09 sep '24

Het ondergrondse leven

216
door Herman Dierickx
Eind augustus werd het record nog maar eens gebroken. Daarmee zitten we op een nooit geziene hoeveelheid regen die op een jaar tijd is gevallen in de Rand. Het in Ukkel gevestigde KMI stond er bij en keek er zeer verbaasd naar.

Sinds het begin van de metingen in 1833 is er nog nooit zo veel regen gevallen. Het geeft ons de gelegenheid om te kijken naar het gedrag van bodems in deze uitzonderlijke omstandigheden. In permanent bedekte bodems met veel leven stellen we vast dat zich nergens problemen voordoen. Als die permanente bedekking gebeurt met levende planten is de toestand ongelooflijk stabiel en gezond. Dat is niet altijd, maar bijna altijd, het geval met bodems die je bedekt met compost en/of mulch. 

In die bodems vind je een grote verscheidenheid aan leven, gaande van regenwormen over aaltjes en amoeben, tot schimmels en bacteriën. Die nemen een ongelooflijke hoeveelheid water op waarmee ze gestaag groeien. Het maakt de grond tot een echte spons die zeer veel water opslaat in natte tijden, en langzaam weer afgeeft als het droger wordt.

Het is een magnifiek zelfregulerend systeem dat extreme situaties de baas kan. De wortels van levende planten zorgen ook nog eens voor de uitwisseling van levensbelangrijke stoffen voor dat ondergrondse leven. Zo helpen ze elkaar doorheen moeilijke tijden en houden ze elkaar in stand met een intense wisselwerking. Het is zo mooi om zien hoe deze bodems zich gedragen in de bizarre extreme tijden die we vandaag meemaken. Door te voorzien in de goede groeiomstandigheden kan je zorgen voor een evenwichtig samenlevingsverband zonder dat je verder nog hoeft in te grijpen.