‘Zingen is ook luisteren’
Uitstel, geen afstel
Deze zomer had in Vlaanderen de zomer van de World Choir Games moeten worden, zeg maar de Olympische spelen voor koren. Ruim 23.000 zangers uit 74 landen zouden hier verzamelen voor dit grootse evenement. Een wereldwijde muzikale droom. Eentje die ook in veel Vlaamse koren gekoesterd werd. Tot het coronavirus opdook. Toch blijft artistiek leider Maarten Van Ingelgem positief: ‘Sing together, share happiness is ons motto. Volgend jaar zullen we dat nog veel bewuster beleven.’
Maarten Van Ingelgem, pianist, zanger en componist is ook leraar piano en compositie aan de muziekacademie van Dilbeek. Zijn pianoleerlingen hebben hem het afgelopen jaar moeten missen, want Van Ingelgem werkte als artistiek leider van de World Choir Games (WCG), de grootste koorwedstrijd ter wereld. Binnen de organisatie zagen ze de coronabui al snel hangen.
Van Ingelgem: ‘Een vijfduizend zangers zou uit China komen. In januari mochten er velen al niet meer repeteren. Het werd snel duidelijk dat dit nog onbekende virus verstrekkende gevolgen zou hebben. We hebben met de verschillende belanghebbenden – Koor&Stem, de organisatie die het koor leven in Vlaanderen stimuleert, de Vlaamse overheid die de WCG naar hier heeft gehaald, en Interkultur, de Duitse organisatie die het concept heeft bedacht – overlegd. Het was voor iedereen duidelijk dat dit evenement niet kon plaatsvinden deze zomer. Het risico voor de gezondheid, veiligheid en het welzijn van de koren, fans en de bevolking was te groot. Gelukkig is het uitstel geworden en geen afstel. We hebben beslist om het muziekfestival naar juli 2021 te verschuiven. Je moet weten: deze games zijn naar hier gehaald om Vlaanderen in de kijker te zetten met een positief verhaal. Veel buitenlandse deelnemers en hun supporters komen naar hier, logeren in hotels, eten hier, bezoeken steden, attracties, musea,… Ze blijven wat langer hangen na de koorwedstrijd en komen misschien nog wel terug om meer van Vlaanderen te ontdekken. Dat is een sterke stimulans voor de toeristische en de cultu rele sector. Die positieve vibe zullen we na deze crisis zeker kunnen gebruiken. Deze editie zou de grootste worden van de Word Choir Games ooit, met meer dan 500 ingeschreven koren. Al die mensen wil je niet teleurstellen.’
Sprint wordt marathon
Samen zingen kan nu dus even niet. Alle koren, die volop aan het repeteren waren, zien hun deadline met een jaar verschuiven. Het wordt – bijna letterlijk – een werk van lange adem. Hoe ga je daarmee om?
Van Ingelgem: ‘Inderdaad. De sprint is een marathon geworden. Maar wij zijn er zeker van dat dat jaar uitstel de komende editie sterker en positiever zal maken. De beleving zal nog intenser zijn. Dat voel je. Ik hoor van veel mensen dat ze in deze tijden het samen zingen en het samen zijn heel erg missen. Psychologisch is die vorm van verbondenheid heel waardevol. Als het straks weer mag, gaat dat zo fijn zijn… Ondertussen proberen we met de vzw Koor&Stem dat gemis voor een deel digitaal op te vangen. Onder het motto Zing in uw kotdelen we op de website filmpjes voor koorzangers, kinderen die graag zingen, dirigenten. Daarnaast zie je ook de virtuele koren opduiken, al is dat niet zo evident. Mensen kunnen hun stem individueel inzingen en dan wordt er een montage gemaakt. Dat is tof. Virtueel repeteren, dat is nog niet gelukt. Op dit moment bestaat er nog geen digitaal platform waar je geen last hebt van de vertraging. Uiteraard hopen we dat de toestand snel verbetert, zodat we straks weer echt samen kunnen zingen. Ondertussen delen we onze filmpjes om zangers te helpen om in vorm te blijven. Want zingen is heel fysiek, ook daar kan je op je adem trappen en is het dus belangrijk om te blijven trainen.’
