01 jun '23

Povera

1933
door Tine De Wilde
In de cucina povera tovert men, oorspronkelijk uit armoede, heerlijke gerechten tevoorschijn met de eenvoudigste, lokale en seizoensgebonden producten. In de arte povera worden kunst en betekenis gecreëerd met pretentieloze materialen zoals lapjes stof of een gloeilamp.

Zo heb je ook een architettura povera. Een architectuur die zich niet wil manifesteren, maar die zich nederig en haast onzichtbaar ten dienste stelt van het aanwezige sociaal, cultureel en ruimtelijk weefsel. Het nieuwe onthaalpaviljoen van het Kasteel van Gaasbeek omarmt deze filosofie. Het nestelt zich eerder als landschapselement dan als een nieuwe architecturale entiteit in zijn bestaande omgeving. Gelegen tussen weg, parkdreef en parking, dichtbij de dorpskern en wekelijkse markt fungeert het als een verbindend en oriënterend element voor passanten, museumbezoekers en Gaasbekenaars. Het overkoepelende metalen dak steunt op slanke metalen I-profielen. Deze grote luifel nodigt uit om samen te komen, te picknicken of een buitenactiviteit te organiseren. In de onderliggende box van glas en beton zijn aan de ene kant een publieke onthaalruimte en aan de andere kant een bibliotheek, administratieve ruimte en depot ondergebracht. De muren zijn opgetrokken uit doodgewone, goedkope snelbouwbetonblokken. De mortel die door de druk uit de voegen komt, geeft de betongevel een onregelmatige textuur en schaduwspel, en nodigt mossen en groen uit zich hier te vestigen. Als je goed zoekt, ontdek je ergens aan de gevel een kleine maquette van het ontwerp als handtekening van architect Pierre Hebbelinck.