01 feb '19

Grote harige
of kleine grillige

4359
door Tine Maenhout
Nee, je hoeft er geen meter voor in de lucht te springen. Je kan ze ook gewoon verzamelen en bestuderen. Met Johan Van Keer duiken we onder in de fascinerende wereld van de spinnen.

Spinnen in bokalen op de kast. Pronkstuk is de Velvet spider, geïmporteerd na een expeditie in Marokko. Johan Van Keer uit Kapelle-op-den-Bos bestudeert spinnen uit alle hoeken van de wereld. Het begon toen hij zeven was. Als jongetje was hij bang van vliegen. Wanneer hij een vlieg in een spinnenweb terecht zag komen, vond hij een bondgenoot in de spin van het bewuste web. Vanaf dan overwon hij zijn angst voor vliegen – die kan je immers in een spinnenweb jagen – en begon hij samen met zijn jongere broer spinnen en hun fantastische webben te bestuderen. Ze vingen spinnen en brachten ze groot. Samen ontwikkelden ze zich langzaam maar zeker tot spinnenspecialisten of arachnologen. Niet als beroep, wel gepassioneerd. 

ONEINDIG VEEL SOORTEN

Van Keer werkt samen met wetenschappers en universiteiten uit heel Europa en met Belgische organisaties als Natuurpunt. Samen gaan ze op expeditie en zoeken ze nieuwe spinnensoorten om te onderzoeken en te archiveren. Het onderzoeksdomein is oneindig. ‘Hoe meer je er van kent, hoe meer je beseft dat je er niks van kent’, zegt Van Keer. ‘Vandaag kennen we iets meer dan 47.000 soorten, maar we vermoeden dat er ongeveer 100.000 bestaan. Meer dan de helft van de soorten moeten we dus nog ontdekken. Zelfs in natuurgebieden in België vinden we nog geregeld zeldzame soorten. Soms is dit een argument om bepaalde gebieden te beschermen, maar we vernietigen nog altijd stukken natuur zonder goed te weten wat er leeft. Daar wil ik de mensen bewuster van maken. Zolang dat nog kan. Momenteel heeft België een goede reputatie op vlak van  arachnologie, maar er zijn niet veel jonge arachnologen meer. De toekomst van het spinnenonderzoek in België is onzeker.’ 

WETEN HOE JE ERMEE OMGAAT

‘Als ik een nieuwe soort ontdek, in een bos hier of in een woud in Zuid-Europa, dan kan ik die nieuwe soort een naam geven’, vertelt Van Keer. ‘Zo heb ik al een spin naar mijn moeder vernoemd. De volgende die ik op de spinnenkaart zet, vernoem ik naar mijn vriendin. Wanneer ik een nieuwe soort ontdek, beschrijf ik de spin, maak er tekeningen van en dien ik dat in bij een gespecialiseerd tijdschrift om de ontdekking kenbaar te maken. Ik ga niet per definitie op zoek naar spectaculaire, grote, harige spinnen, ik zoek heel graag naar de kleine spinnen die vaak heel grillige vormen hebben.’ In een lange kast in de gang van zijn appartement staan honderden bokalen met proefbuisjes waarin spinnen uit alle hoeken van de wereld in alcohol worden bewaard. 

Samen met collega’s arachnologen maakte Van Keer al vele reizen op zoek naar interessante spinnen. Soms wordt hij of zijn broer ook opgeroepen wanneer er pakweg in een kist bananen een spin wordt ontdekt. Onder geïmporteerde oldtimers vindt men ook wel eens een zwarte weduwe die dan bij Van Keer terecht komt. ‘Niet per definitie agressief’, zegt hij. ‘Je moet weten hoe ermee om te gaan.’ Dus haalt hij ze zonder veel zorgen in huis. En langzaamaan groeit zijn collectie. Alle dieren in de proefbuisjes zijn studiemateriaal, mogelijk nieuwe soorten waar Van Keer artikels over kan schrijven. 

BOEIEND GEDRAG

‘Het zijn fascinerende dieren. De diversiteit is oneindig en mooi. De vormen, de kleuren, de gedragingen. Hun manier van voortplanten is uniek in de dierenwereld. Het mannetje paart met het vrouwtje door een met sperma ‘geladen’ pedipalp in haar geslachtsopening te brengen. Dus, wanneer je in de herfst in huis een grote spin ziet rondlopen, is de kans groot dat het een mannetjesspin is op zoek naar een vrouwtje. Dat is toch leuk om weten, niet? Er valt zoveel over spinnen te ontdekken en uit te wisselen. En dan hebben we het nog niet over de diversiteit van spinnenwebben gehad. Dat zijn vaak ongelooflijke constructies en een inspiratiebron voor heel wat gerenommeerde architecten.’

 http://belgianspiders.be