Vlaamse Rand
voorbeeld voor Vlaanderen?
'Ja’, klinkt het in koor bij Rudi Janssens, onderzoeker van BRIO, en Koen Van Elsen (CD&V), burgemeester van Asse en voorzitter van het Toekomstforum, een samenwerkingsverband van de gemeenten uit Halle-Vilvoorde. Al zijn er na drie jaar hier en daar wat verschuivingen en nuances in die uitdagingen. In 2018 publiceerde het Brussels Informatie-, Onderzoeks-, en Documentatiecentrum (BRIO) het onderzoek In de Ban van de Rand, dat peilde naar de prioriteiten en uitdagingen in de Vlaamse Rand. Wat is de situatie drie jaar later?
Specifiek beleid
Voor Janssens zijn de blijvende uitdagingen het gevolg van de toenemende bevolkingsgroei en de diversiteit en internationalisering die daarmee gepaard gaan. ‘Het Brussels Gewest en de Vlaamse Rand zijn communicerende vaten. De verhuisbewegingen vanuit de hoofdstad naar de Rand zijn enorm en dat heeft op meerdere vlakken een grote impact.’
Dat ervaart ook Van Elsen: ‘De uitdagingen op het vlak van integratie, onderwijs en huisvesting blijven groot. ‘Eén op de drie gezinnen heeft een andere thuistaal dan het Nederlands. In sommige gemeenten tegen Brussel ligt dat aantal zelfs hoger. We bereiken die gezinnen vooral via hun kinderen die naar onze scholen gaan, maar dat lukt niet altijd. Daarom zijn er almaar meer initiatieven vanuit de gemeentelijke integratiediensten.’ Van Elsen denkt meteen aan de vaccinatiecampagnes in de strijd tegen corona. ‘Elke inwoner krijgt een oproepingsbrief in het Nederlands toegestuurd, maar lang niet iedereen begrijpt de taal. Dan is het aan onze integratieambtenaren om ook anderstaligen te bereiken.’
Janssens juicht gemeentelijke initiatieven toe, want die zijn meer dan ooit nodig. ‘Na Zwarte Zondag op 24 november 1991 heeft Vlaanderen het integratiebeleid naar zich toe getrokken. Dat resulteert vandaag in een standaard beleid dat eigenlijk niet meer opgaat voor een regio als de Vlaamse Rand.’ Volgens Janssens moeten integratie en inburgering regiospecifiek worden aangepakt en is er daarom nood aan een gemeentelijk integratiebeleid. Van Elsen begrijpt waar Janssens naartoe wil. ‘Vlaanderen reikt ons nu een kader aan en elke gemeente probeert daar een invulling aan te geven. Mochten de middelen voor integratie rechtstreeks naar de gemeenten vloeien, kunnen we nog meer een specifiek beleid voeren.’
Verenigingsleven als lijm
Een niet te onderschatten rol ligt bij het verenigingsleven. Dat bepaalt mee het lokale Nederlandstalige karakter van een dorp of gemeente, maar kan ook een sleutel tot inburgering en integratie zijn. ‘De Vlaamse Rand heeft een sterk verenigingsleven’, weet Janssens. ‘Toch blijkt het niet evident om nieuwkomers daar deel van te laten uitmaken. Misschien is daar ondersteuning welkom?’ ‘In Asse werken we met coaches’, geeft Van Elsen als voorbeeld. ‘Zij ontfermen zich een jaar over een nieuwkomer en betrekken hem of haar bij het dagelijkse leven in de gemeente. Dat werkt goed.’
De jongste jaren zien Janssens en Van Elsen de mentaliteit van nieuwkomers veranderen. ‘In Brussel leren almaar meer mensen Nederlands, terwijl dat niet verplicht is’, legt Janssens uit. ‘Dat heeft gevolgen voor de Rand, want steeds meer inwijkelingen zijn de Nederlandse taal al machtig wanneer ze daar aankomen.’ Van Elsen stelt vast dat ook in de Vlaamse Rand de lessen Nederlands voor volwassenen overbevraagd zijn en dat er steeds meer initiatieven zijn rond de taal. Hij denkt daarbij aan de activiteiten en expertise van vzw ‘de Rand’. ‘Maar de Rand moet nog meer samenwerken met Brussel’, vindt Janssens. ‘Want Brussel fungeert als een soort emancipatiemachine: mensen leren er tal van vaardigheden en trekken daarna pas weg uit de stad.'
