'We zijn allemaal
passanten'
Hoe zijn jullie kunnen worden wie jullie vandaag zijn?
Servellón: ‘Op mijn visitekaartje staat Directeur van het FeliXart Museum in Drogenbos, maar van opleiding ben ik kunstschilder. Een keuze die voor de hand lag. Als kleine jongen kon ik uren naar de covers van Europese stripverhalen kijken. Toen ik later als jongen van acht jaar tijdens een bezoek aan het Louvre schilderijen zag waarop bloedige strijdtaferelen uitgebeeld werden, was ik daar helemaal ondersteboven van. Het was alsof ze naar me schreeuwden: Kijk, oorlog is van alle tijden. Je mag niet vergeten dat ik op dat moment als jonge jongen uit El Salvador de gruwel van de burgeroorlog in mijn land had meegemaakt. De kracht van het beeld en het besef dat je je via beelden kan uitdrukken, had al op jonge leeftijd een enorme impact op mij en heeft mij in de richting van de beeldende kunsten gestuurd.’
KARL MEERSMAN: ‘Vrijheid en je medemens vrijheid geven, is een fundamentele waarde.’
Meersman: ‘Je uitdrukken via beeld is iets wat ik met de paplepel heb meegekregen. Ik herinner me hoe mijn grootvader, die kunstschilder was, op zondagvoormiddag al zijn kleinkinderen meenam naar zijn atelier, waar hij ons tekenles gaf. In de zomer trokken we met onze schilderezeltjes de weide in om de natuur te schilderen. Mijn vader en moeder hadden ook een artistieke achtergrond. Ze leerden elkaar kennen op de academie, waar hij vrije grafiek en zij schilderkunst studeerde. Zowel mijn grootvader als mijn vader waren allebei leidersfiguren. Zij liggen aan de basis van mijn afkeer voor autoriteit. Voor mij is vrijheid en je medemens vrijheid geven een fundamentele waarde.’
Is de relatie met je vader met de jaren geëvolueerd?
Meersman: ‘Pas de laatste vijftien jaar slagen we erin om met elkaar open gesprekken te voeren. Mijn vader werd in de grafische richting geduwd, terwijl hij eigenlijk literatuur wilde studeren. Met als gevolg dat hij met mijn moeder vele jaren een reclamebureau heeft gerund. Het is pas sinds hij met dat leven heeft gekapt en in de Ardennen is gaan wonen dat hij een bepaalde innerlijke rust heeft gevonden. Hij vult er zijn dagen met houthakken en Franse boeken lezen. Voor hem de perfecte combinatie die hem gelukkiger en toegankelijker maakt.’
Servellón: ‘Het doet me denken aan het strikte levenspatroon dat de schilder Felix De Boeck zichzelf oplegde. Zijn dagen bestonden uit acht uur fysieke arbeid, acht uur geestelijke arbeid en acht uur slapen. Hij was ervan overtuigd dat deze levenswijze het beste in een mens naar boven brengt.’
Is je afkeer van autoriteit de drijfveer waarom je van machtshebbers karikaturen bent gaan maken?
Meersman: ‘Afrekenen met mijn persoonlijk verleden zou geen goede drijfveer zijn. Ik ben vooral spotprenten gaan tekenen omdat ik iets aan de kaak wil stellen. Als je naar sommige machtshebbers kijkt, dan kan je niet anders dan vaststellen dat ze karikaturen van zichzelf zijn geworden. Ik wil ze een spiegel voorhouden. Politici praten vaak boven de hoofden van de mensen heen. Je kan het niet maken dat naast je neer te leggen. Naar mijn gevoel wordt er vandaag veel te veel kunst gemaakt die te vrijblijvend is. Geef mij maar kunst zoals die van Francis Alÿs of Sven ’t Jolle, die het over actuele onderwerpen als samenleven en milieu hebben.’
Hoe was het gesteld met het sociaal engagement van Felix De Boeck?
