Doen wat je kan
In het voorjaar, bij de eerste coronastorm, was het opvallend rustig op de pediatrie van AZ Jan Portaels. ‘Wij zagen al die onheil spellende beelden van ziekenhuizen in Italië en Spanje, waar ze de toevloed van Covid-19 patiënten niet meer aankonden. Dan wil je meewerken om een gelijkaardige situatie te vermijden en heb ik mij opgegeven om in te springen op de Covid-afdeling van ons ziekenhuis.’
Het was een vrijwillige keuze. In maart en april stond ze op de transit-unit om besmette van niet-besmette patiënten te triëren. Daar is het risico op besmetting reëel. Hoe ga je daar als echtgenote en moeder van drie jonge kinderen mee om? ‘Uiteraard heb ik dat met mijn man besproken. Hij is ook kinderarts en begreep dat ik me nuttig wilde maken. Ik kan me niet voorstellen om tijdens zo’n crisisperiode aan de zijlijn te blijven staan. Ja, dat had consequenties voor ons gezin. Tijdens de lockdown hebben wij niemand buiten onze eigen, kleine bubbel gezien.’
Omgaan met machteloosheid
Van Leynseele klinkt gedreven. Als iemand die bewogen wordt om het goede te doen en dat vanzelfsprekend vindt. Maar wat denkt ze ’s avonds als ze na een lange dag in het ziekenhuis thuiskomt? ‘Dan heb ik het moeilijk met de onzekerheden die de pandemie met zich meebrengt. Wat komt er nog op ons af? Hoe zal de herfstperiode verlopen? Hoe goed gaan de mensen de maatregelen blijven volgen? Die vragen spoken door mijn hoofd, maar ik heb ook geleerd om niet al te veel na te denken over wat nog komen moet. Ik bekijk het van dag op dag. Mijn focus is de pa tiënt die voor mij staat. Wat kan ik doen om hem/ haar zo goed mogelijk te helpen? Elke patiënt is anders. Er bestaat niet zoiets als één standaardbehandeling. Covid-19 is bovendien een nieuw virus waarvoor geen geneesmiddel bestaat. Het voelt vaak alsof je in het duister tast. Dat gevoel van machteloosheid is moeilijk om dragen. Zeker als je patiënten snel ziet achteruitgaan. Mij helpt het om in de tuin te werken. Ook mijn kinderen zijn een prima bliksemafleider.’ (lacht)
De grote corona-paradox: afstand bewaren om zorg te dragen voor onszelf en anderen.
Kinderen en corona Welke impact heeft de pandemie op de kinderen die je als arts ziet? ‘In het begin kon je hun angst voelen. Er waren zelfs kinderen die niet naar school durfden gaan. Bij oudere kinderen zagen we regelmatig hoe zwaar de isolatie op hen woog. In sommige gevallen leidde dat tot depressies. De laatste tijd zien we dat de angst voor het virus bij kinderen en hun ouders is weggeëbd. Vandaag leeft vooral de gedachte dat kinderen op een veilige manier naar school kunnen.’
Is Covid-19 schadelijk voor onze kleintjes? ‘We mogen alvast niet de denkfout maken dat kinderen kleine volwassenen zijn. Dat zijn ze niet. Hun lichaam en psyche reageren anders. Dat zie je ook bij dit virus. Heel zelden wordt een geïnfecteerd kind in het ziekenhuis opgenomen. Gebeurt het toch, dan klaart de infectie meestal vrij snel op. Als kinderarts wil je dus vooral de angst weg nemen en hen geruststellen. Dat doe je door hen te informeren en door eerlijk te blijven.’
Eenzaamheid in coronatijd
Wat haar vooral heeft geraakt, is de eenzaamheid die de pandemie heeft veroorzaakt. ‘Ik heb gezien hoe sommige alleenstaande moeders die net waren bevallen er helemaal alleen voor stonden. Ze kregen geen bezoek en als ze met hun baby thuiskwamen, konden ze niet op een netwerk terugvallen. Ik zag hoe zwaar de coronacrisis kan wegen op gezinnen met kinderen met een beperking. Door de lockdown gingen voorzieningen dicht en kwam de zorg volledig bij de ouders terecht. En dan waren er nog de patiënten die geen bezoek mochten ontvangen. Hoewel die maatregel medisch absoluut te verdedigen valt, heeft het iets onmenselijks.’ De grote corona-paradox. Afstand bewaren om zorg te dragen voor onszelf en anderen.
Zakt de moed haar niet in de schoenen? ‘Het vreselijke virus is nog steeds onder ons, maar je mag ook de positieve dingen niet vergeten. In vergelijking met de eerste golf zijn we nu beter voorbereid. We hebben meer ervaring. Er wordt veel meer getest waardoor we lokaler en gerichter kunnen handelen. En niet te vergeten: we beschikken over voldoende beschermingsmateriaal.’ Tegelijkertijd blijft ze ook realistisch. ‘Er zijn nog veel onzekerheden. Hoelang gaat dit duren? Niemand weet het. Laten we dus niet te veel vooruitkijken, maar de situatie dag per dag bekijken. Als arts moeten we ons uiterste best doen, maar we kunnen niet toveren. Dit is een verhaal van wij allemaal samen tegen een onzichtbare vijand. Hoe sterker we samen staan hoe sneller we het virus zullen verslaan.’