01 apr '19

Een puzzel
met veel stukjes 

7931
door Heidi Wauters
Een paar weken geleden in het nieuws: Brussel wil de snelwegen op zijn grondgebied omvormen tot stadsboulevards. Het plan zorgde voor gemor aan Vlaamse kant, waar gevreesd wordt dat de files zich zullen verplaatsen naar de Rand.

Zijn er maatregelen die Vlaanderen en Brussel samen kunnen nemen om de mobiliteit in de ruime regio rond de hoofdstad te verbeteren? We stelden de vraag aan Kobe Boussauw, professor ruimtelijke planning en mobiliteit aan de VUB. ‘De beslissing van Brussel om de E40 en A12 om te vormen tot stadsboulevards, moet je in een bredere evolutie zien’, zegt Boussauw. ‘Steden groeien, wat betekent dat ook de bevolking in de steden toeneemt. Om de levenskwaliteit van hun inwoners zo hoog mogelijk te houden, ontwikkelen steden een doortastender mobiliteitsbeleid. Auto’s ontmoedigen om de stad binnen te rijden, maakt daar deel van uit.’

KNOOP ONTWARREN

‘Het is belangrijk dat de randstedelijke gemeenten daarop anticiperen en mee nadenken hoe ze hun inwoners alternatieven kunnen aanbieden om in de stad te geraken. Dat zal wellicht minder vaak met de auto zijn. Wat zo bijzonder is aan Brussel, is dat dat onmiddellijk een politieke weerslag heeft, omdat het stedelijk gebied vooral op Brussels grondgebied ligt en het randstedelijk gebied vooral in Vlaanderen. Nochtans zie je in een stad als Gent een gelijkaardige evolutie.’ 

Hoe krijgen we de mobiliteit in en rond de hoofdstad uit de knoop? ‘Veel oplossingen kennen we, maar het blijkt niet zo eenvoudig om ze toe te passen’, zegt Boussauw. ‘Park & ride- voorzieningen, randparkings, tram- of metrolijnen die de Rand met Brussel verbinden, het gewestelijk expresnet (GEN),… zijn allemaal deeltjes van de oplossing.’

DE PUZZELSTUKJES

‘Het GEN is nog niet helemaal klaar, maar er zijn wel al meer voorstandstreinen, ze rijden frequenter en ze stoppen vaker dan vroeger.’ En dan is er ook nog het Brabantnet, het vervoersplan van de Lijn voor de provincie Vlaams-Brabant, waarin ook de aanleg van een reeks tramlijnen van, naar en rond Brussel vervat zit. ‘Op de plaatsen waar men die tramlijnen wil aanleggen, zal dat ook een deel van de knoop ontwarren. Dat is positief voor de mensen die toevallig daar wonen, maar voor de rest van de Rand is dat natuurlijk geen oplossing.’

Over de park & ride-voorzieningen is Boussauw duidelijk: ‘Die moeten op de best mogelijke locaties komen. Dat zal soms in  Vlaanderen zijn, soms op Brussels grondgebied. Als we kijken naar hoe de economie functioneert, dan is die gewestgrens rond Brussel toch vooral een bestuurlijke grens, maar wel eentje die de realiteit bijzonder complex maakt.’ 

Over de verbreding van de Ring heeft hij gemengde gevoelens. ‘Als je in een regio waar het economisch goed gaat een drukke weg met veel file gaat verbreden, zal die file er een aantal jaar later opnieuw staan. Dat noemen ze de wet van de permanente congestie. Als je de Ring verbreedt, zal dat onvermijdelijk meer verkeer aantrekken. Voor een deel ook verkeer dat er vandaag nog niet is. Tegelijk wordt er allicht meer autoverkeer aangetrokken naar op- en afritten, wat lokaal voor overlast kan zorgen. Wat een mogelijk positief effect kan zijn, is dat een deel van het sluipverkeer dat nu door woonwijken verloopt, zich opnieuw naar de Ring verplaatst.’

INSPIRATIE

Kunnen we inspiratie opdoen in het buitenland? ‘Oslo heeft een strak mobiliteitsbeleid. Ondanks het groeiende inwonersaantal, moet het aantal afgelegde autokilometers in de stad minstens status-quo blijven. Dat doen ze bijvoorbeeld door stadstol te heffen. Ook parkeren in de stad is een stuk duurder dan hier. Veel van die opbrengsten worden geïnvesteerd in het openbaar vervoer.’

‘Er zijn nog buitenlandse voorbeelden, maar vaak is de politieke situatie er minder complex. De meeste steden hebben bijvoorbeeld geen vier maatschappijen voor het openbaar vervoer op hun grondgebied rondrijden. Eén zaligmakende oplossing bestaat helaas niet. Het wordt allicht een puzzel met veel verschillende stukjes.’ 

Dat mobiliteit niet stopt aan de gewestgrenzen, beseffen ook de bevoegde ministers Ben Weyts (N-VA)(Vlaanderen) en Pascal Smet (SP.A) (Brussel). ‘Het overleg over de ticketintegratie tussen NMBS, MIVB, De Lijn en TEC in de GENzone, zit in een laatste fase’, bevestigen de beide kabinetten. ‘Ook bij de diverse tramprojecten en de aansluiting van de fietspaden en fietssnelwegen wordt nauw samengewerkt en overlegd. ‘Qua park & ride-voorzieningen lopen de visies wel uiteen’, zo bevestigt het kabinet van minister Weyts. ‘Waar Brussel kiest voor grote randparkings net vóór of over de grens, is Vlaanderen voorstander van goed uitgebouwde combiparkings over het hele grondgebied, om de mensen zo vroeg mogelijk te laten overstappen op het openbaar vervoer.’