01 sep '21

Op zoek gaan naar het
mysterieuze in het verleden

10168
door Anne Peeters
Barbara Van den Abeele woont in Vossem, vlakbij het park van Tervuren en het Africa–Museum. Da’s geen toeval: geschiedenis, musea en erfgoed lopen als een rode draad door haar leven.

Na de nodige omzwervingen op historische sites, in de uitgeverijwereld en het Africa-Museum belandde ze in maart bij het Erfgoedlabo Leuven, het netwerk van de professionele cultureel-erfgoedspelers van de regio. ‘Eerst werkte ik voor een uitgeverij, maar het bleef toch kriebelen om iets met erfgoed te doen, waarvoor ik had gestudeerd. Ik wist dat het Africa-Museum na de vernieuwing opnieuw zou opengaan. Ik heb gesolliciteerd, werd aangeworven en kon de collectie van de museumshop mee uitbouwen. Een boeiende functie. Welke boeken horen hier thuis? Welke objecten? Daarnaast was ik ook verantwoordelijk voor de communicatie en de website van de shop. Het was heel fijn om daaraan mee te werken. Het is en blijft gevoelige materie in de Afrikaanse diaspora. Kolonisatie en dekolonisatie is een moeilijk verhaal. Er wordt constant gezocht naar meer aansluiting, maar het is en blijft nog altijd een strijdpunt. Kan je een museum over een koloniaal verleden dekoloniseren? Dat blijft de hamvraag.’

Als jonkie in Brussel

Dat was niet haar eerste ervaring in de wereld van de musea. In het begin van haar professionele carrière werkte Van den Abeele ook al in het Brusselse Museum voor Kunst en Geschiedenis. ‘Na mijn afstuderen begin jaren 90 kon ik beginnen op de educatieve dienst van het museum aan het Jubelpark. Een zalige tijd. Met een fijne ploeg jonge mensen, allemaal nog niet zo lang afgestudeerd, gaven we rondleidingen doorheen de vaste collectie. In die periode had je ook veel wisselende, grote tentoonstellingen. Over de Maya’s, de Inca’s. Ik heb heel goede herinneringen aan het gidsen van kinderen uit de lagere school, boekjes maken, maar net zo goed aan het gidsen van die wisselende tentoonstellingen voor volwassenen. Als jonkie was dat een prima leerschool. Spreken voor een groep, workshops organiseren, teksten schrijven,… Ook de gebouwen vond ik fantastisch, met lange gangen waar je in verloren kon lopen, al waren ze wel onderkomen. ’s Middags gingen we soms met de collega’s joggen in het park. Brussel is voor veel pendelaars de stad waar ze in het station aankomen, naar hun werk gaan en ’s avonds hetzelfde traject afleggen in de omgekeerde richting, zonder veel van de stad gezien te hebben. Zo heb ik het zelf niet ervaren. Ik heb toen de charmante, bruisende kant van Brussel leren kennen. Het was voor mij ook de eerste keer dat ik met het tweetalige België in aanraking kwam. Ik werkte op de Vlaamse educatieve dienst, maar we hadden ook contact met onze collega’s van de Franstalige dienst. Het museum is een federale instelling.’

‘Na een jaar of zes werd het tijd voor iets nieuws, vond ik. Toen ben ik van die educatieve dienst overgestapt naar een educatieve uitgeverij. Ik heb een heel aantal jaren in de uitgeverijwereld gewerkt, maar de liefde voor geschiedenis en erfgoed bleef altijd aanwezig. In de periode dat mijn kinderen klein waren, heb ik een tijdlang in Turkije gewoond, niet ver van de archeologische site in Sagalassos, het levenswerk van professor Marc Waelkens. Daarna ben ik verhuisd naar Vossem, vlakbij het park van Tervuren. Zalig.’

Eerste liefde: archeologie

‘Archeologie is een constante in mijn leven. Op mijn 18e besloot ik om archeologie te studeren. Dat sprak tot mijn verbeelding. In mijn zesde middelbaar had ik een eindwerk gemaakt over de Inca’s. Op zoek gaan naar dat mysterieuze in het verleden sprak mij enorm aan. Dus schreef ik me in aan de universiteit van Leuven om kunstgeschiedenis en archeologie te gaan studeren. Na twee jaar specialiseerde ik me in Romeinse archeologie. Ik leerde Italiaans en heb ook nog twee jaar oude geschiedenis gedaan en een jaar culturele studies. Toen pas voelde ik me voldoende gewapend om de arbeidsmarkt op te trekken’, lacht ze. De opleiding archeologie komt nu goed van pas in haar nieuwe job.