Huisvesting
Het lokale karakter van een gemeente of stad wordt mee bepaald door de skyline. Daar wordt al jaren over gediscussieerd en dat is nu niet anders. ‘Wat nog groen is, moet groen blijven’, vindt Van Elsen. ‘We verstikken. Daarom vind ik de bouwstop die vanuit Vlaanderen is afgekondigd een goed idee.’ Verschillende gemeenten uit de Rand voerden onlangs een bouwstop in en keuren de komende jaren bijvoorbeeld geen appartementsprojecten meer goed. ‘Je moet natuurlijk kijken naar de noden in je gemeente, maar ook naar de afgeleide problemen van huisvesting’, zegt Van Elsen. Meer woningen betekent meer plaatsen in de scholen, meer verkeer. Met nieuwe huisvestingsprojecten kunnen we die situatie niet meer aan.’
Onderwijs is de motor
In het onderwijs zijn er de voorbije drie jaar flink wat stappen gezet. Zo komt er vanuit de Vlaamse overheid een stelselmatige capaciteitsuitbreiding. Toch blijven de uitdagingen groot, want de bevolking in de Rand blijft toenemen en verjongen. ‘Integratie begint op school’, zegt Van Elsen. ‘Investeren in onderwijs is de motor. Met het Toekomstforum zetten we daar op in. Zo lanceerden we onlangs, samen met vzw ‘de Rand’, het project Lezen met klasse, waarbij bibliotheken en scholen uit twintig gemeenten in Halle-Vilvoorde samenwerken om bij leerlingen het begrijpend lezen te bevorderen.’ Janssens ziet een bijkomende uitdaging voor het onderwijs: leerkrachten blijven vinden. ‘In Brussel is dat al langer een probleem en dat deint uit naar Vlaanderen.’
Mobiliteit: traag maar gestaag
Drie jaar na de BRIO-studie is ook mobiliteit nog altijd een prioritair thema. ‘Dat ligt voor de hand’, vindt Janssens. ‘Grote verwezenlijkingen zijn er nog niet geweest.’ Van Elsen nuanceert: ‘Het gaat inderdaad traag, maar hier en daar zijn er al ingrepen gebeurd. Zo is het GEN-netwerk verder uitgebouwd en worden er ook stappen gezet in deelprojecten die te maken hebben met de herinrichting van de Ring rond Brussel.’
‘Wij kampen met grootstedelijke problemen, maar moeten het stellen met dezelfde middelen als een klein Vlaams dorp.’
Van Elsen geeft als voorbeeld de werkzaamheden in Asse. Daar wordt momenteel een Hoppinpunt aangelegd. Dat is een plek waar je makkelijk van het ene naar het andere vervoermiddel kan overstappen. ‘Van die deelprojecten met Vlaamse middelen worden ook de gemeenten beter.’ Van Elsen geeft ook aan dat het Toekomstforum zich uitspreekt tegen de kilometerheffing van het Brussels Gewest. ‘85% van de 35 gemeenten die deel uitmaken van het Toekomstforum vragen Brussel om die kilometerheffing niet eenzijdig in te voeren. Vanuit de Rand is er een grote toeloop naar Brussel. Voor het werk, voor een daguitstap. En ook omdat we er nog altijd naar de rechtbank moeten.’
Veiligheid nu wel een thema
Onderzoeker Janssens en zijn collega’s vonden het drie jaar geleden opvallend dat het thema veiligheid door niemand als prioritair werd aangegeven. Volgens hem zou een rondvraag vandaag hetzelfde antwoord opleveren, maar daar denkt Van Elsen anders over. ‘De criminaliteitsproblemen vanuit Brussel zijn toegenomen. We merken dat aan onze politie-inzet. Heel wat gemeenten breiden daarom hun cameranetwerk uit en passen hun politiebeleid aan. Maar dat is niet voldoende’, vindt Van Elsen. ‘Ook wij kampen met grootstedelijke problemen, maar moeten het stellen met dezelfde middelen als een klein Vlaams dorp. Ik wil dat agenten in de Vlaamse Rand een premie krijgen, net zoals agenten in Brussel. Het is te gek dat politiemensen die in de Rand wonen naar Brussel trekken omdat ze daar meer kunnen verdienen.’
De Vlaamse Rand mag dan een specifieke regio zijn met bijzondere noden en problemen, toch blijkt nu al dat heel Vlaanderen te maken krijgt met de gevolgen van de bevolkingsgroei. ‘Daarom is het goed dat wij als Toekomstforum kunnen wegen op het Vlaams beleid’, zegt Van Elsen. ‘We merken trouwens dat men met ons rekening begint te houden (het Toekomstforum bestaat zes jaar, n.v.d.r.).’ En wie weet blijkt de Vlaamse Rand in de toekomst wel het schoolvoorbeeld voor Vlaanderen te zijn? ‘Ik sluit alleszins niet uit dat de Rand in de toekomst niet meer die uitzonderlijke regio zal zijn’, besluit Janssens.