01 okt '24

De advocaat van
de walvissen

169
door Gerard Hautekeur
Mariene biologe Joëlle De Weerdt (37) uit Grimbergen is in Centraal-Amerika de expert inzake bescherming van walvissen. Met haar beleidsvoorstellen gaat ze de dialoog aan met de regering van Nicaragua.

Joëlle De Weerdt viel omwille van haar baanbrekend wetenschappelijk onderzoek en haar inzet met participatie van de lokale bevolking verschillende keren in de prijzen, waaronder de fameuze Award van het Jane Goodall Institute in 2020. Zonet behaalde ze aan de Vrije Universiteit Brussel (VUB) haar doctoraat over de ecologie van de bultrugwalvissen op basis van haar jarenlang onderzoek en veldwerk in Centraal-Amerika. In de afgelopen acht jaar verbleef De Weerdt verschillende maanden per jaar in Nicaragua. Ze verzamelde er data die haar doctoraat onderbouwen.

‘In augustus 2015 ging ik voor het eerst naar Nicaragua op verkenning en heb ik er een project opgezet. Ik combineerde mijn onderzoekswerk met educatieve activiteiten voor kinderen en informeerde vissers over duurzame eco-toeristische activiteiten’, vertelt De Weerdt. ‘Dit educatieve luik komt nu door een gebrek aan tijd en middelen minder aan bod. Toch heb ik nog steeds nauwe contacten met de lokale bevolking en de vissers. Ze zien mij vaak uitvaren voor de waarnemingen op zee en ze zijn een belangrijke bron van informatie over de walvissen.’

Mijn onderzoekswerk maakt deel uit van een ruimer geheel. Het is een onmisbaar puzzelstukje in een veel grotere puzzel inzake bescherming van walvissen.

Dubbele migratiestroom

‘Door mijn onderzoek heb ik in Nicaragua een dubbele migratiestroom waargenomen: aan de ene kant zijn er in het noorden de bultruggen die migreren van de westkust van de Verenigde Staten naar Centraal-Amerika, aan de andere kant is er de migratiestroom van Antarctica in het zuiden naar CentraalAmerika. Beide walvispopulaties bevinden zich evenwel niet op hetzelfde tijdstip in de Stille Oceaan voor de kust van Nicaragua. Die van het noorden verblijven er van december tot april, de walvissen vanuit het zuiden zijn er van juli tot oktober. De walvissen die vanuit het noorden migreren, zijn ernstig bedreigd. Ze komen in aanvaring met grote boten of ze raken verstrikt in vissersnetten. Een andere, serieuze bedreiging is het natuurfenomeen El Niño die zorgt voor de opwarming van het zeewater in de Stille Oceaan. Op basis van onze waarnemingen constateerden we met internationale wetenschappers dat rond 2015 ruim 7.000 walvissen zijn omgekomen. Ze zijn niet door de hogere temperaturen gestorven, maar de warme golfstroom heeft een negatief effect op de aanwezigheid van drijvende dierlijke en plantaardige organismen op zee. Een daling van de voedselproductie maakt dat ze op zoek moeten naar extra voedsel en moeilijker kunnen overleven. De verdere opwarming van de oceanen door klimaatsverandering zal mogelijk een voedseltekort met zich meebrengen, hetgeen problematisch kan zijn, zelfs bij minder bedreigde populaties. De bultruggen die uit Antarctica komen, zijn minder bedreigd. Onder de walvispopulatie in Nicaragua bevinden zich veel walvismoeders met een kalf. Ze hebben vaak af te rekenen met boten die tegen hoge snelheden voorbij varen. Ook hier dringen beschermingsmaatregelen zich op.’

Internationale samenwerking

‘Bij de regering in Nicaragua pleit ik ervoor om, in de periodes dat de walvissen aanwezig zijn, zones af te bakenen waar ze beschermd zijn, waar ook de walvismoeders met een kalf kunnen rusten en de ‘kleintjes’ kunnen laten opgroeien.’

De Weerdt heeft een stuk geloofwaardigheid opgebouwd. ‘Vanaf mijn eerste contacten met de ambtenaren heb ik heel open gecommuniceerd over mijn onderzoek en ondernam ik niets zonder de nodige vergunningen. Ook de universiteit van Managua is bij mijn onderzoek betrokken’, verduidelijkt De Weerdt. ‘Bovendien werk ik samen met andere internationale organisaties, zoals het Wereld Natuurfonds (WWF) en de Internationale Unie voor Natuurbescherming (IUCN). Met experts uit verschillende landen hebben we tijdens een internationale workshop voorstellen uitgewerkt voor de afbakening van beschermingszones voor walvissen, de zogenaamde Marine Protective Area (MPA). Zo creëer je een veiliger corridor voor de migrerende walvissen. Mijn onderzoekswerk maakt dus deel uit van een veel ruimer plaatje. Het is een onmisbaar puzzelstukje dat past in een veel grotere puzzel inzake bescherming van walvissen. Ik ben bijzonder opgetogen dat ik na mijn doctoraat een prestigieuze Fulbright beurs heb gekregen waardoor ik aan een Amerikaanse topuniversiteit mijn onderzoek over de walvissen kan voortzetten.’