Vergeten
mensen
'Ik kom tot rust wanneer ik als vrijwilliger de daklozen in Vilvoorde kan helpen’, zegt Johan Gielen (51) uit Houtem. Rustig kan je Gielen zijn levensweg niet noemen. Zijn ouders vertrokken destijds als ontwikkelingshelpers naar Zaïre. Johan werd er geboren. ‘Op mijn veertiende ben ik naar een pleegmoeder in Sint-Agatha-Berchem gegaan waar ik opgroeide. Daarna liep ik school in Don Bosco in Woluwe en woonde ik in de pastorij van Melsbroek. Later verhuisde ik naar de Far West in Vilvoorde en woonde ik in Zellik om me uiteindelijk vijf jaar geleden met mijn echtgenote en onze twee kinderen in Houtem te vestigen.’ Het is zijn jeugd die Gielen maakte tot wie hij nu is. ‘Toen ik van Zaïre naar België kwam, voelde ik me hier ‘dakloos’. Ik miste mijn familie en op school werd ik niet geaccepteerd omdat ik ‘een Zaïrees’ was. Daar ligt de kiem van wat ik nu doe: daklozen helpen als vrijwilliger.’
Uit het niets
Tot voor drie jaar was Gielen OCMW-raadslid voor CD&V in Vilvoorde. ‘Nu ben ik geen raadslid meer, maar ik vind dat ik mij voor de medemens moet blijven inzetten. Daarom ga ik helpen bij de vzw Uit het Niets. De missie van die vzw is eenvoudig: een warm hart hebben voor kansarmen uit alle lagen van de bevolking en van welke leeftijd of cultuur dan ook. In de Frans Gelderstraat 21 ontvangen we overdag mensen die nergens een thuis hebben. Op woensdag en zaterdag delen we zo’n tachtig voedselpakketten uit en krijgen mensen gratis koffie en taart. Hier zie en voel je de armoede. Vilvoorde was vroeger een bloeiende industriestad met heel wat fabrieken; vandaag is er veel werkloosheid. Ik kom ook vaak met veel nieuwe mensen in contact. Ik kan je zeggen: de armoede neemt zeker niet af.’
Warmte zoeken
Achter alle armoedecijfers gaan mensen van vlees en bloed schuil en voor hen wil Gielen het verschil maken. ‘Ik was zelf thuisloos, nu wil ik iets terugdoen. Sinds drie jaar ga ik ook een nacht per week slapen in het gebouw aan de Harensesteenweg 105 in Vilvoorde. Daar wordt van 1 december tot 31 maart de winteropvang voor daklozen georganiseerd. Er kunnen acht tot tien daklozen slapen. Ze krijgen een warme maaltijd, een bed en ontbijt. De vzw’s Uit het Niets en Warmkracht zorgen voor voedselpakketten; de Marokkaanse gemeenschap zorgt elke week voor een couscousmaaltijd. ’s Ochtends trekken de daklozen opnieuw de straat op zodat onze vrijwilligers de volgende nacht kunnen voorbereiden. Daklozen zoeken dan naar een plaats om zich warm te houden. Op zondag is alles gesloten. Velen proberen tot aan de luchthaven te geraken om zich daar te verwarmen. Door de gebouwen van Uit het Niets open te stellen kunnen we dat tegengaan. Bij de vzw vind ook ik warmte. Mensen die niets hebben, zijn enorm dankbaar. Want als je niets hebt, heb je ook geen stress.’
Bomputten
Tot rust komt Gielen ook tijdens zijn wandelingen met zijn hond Mira. ‘Een Golden Retriever. Ik ga met haar heel graag wandelen hier even verderop in het bosje dat Natuurpunt onderhoudt. Ze noemen het hier ‘de bomputten van Houtem’. Het zijn kraters van een bombardement uit de Tweede Wereldoorlog. De putten zijn gebleven en vulden zich met water. Mijn hond gaat er graag in ploeteren. Houtem is voor mij het meest groene en mooiste deel van Vilvoorde. Dat moeten we koesteren.’