Een scan van onze ruimte
De zogenaamde Bouwmeester Scan moet daar een antwoord op bieden. Dertig gemeenten tekenden in op deze ruimtelijke doorlichting van de Vlaamse Bouwmeester. In de (brede) Rand gaat het om Overijse, Huldenberg, Beersel en Halle.
Om te waken over een kwalitatief architectuurbeleid en de kwaliteit van de bebouwde ruimte in Vlaanderen, stelde de Vlaamse overheid in 1999 voor het eerst een Vlaams Bouwmeester aan. Ingenieur-architect Leo Van Broeck is sinds september 2016 de vierde Vlaams Bouwmeester van dienst. Zijn team ontwikkelde de Bouwmeester Scan om steden en gemeenten te helpen bij hun ruimtelijk beleid. ‘We helpen de gemeenten om de ruimte te plannen voor mens en natuur in een leefbaar klimaat’, verwoordt Leo Van Broeck het.
De gemeentebesturen konden zich tot februari 2018 kandidaat stellen. De eerste dertig kandidaten mogen zich de komende weken en maanden aan een bezoek van een team ruimtelijke experten verwachten. Ze lichten de gemeente door en leggen de ruimtelijke sterktes en zwaktes bloot. Met de gedetailleerde omgevingsanalyse in de hand, kunnen de gemeenten hun ruimtelijk beleid bijsturen.
NIEUWE STRUCTUURPLANNEN
De krachtlijnen van hoe we in de toekomst zullen leven en wonen, zijn gekend: woningen en nieuwe ontwikkelingen worden gebundeld langs mobiliteitsassen en in de bestaande kernen, de bestaande open ruimte wordt zo veel mogelijk gevrijwaard en de natuur gekoesterd. Maar wat betekent dat concreet voor elke gemeente en hoe pakken ze dat aan? ‘Dat zal elke gemeente voor zich moeten bepalen en vastleggen in het gemeentelijke ruimtelijke structuurplan. Het onze is zes jaar oud’, zegt burgemeester Hugo Vandaele (CD&V) van Beersel. ‘We stelden ons kandidaat voor de Bouwmeester Scan omdat de analyse als basis kan dienen voor ons nieuw structuurplan.’
Daar denkt schepen Marc Snoeck (SP.A) van Halle, bevoegd voor ruimtelijke ordening, net hetzelfde over. ‘De Bouwmeester Scan is een diagnose, een soort van eerste stap naar een Gemeentelijk Ruimtelijk Beleidsplan’, zegt hij. ‘Het kan dienen om bestaande Ruimtelijke Uitvoeringsplannen bij te sturen of nieuwe te ontwikkelen.’
‘GEEN WOLKENKRABBERS IN BEERSEL’
Hoe zien de gemeenten de ruimte in de Rand evolueren? Het nieuwe Vlaamse ruimtelijke beleid zal grote impact hebben, menen ze. ‘We zullen net als alle andere steden en gemeenten moeten verdichten. Dat zegt Ruimte Vlaanderen heel duidelijk’, weet de burgemeester van Beersel. ‘En om te verdichten zullen we in onze woonkernen in de hoogte moeten werken. Meer bouwlagen toestaan dus. Maar ik wil geen wolkenkrabbers in mijn gemeente. Beersel mag geen Zellik of Dilbeek worden. Hoe kunnen we dat vermijden? Misschien door gewoon te stoppen met woningen bij te bouwen. Vandaag telt Beersel 25.000 inwoners. We kunnen als beleid de grens trekken op 27.000 inwoners. Het gevolg daarvan is dat je dan een schaarste creëert en je de prijzen van de woningen de hoogte in jaagt. Vlabinvest en de huisvestingsmaatschappij Woonpunt kunnen wel wat weerwerk bieden, maar dat is vooral op de huurmarkt. Een druppel op een hete plaat. Het is een delicate en moeilijke evenwichtsoefening om je gemeente ruimtelijk leefbaar te houden. Dat geldt niet alleen in Beersel, maar in heel Vlaams-Brabant.’
MARC SNOECK, SCHEPEN HALLE:
‘De Bouwmeester Scan is een hulpmiddel bij nieuwe ruimtelijke stadsprojecten.’
Toch telt Beersel vandaag nog honderden onbebouwde kavels. ‘Vooral landelijk gelegen bouwgronden die niet op de markt worden gebracht’, zegt Vandaele. ‘Dure kavels, eigendom van mensen met geld die het niet meteen nodig hebben. Ze zien het als een belegging en zolang ze geen centen nodig hebben, blijven die kavels onbebouwd.’