Over naar Erfgoedlabo

Corona trok een lelijke streep door de rekening op haar vorige werkplek in Tervuren. Hoe fijn het ook was om te werken op wandelafstand van thuis, het bleek niet evident in een culturele instelling om met alle restricties te blijven draaien. Veel dingen werden on hold gezet. Toen er een mooie kans op haar pad kwam om intensief met erfgoed bezig te zijn, aarzelde Van den Abeele niet. In maart dit jaar begon ze bij Erfgoedlabo Leuven, een jonge vzw die het licht zag in de zomer van 2020.

‘Erfgoed bewaren voor de komende generaties. Met een passie voor het verleden.’

‘Ik ben er voltijds aan de slag als coördinator. Deze vzw is er gekomen om meer kennis en expertise te delen, om samenwerkingen en uitwisselingen te bevorderen en om mensen met dezelfde passie rond de tafel te brengen. Het verhaal van Erfgoedlabo begon in 2017 als een samenwerkingsverband tussen dertien professionele cultureel-erfgoedspelers uit Leuven. Denk aan Museum M, Parcum, Abdij van Park, Erfgoedcel Leuven, Stadsarchief, KU Leuven Bibliotheken…, een uniek netwerk van musea, bibliotheken, archieven en dienstverlenende organisaties.

Sinds 2020 is Erfgoedlabo een vzw. De bedoeling? Krachten bundelen, informatie en kennis delen, overleggen en samenwerken met andere erfgoedspelers in Leuven en daarbuiten. In dat platform worden deskundigen van binnen en buiten de erfgoedsector, uit binnen- en buitenland betrokken.'

Experimenteren met boeiende ateliers

Wat betekent dat concreet in de praktijk? ‘Voor de belangrijkste erfgoedthema’s wordt er gewerkt met ateliers, bijvoorbeeld over presenteren en programmeren, digitaliseren, maar ook over depotbeheer en collectiebeleid. Zo loopt er op dit moment een waarderingstraject over didactische collecties dat op lange termijn zal leiden tot een complementair collectiebeleid. Het Erfgoedlabo is een plek waar geëxperimenteerd kan worden, waar dingen uitgeprobeerd worden via proefprojecten. Innovatieve projecten die leiden tot nieuwe inzichten en nieuwe methodieken, die daarna lokaal, nationaal en zelfs internationaal gedeeld worden. Daarnaast organiseren we met Erfgoedlabo ook studiedagen waarbij deskundigen uit binnen- en binnenland worden betrokken. In het najaar plannen we bijvoorbeeld een studiedag over dekolonisering van erfgoed.’

Eigen plek

‘In Vlaanderen heb je natuurlijk al de erfgoedcellen van de Vlaamse overheid en FARO (Vlaams steunpunt voor cultureel erfgoed), maar met die focus op kwaliteit en innovatie en het delen van expertise, heeft Erfgoedlabo zijn eigen plek, denk ik. De erfgoedcellen van de Vlaamse overheid zetten zich in voor het behoud van cultureel erfgoed in een bepaalde regio. Ze coördineren lokale initiatieven, zetten projecten op, ondersteunen professionele en niet-professionele erfgoedverenigingen van hun regio. Die cellen werken in het kader van een erfgoedconvenant dat de Vlaamse Gemeenschap afsluit met een stad of een regio. De Erfgoedcel Leuven is trouwens een van onze partners; de samenwerking met hen is bijzonder goed. Ook met FARO werken we regelmatig samen. Ze zijn partners bij de studiedagen die we organiseren en geven ondersteuning bij het opstarten van een waarderingstraject. FARO heeft een dienstverlenende functie. Ze helpen bij vragen van welke vereniging dan ook, verwijzen door voor subsidies, … Ons netwerk is er gekomen door de Leuvense spelers te bundelen. Vanuit dat DNA is het een springplank geworden om opgebouwde expertise verder te delen. Als netwerkorganisatie van Leuvense partners zet Erfgoedlabo in op innovatie in de hele erfgoedsector, zodat dat erfgoed wordt bewaard voor de komende generaties. Met een passie voor het verleden.'