bewakingsfirma waakt al die tijd over de campus en het groen moet ook minimaal worden onderhouden. Bewaking en groenonderhoud alleen kostte de VUB jaarlijks al zowat 30.000 euro. Sedert 2013 betalen beide universiteiten ook een leegstandsbelasting aan de gemeente. Die bedroeg in 2013 nog 4.500 euro per universiteit, maar is sinds 2017 opgelopen tot een jaarlijks bedrag van 22.500 euro per universiteit. Reken even mee: zowel VUB als ULB hebben tot op de dag van vandaag dus 225.000 euro aan leegstandsheffing betaald. Reken bij die simpele rekensom nog wat gerechtskosten en instandhoudingskosten en dan kom je voor beide universiteiten samen snel aan een bedrag van 1 miljoen euro (belastinggeld, toch?) dat werd geïnvesteerd in een verlaten campus, voornamelijk uit speculatief oogmerk.

De plannen die nu voorliggen om hier onderwijs te positioneren, behoren wellicht nog tot de betere oplossingen. Als men dan voor de rest van de site ook een oplossing vindt waarbij er zoveel mogelijk kan worden onthard en er zo weinig mogelijk extra verharding bijkomt. In die zin zou een ruim overleg met alle betrokken partijen alsnog heel nuttig kunnen zijn. Vast staat wel dat de Campus Bierenberg bij geen van beide universiteiten deel zal uitmaken van de opleiding Stedenbouw en Ruimtelijke Planning. Een mooi voorbeeld van ruimtelijke planning kun je het bezwaarlijk noemen.