FABRIEKSPANDEN EN VERKAVELINGEN
Er zijn ook andere alternatieven. Beersel en veel andere gemeenten in de Rand hebben leegstaande fabriekspanden en verkommerde loodsen waar niet veel mee gebeurt. Met wat creativiteit kunnen die omgevormd worden tot woningen. ‘Zoals de oude wolfabriek in Lot, waar een modern en eigentijds woonproject vorm kreeg. Dat gebeurt ook met de Molens van Ruisbroek en de oude brouwerij van Winderix in Dworp. Is dat voldoende om de vraag op te vangen? We voelen de constante druk van Brussel in onze nek.’
Die druk voelen ze ook aan de andere kant van Brussel, in Overijse. Schepen Jan De Broyer (N-VA) wil het groene karakter van Overijse veiligstellen en hoopt op de Bouwmeester Scan om daar inventieve oplossingen voor aan te reiken. Hij wil vooral het uitwaaieren van verkavelingen, zoals in Maleizen en Jezus-Eik, een halt toeroepen. ‘Vandaag leveren we nog altijd vergunningen af aan de verkavelingsprojecten in het groen’, zegt De Broyer. ‘Omdat we juridisch niet anders kunnen. Die verkavelingen werden in de jaren 1970 of zelfs vroeger uitgetekend en de eigenaars hebben het recht om te bouwen. Om deze ongebreidelde verkavelingen terug te schroeven, zou er een regeling van schadevergoedingen moeten komen. Met de deskundigen van de Bouwmeester Scan kunnen we bekijken waar uitbreiding en verdichting wel aangewezen is en waar niet.’
GROEN BEWAKEN
Verdichten in het centrum van Overijse? Als er ook daar maar voldoende groen blijft. Daar waakt de gemeente over. ‘Zopas hebben we nog ons voorkooprecht laten gelden. Een projectontwikkelaar wilde een woning en een achterliggend park kopen. De inwoners kennen het als Groot Huys. Om extra groen in het centrum te krijgen, hebben we dat zelf gekocht en komt er openbaar groen dat de verbinding maakt met het park van het woonzorgcentrum.’
Ook andere gemeenten in de Rand hebben concrete ruimtelijke plannen. Halle bouwt een nieuw stadsmagazijn omdat het oude aan de Suikerkaai tot op de draad versleten is. Het oude magazijn verdwijnt, maar de locatie is best wel interessant. ‘Op wandelafstand van het station, vlak naast de Zenne en de nieuwe Zuidbrug die door de Vlaamse Waterweg zal worden gebouwd’, schetst schepen Snoeck. ‘In het structuurplan staat het terrein ingekleurd als voorstadsparking en een deel is natuurgebied. Veel potentieel dus. Maar het komt erop aan een goede invulling te geven. We denken dat de Bouwmeester Scan ons daarvoor de nodige inzichten zal geven.’
ZIT BRUSSEL VOL?
Hoe lang de Rand de druk op de open ruimte kan weerstaan, hangt volgens Vandaele af van Brussel. De eeuwige haat-liefdeverhouding tussen de randgemeenten en het hoofdstedelijke gewest speelt – en misschien vooral – op ruimtelijk vlak. Vandaag telt het Brussels Hoofdstedelijk Gewest net geen 1,2 miljoen inwoners; volgens het Belgische statistiekbureau zijn er dat in 2030 al 1,274 miljoen en in 2050 1,381 miljoen. Bijna 200.000 mensen meer dan vandaag. ‘Als Brussel die extra inwoners op haar grondgebied kan houden, is er geen probleem om de Rand groen te houden’, zegt Vandaele. ‘Maar dan moet de stad zelf een comfortabel woonaanbod creëren dat groot genoeg is. Wonen in de stad heeft bovendien voordelen op vlak van mobiliteit. Dus ik verwacht meer inspanningen van Brussel als ze de hoofdstad van Europa wil zijn en blijven. Een ambitieuze titel voor een kleine stad als Brussel, ze is kleiner dan pakweg Marseille, Rijsel, Bordeaux of Lyon.’
Een performant net van openbaar vervoer naar satellietsteden kan de druk op de Rand enigszins verlichten, denkt Vandaele. ‘Maar hoe lang wordt er al niet gewerkt aan het Gewestelijk Expresnet? Een GEN-verbinding naar Nijvel, waar de mensen de trein nemen en 20 minuten later in het centrum van Brussel staan. Dat hebben we nodig, en snel.’