Veilig geborgen
in een tekstballon
Na passages bij de indierockbands Soldier’s Heart en Warhaus maakte zangeres en liedjesschrijfster Sylvie Kreusch drie jaar geleden haar solodebuut met de break-upplaat Montbray. Het leverde haar een MIA en met Walk Walk ook een radiohit op, maar vooral veel concerten op Belgische en Nederlandse concert- en festivalpodia. Daarop wervelde de zangeres, die in haar jonge jaren weleens een catwalk opliep, in uitbundige karmijnrode garderobes die nog voor een extra dosis bezwering en mysterie zorgden.
Dat het nieuwe album qua thematiek erg verschilt van haar debuut is een understatement. Het liefdesverdriet is verwerkt. Ondertussen ging het van Antwerpen naar Gent. Het begint eruit te zien als een gesetteld leven.
‘Ik ben een dertiger nu en alles wordt een beetje voorspelbaar’, klinkt het. ‘Ik denk dat we als volwassenen veel kunnen leren van hoe we als kind met verwondering naar de wereld keken.’ Zelf herinnert ze zich hoe ze op grootmoeders zolder het ene na het andere stripverhaal verslond en zich liet meevoeren. Tijdens die momenten van peilloze creativiteit en naïviteit nam haar fantasie het spontaan over.
Middelste kind
Op de hoes van haar nieuwe plaat zit het hoofd van Kreusch niet alleen vast in een ballon, soms wordt ze ook gewoon een personage en klinkt het als in een tekstballon: PAAW PAAW! BANG BANG! KACHAAAAW! WHEM BLEM! Elders hoor je haar kinderlijke verbeelding vervlechten met verwijzingen naar westerns en Hollywood. Het paradoxale is dat de zangeres in de huid van een strippersonage net dichter bij zichzelf lijkt te komen. Ter illustratie haalt ze er in de perstekst de track Daddy’s Selling Wine in a Burning House bij, een van de persoonlijkste nummers die ze ooit schreef. ‘Het gaat over een jeugdherinnering die tijdens een therapiesessie weer naar boven kwam. Ik was het typische middelste kind. Als ik het moeilijk had, zocht ik heil in een droomwereld. Bij moeilijkheden in een relatie is mijn eerste reactie weglopen of mijn kop in het zand steken, een coping-mechanisme dat ik mezelf heb aangeleerd.’
Vroeger had Kreusch ons al eens uitgelegd dat ze graag op het podium staat omdat ze in het echte leven eerder introvert is en conflicten uit de weg gaat. ‘Het podium is de plek waar ik niet beoordeeld word en vrij kan zijn. Ik heb het nodig om alles eruit te krijgen. Om dezelfde reden neem ik in mijn teksten geen blad voor de mond. Daarin lukt het me makkelijker om rechtuit te zijn dan in het dagelijkse leven. In de toekomst zou ik meer de persoon willen zijn die ik op het podium en in mijn muziek ben.’
Aandacht
Ze is er nog niet helemaal, maar op Comic Trip, dat speelser, nostalgischer en minder dramatisch klinkt dan eerder werk, doet ze een aardige poging. ‘Het is niet zo gek dat mensen die het podium opzoeken in het gewone leven niet heel extravagant, luid of aanwezig zijn. Toen ik er in mijn puberjaren wat verloren bijliep en het slecht deed op school ging ik veel feesten, nam ik drugs en was ik superluid. Dat veranderde toen ik in een bandje zat, plots een doel voor ogen had, mensen in mij begonnen te geloven en ik applaus kreeg. Een hele opluchting, want ik had maar één plan: zangeres worden. Des te meer ik op een podium kan staan, des te minder behoefte ik voel om elders aandacht te krijgen.’
ZA – 30 NOV – 20.30
Sylvie Kreusch
Grimbergen, CC Strombeek, 02 263 03 43