Servellón: ‘Hij was iemand die de wetmatigheden van zijn tijd in vraag stelde. Hij wilde op een andere manier leven en aan kunst doen. Dat merk je bijvoorbeeld aan de community die hij rond zijn boerderij creëerde. Het was een groep van kunstenaars die weigerden hun werken via galerijen te commercialiseren en zich via coöperatieven organiseerden. Ook in de keuzes die hij in zijn boomgaard maakte, merk je dat hij niet kwantiteit maar kwaliteit vooropzette. Hij koos er bewust voor om de hoogstammen niet te vervangen door de nieuwere, productievere laagstammen. Eigenlijk koos hij toen al voor wat wij vandaag ‘duurzaamheid’ en ‘levenskwaliteit’ zijn gaan noemen. In ons museum willen we ook dat facet van de kunstenaar laten zien. De context waarbinnen de kunstenaar werkt en leeft, vinden wij even belangrijk als zijn werken. Dat is ook de reden waarom de hoeve van Felix De Boeck, naast het museumgebouw, wordt gereconstrueerd.’
SERGIO SERVELLÓN: ‘Hoe groter je empathie, hoe makkelijker je zal kunnen omgaan met de eindigheid van je bestaan.’
Meersman: ‘De Boeck is eigenlijk een zeer actueel kunstenaar. Zijn keuze voor trager leven versus meegaan in de ratrace, zijn kritische visie op de commercialisering van kunst en zijn ideeën over artistieke coöperaties zijn stuk voor stuk thema’s die vandaag aan de orde zijn.’
Welke sleutelfiguren hebben tot nu toe de koers van jullie leven bepaald?
Meersman: ‘Ongetwijfeld mijn leerkracht poëzie. Het was een dame met Italiaanse roots die, net zoals de leraar poëzie in de film Dead Poets Society, iemand was die tegen het schoolse systeem durfde in te gaan en helemaal voor haar vak en leerlingen ging. Ze wist onze liefde voor poëzie zodanig aan te wakkeren dat we onszelf helemaal in de poëzie konden verliezen. Er was ook mijn leerkracht judo die me belangrijke waarden uit de oosterse filosofie meegaf. Judo betekent ‘de zachte weg’. De kunst bestaat erin je tegenstander uit te schakelen zonder hem te pijnigen. De combinatie van poëzie en judo is mijn versie van een gezonde geest in een gezond lichaam.’
Servellón: ‘Voor mij is Fred Bervoets een belangrijk rolmodel geweest. Hij was mijn leraar aan de academie in Antwerpen. Hij slaagde erin om zijn leerlingen helemaal in de schilderkunst onder te dompelen. Hij zei letterlijk: Kom, laten we naar onze duikboot afzakken. Wij gingen helemaal mee in die metafoor en noemden hem zelfs ‘Captain, my captain’, een verwijzing naar de film waarover Karl het zonet had. Ik kijk vandaag nog steeds naar hem als een echte meester die erin slaagde de authentieke schilder in ons naar boven te brengen. Hij was een en al overgave ten aanzien van zijn leerlingen, maar verwachtte diezelfde overgave ook van zijn leerlingen. Als je voor een bepaalde schilderstijl wilde gaan, dan verlangde hij dat je er helemaal voor ging. Die attitude is zonder twijfel bepalend geweest voor mijn leven.’
Leerkrachten die buiten de lijntjes durven kleuren hebben duidelijk indruk gemaakt. Hebben ze mee jullie kijk op de gekleurde samenleving van vandaag bepaald?
Servellón:‘Onze samenleving is altijd een amalgaam van allerlei culturen geweest. Een volk dat uit één etnische groep is gevormd, bestaat gewoonweg niet. We zijn allemaal passanten die ons in deze wereld voortbewegen. Dat maakt dat onze samenlevingen voortdurend veranderen. Gedurende bepaalde periodes zal men meer openstaan voor andere culturen; in andere tijden zal men ze eerder afwijzen. Ik ben ervan overtuigd dat we ons vandaag in een tijdperk bevinden waarin figuren zoals Trump een laatste krampachtige poging doen om de klok terug te draaien, maar het zal tevergeefs zijn.’
