01 okt '23

Het menselijk
lichaam

1690
door Michaël Bellon
In het werk van de Amerikaanse beeldend kunstenares Tschabalala Self (33) staat het menselijk lichaam centraal. Het aantal manieren waarop ze dat weergeeft, is onuitputtelijk en fascinerend.

ecente tentoonstellingen en performances van Tschabalala Self hadden plaats in Kunstmuseum St. Gallen, Le Consortium in Dijon, de Performa Bienniale in New York City en het Hammer Museum in Los Angeles. Dit najaar brengt CC Strombeek de eerste Belgische solotentoonstelling van de New Yorkse kunstenares met werken uit haar Leisure Painting Series (2022), een herneming van haar werk voor Performa, en één van haar soft sculptures uit stof.

Self schildert en maakt prints, maar ze maakt ook gebruik van naald, draad en textiel om werken te combineren tot dialogerende combinaties en installaties. Haar grote en kleurrijke werken zijn herkenbaar omdat ze altijd portretten en menselijke lichamen afbeeldt. Maar de poses, de gelaatsuitdrukkingen, de gemoedstoestanden, de verhoudingen, de motieven en de kleurencombinaties maken elk werk weer anders. Dat op zich maakt dat behalve het lichaam, het mentale, en het spirituele, ook identiteit, representatie en sociale interactie hoofdthema’s zijn in haar werk.

Vormgeven

‘Het ene werk voedt en staat altijd in relatie met het volgende’, vertelt Self wanneer ze haar manier van werken voor ons toelicht vanuit New York. ‘Het materiaal en het medium kies ik intuïtief naargelang wat het beste is om een bepaald idee uit te voeren. De stoffen die ik gebruik in de schilderijen geven letterlijk een extra dimensie aan het werk, omdat ze ook letterlijk de wereld in een werk binnenbrengen. Verschillende stoffen en motieven zorgen voor verschillende associaties en soms sterke gevoelens bij de kijkers. Het gaat over iets samenvoegen, iets bouwen en vormgeven. Textiel wordt vaak geassocieerd met kleren en hoe mensen zichzelf vormgeven en presenteren. Daar zit veel symbolische en filosofische betekenis achter. Identiteit draait ook om hoe je vormgegeven en begrepen wordt door jezelf en anderen. Voor een echt of ingebeeld publiek. Dat proces doe ik over met de figuren en personages in mijn werk.’

Dat Self met haar werk de voorheen beperkte en vaak stereotiepe representatie van zwarte en bruine lichamen in de kunstgeschiedenis verrijkt, is mooi meegenomen, maar geen doel op zich. Eerder een vanzelfsprekendheid. ‘Ik schilder zwarte lichamen en figuren omdat ik die wil schilderen, en omdat het niet in mij opkomt witte mensen te schilderen. Je schildert waaraan je je spiegelt. Op die manier pas ik gewoon in een lange traditie van Westerse artiesten. Mijn werk is ook niet meer of minder politiek dan dat van Picasso, al wordt het meer gepolitiseerd. Vooral door wie niet verwacht dat ik mezelf zou willen representeren en omdat nog veel mensen geloven dat het zwarte lichaam niet de moeite van het representeren waard zou zijn. Maar als zwarte vrouw met trots doe ik dat wel.’

Lichaam als inspiratiebron

Het is het lichaam op zich dat voor Self een eindeloze inspiratiebron blijkt. We hebben allemaal een lichaam. Dat geeft aanleiding tot existentiële vraagstukken omdat het lichaam materieel, veranderbaar en sterfelijk is. Het maakt deel uit van onze identiteit, maar benadrukt ook onze eindigheid. In mijn optiek bewonen het verstand en de geest ons lichaam, maar alle drie de aspecten zijn belangrijk. In dit digitale tijdperk lijken mensen soms te ‘vergeten’ dat ze een tastbaar lichaam hebben. Mensen nemen afstand van hun fysiek en ’associëren’ zich met hun lichamen in plaats van het te belichamen. Dat maakt de existentiële angsten alleen maar erger.’

Over de enorme diversiteit in haar werk zegt Self ten slotte dat ze elke figuur en elk werk ziet als een nieuw personage en een individu. Sommigen zijn deels gebaseerd op of samengesteld uit mensen die ze kent of tegenkwam, op historische figuren of personages uit boeken en films. ‘Ik zoek wel naar een gemeenschappelijke esthetiek en vind het fijn dat het werk herkenbaar is als het mijne. Alsof het allemaal leden zijn van dezelfde familie. Maar het is ook belangrijk dat elk werk zijn eigen identiteit heeft, want anders ben je mechanisch aan het reproduceren.’

 

20 OKTOBER TOT 4 FEBRUARI
Tschabalala Self
Grimbergen, CC Strombeek, 02 263 03 43