Werk van lange adem
Ondertussen ben je al een kleine twee jaar bezig met de voorbereiding van het WCG. Daar komt nu nog een jaar bij. Dit wordt een werk van lange adem. Hoe gaat een mens daarmee om?
Van Ingelgem: ‘Natuurlijk bouw je op naar die spelen. Het is de grote apotheose. Zelf werk ik eraan mee omdat het beperkt is in de tijd. De voorbije twee jaar heb ik nauwelijks gecomponeerd en heel weinig tijd gehad om piano te spelen. Ik kijk ernaar uit om dat opnieuw te kunnen hervatten.’
‘Ik vind dat ik veel geluk heb. Zoals zoveel Vlamingen heb ik de enquête over corona van de Universteit van Antwerpen ingevuld. Ik durf het bijna niet te zeggen, maar als antwoord op de vraag Hoe heb je je gevoeld?, heb ik Gelukkiger dan anders aangekruist. Veel collega’s muzikanten zitten zonder werk, krijgen te maken met financiële onzekerheid,… Die druk heb ik gelukkig niet. Ik ben ook geen moment in een zwart gat gevallen. Het klopt wel dat de intensiteit van de organisatie nu veranderd is. Maar bij mij groeit net het gevoel dat die extra tijd ook een kans is om nog te sleutelen, om deze WCG nog beter te maken. De koorvlam, die net zoals de Olym pische fakkel rondreisde van concert naar concert, staat nu even op waakvlam. Tegen de lente van 2021 kan die weer op volle sterkte branden en doorgegeven worden om de dynamiek opnieuw aan te wakkeren. Er is perspectief. Straks kunnen we herademen.’
Net als componeren Dat geluksgevoel heeft misschien ook veel te maken met de veelzijdige invulling die jij kan geven aan je leven als muzikant: les geven, zelf spelen en zingen, componeren, het artistiek leider schap van deze World Choir Games. Hoe zijn ze daarvoor bij jou terecht gekomen?
‘We hebben iets om naar uit te kijken: de 11e editie van de World Choir Games zal heel intens worden.’
Van Ingelgem: ‘Dat heeft in eerste instantie natuurlijk met mijn muzikale bagage te maken. Ik studeerde piano bij Jan Michiels aan het conservatorium van Brussel en compositie bij Wim Henderickx aan het conversatorium van Antwerpen. Ik geef les aan de academies van Dilbeek en Aalst. Daarnaast ben ik gastdocent aan de LUCA School of Arts, het Lemmensinstituut in Leuven. Ik componeer en ik dirigeer De 2e adem, een kamerkoor voor hedendaagse muziek en ik heb jarenlang bas gezongen bij Aquarius, een koor voor hedendaagse muziek. Ik heb dus stevige wortels in het Vlaamse muziekleven. Wat zeker ook heeft meegespeeld is dat ik van jongsaf ben opgegroeid in het sociaal-cultureel leven. Mijn vader is organist. Bij recepties na concerten brachten we als kleine kinderen al toastjes rond. Zodra we konden lezen, was het onze taak om de programmaboekjes na te lezen. Daarna kwam ik bij Jeugd & Muziek terecht, waar ik de organisatorische kant van mezelf kon ontwikkelen. Het koorleven heb ik relatief laat ontdekt, toen ik al studeerde.
De combinatie van al die verschillende facetten heeft ervoor gezorgd dat ik uiteindelijk als artistiek leider van de WCG ben geselecteerd. Eigenlijk heeft deze functie veel overeenkomsten met componeren. Het heeft te maken met balans en evenwicht, met een spannings boog kunnen opbouwen en doortrekken, met een positieve boodschap kunnen formuleren en overbrengen. Een van de doelen is om meer mensen te laten zingen én luisteren. Het festivallied van Vlaams componist Kurt Bikkembergs heet niet toe vallig Listen. Zingen is óók luisteren. Tijdens deze quarantaine hebben we dat weer leren waarderen. Het is overal stiller dan anders. Je hoort de vogels fluiten. En straks kunnen we weer samen zingen. Nu het niet evident is, beseffen we pas hoe waardevol het is.’