Velen weten van het bestaan af van de honingbij, maar dat er daarnaast driehonderdzestig soorten wilde bijen bestaan, is voor velen een verrassing. Toch hebben al wat geïnteresseerden tegenwoordig een bijenhotel in de tuin waarmee je probleemloos enkele soorten kunt verleiden om daar hun nest te maken. Verder blijven het toch redelijk onbekende beestjes.

Daar probeert Pieter Van Breugel verandering in te brengen met zijn Basisgids Wilde Bijen. Niet minder dan honderddrieëndertig soorten passeren de revue, waarvan uiteraard de hommels - ja dat zijn ook wilde bijen - misschien de bekendste groep vormen. De kennismaking met deze diertjes gebeurt op een bijzonder hartelijke manier. Je leert ze kennen zoals je ze in het veld kunt tegenkomen. Hun doen en laten wordt per familie beschreven in enkele aparte hoofdstukken en de representatieve soorten krijgen een individuele bespreking, aangevuld met veel foto's.

Zo krijg je een idee van de verscheidenheid van deze grote groep van de vliesvleugeligen, waar bijvoorbeeld ook de mieren en wespen toe behoren. Het is bijzonder boeiend het boek te doorbladeren om alle details te weten te komen. En als je buiten een bijtje hebt gezien, zal je zeker naar dit boek teruggrijpen in de hoop dat je de soort kan herkennen.

Dat zou kunnen tegenvallen, want de onderscheidende verschillen zijn dikwijls zeer subtiel. Zonder enige ervaring is het niet makkelijk om te weten waar je moet op letten. Maar oefening baart kunst en misschien helpt het internet jou in de zoektocht naar de naam van het beestje. Hoe dan ook: dit boek brengt de bijen tot in je huiskamer en dat gebeurt op een meer dan voortreffelijke manier.

 Basisgids Wilde Bijen van Pieter Van Breugel, 2019, KNNV Uitgeverij, 176 blz., 22,96 euro.