Ontharden om te overleven
Enige tijd geleden schreef journaliste Ine Renson van De Standaard een artikel over de doelstelling van de Vlaamse Regering om tegen 2050 een vijfde van de actueel bebouwde landoppervlakte in het open ruimtegebied te ontharden. Het idee daarvoor is ingegeven door de hoge graad van verzegeling die we vandaag kennen. Voor de Rand ligt die verharding nog hoger dan de veertien procent in Vlaanderen.
Ontharding zou vier doelen realiseren. Er zou meer ruimte komen voor het insijpelen van regenwater waardoor verdroging vermindert en waardoor de grondwatervoorraad - ons drinkwater - beter wordt aangevuld. Er zou meer ruimte komen voor natuur, wat ten goede komt aan leefgemeenschappen en biodiversiteit. Het helpt de klimaatverandering tegengaan omdat het opwarmingseffect vermindert, want verharding warmt veel sneller op dan vegetatie. En het landschap zou er op ettelijke plaatsen mooier uit zien. Dat is allemaal niet zo moeilijk te verstaan.
Maar. Deskundigen ter zake, die in het artikel aan het woord komen, hebben er toch niet zo’n goed oog in. Gebouwen of wegen af- en uitbreken zit nu eenmaal niet direct in ons DNA, nietwaar. Bovendien zijn heel wat plaatsen die voor ontharding in aanmerking komen voorwerp van speculatie. Vroeg of laat hoopt de eigenaar ervan dat er wel appartementen of een groot huis mag op worden gebouwd... Dus, best maar even afwachten of het met die ontharding zo’n vaart zal lopen. Vlaamse Regering: geef de twijfelaars ongelijk en pak die zaak aan. Afspraak in 2050.