Meersman: ‘Ik denk dat we als samenleving nog geen antwoorden hebben gevonden op de uitdagingen die migratie met zich meebrengt. Het wordt wel stilaan tijd, want met de klimaatverandering zal de uitdaging alleen maar groter worden. Zelf ben ik voorstander van een samenleving waar je migratie verwelkomt, maar tegelijkertijd duidelijk maakt dat er bepaalde spelregels gerespecteerd moeten worden. Ik heb het dan over rechten die we door de jaren heen verworven hebben, zoals de scheiding van kerk en staat, vrije meningsuiting, de gelijkheid tussen man en vrouw en homorechten. Daar mag je niet aan tornen. Wanneer gaan we over dit soort onderwerpen eens echt durven debatteren?’
Denk je dat kunst ons kan helpen om met elkaar in een bepaalde harmonie samen te leven?
Servellón: ‘Ik geloof in de verbindende kracht van wiskunde en kunst. Wiskunde is een universele taal die overal ter wereld begrepen wordt en op de meest exacte manier de omgeving – zoals wij die ervaren – weet te beschrijven. Het is dankzij die taal dat wij op de maan zijn geraakt en dat we, als mensheid, grote stappen voorwaarts hebben kunnen zetten. Kunst daarentegen toont hoe we op onze omgeving reageren. In kunst mag alles. Kunst helpt ons om onszelf beter te begrijpen. Ook dat is een universeel gegeven. Kunst doet ons beseffen dat de menselijke problematiek niet gekoppeld is aan één land of cultuur. Kunst maakt ons dan ook meer mens. Wat wiskunde zo interessant maakt, is dat je niet anders kan dan bepaalde wetmatigheden te erkennen. Precies dat maakt dat je een gemeenschappelijk uitgangspunt hebt. Vandaag zijn we in een wereld terechtgekomen waarin we ervan overtuigd zijn dat dé waarheid niet bestaat en elkaars waarheden continu aanvallen. Dat houdt een gevaar in. Als je te veel gaat relativeren, neem je de ijkpunten waarop je samenleving is gebouwd weg en loop je het risico dat je fundamenten gaan wankelen.’
SERGIO SERVELLÓN: ‘Ik geloof in de verbindende kracht van wiskunde en kunst.’
Meersman: ‘Dat is een interessant standpunt dat me aan het denken zet. Voor mij bestaat dé waarheid niet. Zelf pleit ik er heel erg voor om met elkaar in debat te gaan en goede argumenten aan te reiken zodat we elkaars waarheid beter kunnen begrijpen. Dat wiskunde en wetenschap ons van andere diersoorten onderscheiden en ons inzichten bijbrengen in onze zoektocht naar kennis, kan ik beamen. Een goede vriend van me is professor wiskunde. Hij werkt mee aan de creatie van de supersnelle kwantumcomputer. Hij wijst me er regelmatig op dat de redding van onze planeet in de handen van wetenschappers en kunstenaars ligt. Een figuur die diezelfde gedachte belichaamt, is Leonardo da Vinci. Hij is het perfecte voorbeeld van hoe kunst en wetenschap elkaar kunnen versterken.’
Servellón: ‘Wetenschap kan ons ook het nodige perspectief brengen. Een voorbeeld. Als je weet dat de wetenschap heeft aangetoond dat het lichtspectrum dat wij als mens kunnen zien, maar een klein gedeelte is van het hele elektromagnetische spectrum dat er in de realiteit is, dan is dat toch een louterende gedachte. Het wil namelijk zeggen dat wij deel uitmaken van een realiteit die veel groter is dan onszelf. Het toont dat er naast ons zoveel andere realiteiten bestaan. Dat wij als mens in staat zijn om – niettegenstaande onze beperkingen – instrumenten te creëren die dat spectrum in kaart kunnen brengen, is geweldig.’
