Het ja maar nee maar gezaag
Ik heb het ermee gehad! Ik ben het kotsbeu. Echt kotsbeu. Heel die corona toestand. Ik woon op 200 m van het vaccinatiecentrum in Vilvoorde. Op de dag dat ik dit schrijf werd het aan de pers voorgesteld. Als het kon, zou ik nu al in de rij gaan staan. Hoe rapper, hoe liever.
Een mondmasker dragen en handen wassen, vind ik geen probleem. Het heeft zijn voordelen. Dit jaar nog geen snotvalling gehad. Maar ook geen koude neus meer ‘s winters en geen vliegen inslikken tijdens het fietsen.
Sociale contacten mis ik niet te erg. Ik ben introvert. Ik kom wel graag onder de mensen, maar ik ben ook graag alleen. Het leeuwendeel van mijn sociaal leven speelt zich af op Facebook. Omdat ik me liever en vlotter uitdruk in geschreven taal. Een knuffelaar ben ik niet. Ligt aan mijn opvoeding. Er werd niet gekust of geknuffeld bij ons thuis.
De avondklok, een moeilijke. In Vilvoorde was het een tijdje om 22 uur. Niet leuk als je een nachtraaf bent die dan pas goed wakker is. Niet kunnen reizen? Mijn laatste reis was in 1992. Daarna werd ik mantelzorger. Nog later werd ik zelf ziek en raakte ik in financiële problemen. Gedaan met reizen.
Kappers verdienen aan mij het zout op hun patatten niet. Het volstaat dat iemand met basic knipvaardigheid één of twee keer per jaar met een schaar ongeveer op schouderhoogte mikt. Recht hoeft het niet te zijn. Mijn haar vliegt toch alle kanten uit.
De sluiting van niet-essentiële winkels was zwaar. Mensen in armoede kunnen zich de verzendkosten van webshops niet permitteren. De hamsterwoede tijdens de eerste lockdown was een ramp. Die voelden we hard bij de voedselbedeling. In de vrieskou buiten moeten wachten op je voedselpakket is niet iets om vrolijk van te worden. Er zijn daar trouwens veel nieuwe gezichten. Mensen die onder normale omstandigheden net toekomen met hun loon, maar nu ze technisch werkloos zijn niet meer.
De maatregelen vind ik zwaar maar niet onoverkomelijk. Wat ik dan wel beu ben?
- De complottheorieën. Ik vraag me af waar sommige mensen hun hersenen voor gebruiken. Om na te denken duidelijk niet.
- De massale verspreiding van nepnieuws. • Mensen die daarin blijven geloven, ook al is het twintigduizend keer ontkracht.
- Het wantrouwen. Tegenover politiek, media, wetenschap, de farma-industrie, alles en iedereen eigenlijk.
- De 11 miljoen experten. In virologie, epidemiologie, economie, noem maar op, en liefst in alles tegelijk. En allemaal merken ze iets op waar de echte viro- en andere -logen nog niet aan gedacht hebben.
- Het met de vinger wijzen. Het ligt allemaal aan de jongeren, de ouderen, de egoïsten, de moslims, de joden, de politici, de wetenschappers, de pers. Enfin, aan iedereen behalve aan de spreker zelf.
- De korte lontjes. Mensen die een woedeuitbarsting krijgen over appels of ijsjes.
- Het gebrek aan respect tegenover alle mensen die ons door deze crisis heen helpen.
- En vooral het gezaag en geklaag.