Sporen
van het leven
De Wilde had haar camera mee en maakte enkele portretfoto’s van hem. Ze maakte ook enkele foto’s in de woonvertrekken. ‘Toen ik later door alle foto’s bladerde, raakten de beelden van fragmenten van zijn woning mij meer dan de portretten. Die beelden zijn gekoppeld aan herinneringen uit mijn kindertijd. Zo lag er naast de telefoon met kiesschijf een briefje met de namen van alle kinderen, volgens leeftijd, in regelmatig gebibberd geschrift. Dat ordelijke tafereel zei zoveel over wie mijn grootvader was. Een poos later verhuisde mijn grootmoeder naar een woonzorgcentrum. Het moeten verlaten van je eigen plek, die je gedurende je hele leven hebt opgebouwd en vormgegeven, heeft een grote impact. Je verliest een deel van jezelf, en van je zingeving. In haar leeggemaakte huis fotografeerde ik de sporen van het leven. Zoals het behangpapier dat door het zonlicht is verbleekt, behalve waar de kaders hingen. Of het gebricoleer bij lichtschakelaars. Die foto’s laten veel ruimte over voor verbeelding, het doet je fantaseren over wat er is geweest.’
TAFEREEL WORDT PORTRET
Uit liefde voor haar grootouders, en bij uitbreiding voor hun generatie, begon De Wilde met het maken van haar reeks. Ze bezocht 90-plussers, die de Tweede Wereldoorlog bewust hebben meegemaakt. Deze generatie bouwde een leven op voor de consumptiemaatschappij haar intrede deed. Dikwijls hebben ze hun huizen zelf gebouwd. ‘Soms reed ik voorbij een huis en stopte ik om aan te bellen. Van de oorspronkelijke bewoners kreeg ik natuurlijk veel verhalen te horen. Zo vertelde Madeleine dat ze op haar veertiende haar moeder verloor en vanaf dat moment voor haar zusjes moest zorgen en het café openhouden. Theofiel was dan weer krijgsgevangene geweest in Duitsland, na een tocht vol ontberingen kwam hij er in een werkkamp terecht. Die mensen hebben echt andere tijden meegemaakt.’
In hun woningen komen vaak dezelfde elementen terug. Typisch ook voor deze generatie die de oorlog heeft meegemaakt, is dat ze niks weggooien. Alles dateert van voor de jaren 50: het servies, het behangpapier, de gordijnen, de vloertegels. De Wilde werkte met de natuurlijke, sobere lichtinval. Het zijn hedendaagse stillevens die een verleden tijd portretteren. Herkenbare maar verdwijnende taferelen van een uitgedunde generatie. De meesten van hen zijn intussen overleden, hun woningen met de grond gelijkgemaakt of door een jong gezin overgenomen.'
‘Het zijn taferelen die niet de moeite lijken om er bij stil te staan, tot je er een foto van ziet. Ze roepen bij iedereen herinneringen op aan ouders of grootouders. De herkenbaarheid ontroert. Het is zo’n contrast met de beelden van onze hippe, flitsende consumentenwereld waarmee we dagelijks worden overspoeld. Rondhangen in die vertrekken had zelfs een troostend effect op mij. De tijd leek er op een aangename manier stil te staan.’
10 MEI TOT 2 JUNI
Places of Home
Tine De Wilde
Wemmel, GC de Zandloper, 02 460 73 24