Wat heeft het leven jullie tot dusver geleerd?
Meersman: ‘Voor mij is innerlijke rust een belangrijk gegeven. Daartoe komen, houdt in dat je negatieve ervaringen uit het verleden achter je laat en jezelf leert kennen. Te vaak denken we dat het geluk bij anderen ligt en gaan we als een gekwetste vogel in het nest van een andere gekwetste vogel liggen. Ik denk dat je pas écht iets voor anderen kan betekenen als je in het reine bent met jezelf.’
KARL MEERSMAN: ‘Sommige machtshebbers zijn karikaturen van zichzelf geworden.’
Servellón: ‘Het verwerven van inzichten over jezelf en de wereld is essentieel. Het zijn die inzichten die ons vooruithelpen. Hetzelfde geldt voor kunst. Kunst is een traditie in gevoeligheid. Die traditie doorgeven aan de volgende generaties vind ik essentieel. Uiteindelijk zijn we hier allemaal passanten die deel uitmaken van een groter geheel waarvan we de grenzen samen kunnen verleggen door kennis te delen.’
Helpt de idee dat we als passanten kunnen bijdragen aan een groter geheel, ons om de eindigheid van ons leven te aanvaarden?
Meersman:‘Als je bedenkt dat je maar één van die zeven miljard mensen op deze aardbol bent, dan kan je toch niet anders dan de relativiteit van je eigen leven inzien. Dat verlangen om 80 of 100 jaar te worden, is aan mij niet besteed. Niet een lang leven, maar een leven dat je als waardevol ervaart, is belangrijk.’
Servellón: ‘Hoe groter je empathie, hoe makkelijker je zal kunnen omgaan met de eindigheid van je bestaan. Het doet je beseffen dat het echt niet alleen om jezelf draait.’
Meersman: ‘Eigenlijk is ‘passant’ een mooi woord om aan te geven dat we hier maar een korte tijd zijn.’ Servellón: ‘Je kan niet ontkennen dat de idee dat we hier maar even zijn en dan weer in het niets verdwijnen op zich een absurd gegeven is. Als je onze levensduur en die van onze planeet binnen een breder tijdsperspectief ziet, dan besef je hoe nietig alles is. Toch hoeft dit niet te betekenen dat het zinloos is. Onze tijd – hoe kort die ook is – kunnen we best zo nuttig mogelijk besteden. Al was het maar om het zo leefbaar en aangenaam mogelijk te houden.’
Met welk motto willen jullie het leven dat voor jullie ligt, voortzetten?
Servellón: ‘Ik hou van de uitspraak van Simon Stevijn, een wiskundige die in de 16e eeuw in Vlaanderen leefde: Wonder en is gheen wonder. We zijn in staat om zaken die we als vreemd ervaren of die ons angst inboezemen, te onderzoeken, te begrijpen en te overstijgen. Voor mij is dat de essentie van wat ons mens maakt.’
Meersman: ‘Ik zou het woord ‘evolutie’ naar voor willen schuiven. Daarmee bedoel ik ‘als mens in een snel veranderende wereld evolueren’. Zoiets als een persoonlijke renaissance. Voor mij betekent het jezelf opnieuw durven uitvinden en andere wegen durven inslaan. Het lijkt me een heilzame manier om verzuring of een burn-out voor te zijn.’
Sergio Servellón (1972)
- Directeur FeliXart Museum in Drogenbos.
- President Pasfoundation, een stichting die het mecenaat een nieuwe invulling wil geven.
- Opleiding: beeldende kunsten en cultuur management.
Karl Meersman (1961)
- Cartoonist.
- Werkt voor Trends en Knack.
- Bekend van zijn politieke karikaturen.
- Opgegroeid in een artistiek milieu.