Blijf weg van
de taalstrijd
De Nederlandse toparts Bert Bravenboer pendelt tussen zijn woonplek in Noord-Brabant en Wemmel, waar hij in de week resideert op een boogscheut van zijn werkplek, het UZ Jette. ‘Misschien niet comfortabel, maar voor een fijne baan heb ik veel over.’ Bravenboer werkte lang in Nederland als endocrinoloog. Na een omweg via Engeland ging hij aan de slag in het UZ Jette. ‘De verschillen zijn soms groot’, vertelt de Rotterdammer. ‘De gezondheidszorg bijvoorbeeld. In België is die heel klantgericht. Het persoonlijke nummer van de huisarts staat simpelweg in het adressenboekje van de patiënt. Nederlanders krijgen hun huisarts nooit rechtstreeks te pakken. De betrokkenheid is hier groter. Artsen gaan op huisbezoek. Bij specialisten merk je het verschil minder, maar de mogelijkheden zijn wel groter. En dan zijn er nog de cultuurverschillen en het taalgebruik. Meer nog dan het typische accent, is er de woordkeuze, de gezegden, de nomenclatuur.
GEEN GETOETER
‘Wat ik aardig vind, is dat Belgen zo bescheiden zijn. Ze staan niet op de voorgrond luidop te roepen wat ze ervan vinden. Hier wordt gekeken naar de competenties, los van je afkomst en verloopt alles harmonieus. Het is wat geven en nemen. Dat is aangenaam werken.’
Wat was je eerste indruk toen je in de Rand neerstreek? ‘Voor Wemmel woonde ik in Halle, waar het Vlaamse karakter van het stadje me opviel, ondanks de toenemende aantrekkingskracht op Franstalige inwijkelingen. Daarna verhuisde ik even naar Jette. Heel multicultureel. Een Armeense winkel naast een halal-slager en wat verderop een Turkse kleermaker, dat vind ik charmant. In Wemmel valt mij de deftigheid op, zoals de keurige tuintjes voor de huizen. En eigenlijk ook het behoorlijke percentage Franstaligen dat er woont. Maar Belgen zijn gezegend met hun meertalige kennis: Nederlands, Frans en vaak ook nog een aardig woordje Engels. Koester het, en blijf weg van de taalstrijd: dat is een boodschap die ik wil meegeven. Het uitstekende scholensysteem en dito ligging, in het hart van Europa, maken van de Belg de ideale burger van Europa.’
‘In Wemmel kan ik vooral genieten van het landelijke karakter en de groene plekjes waar ik na een drukke werkdag kan ontspannen. Het Beverbos is een uitstekend stukje groen om al joggend te onthaasten. Met de fietswegen in de regio is het pover gesteld, zeker richting stad waar koning auto amper rekening met je houdt. Dat is in Nederland anders. Daar is de fiets heilig.’
VULPEN EN MUZIEK
‘Ook klassieke muziek, van klassiek tot barok, brengt mij tot rust. En de vulpen, intussen al een jarenlange passie. Een prachtig schrijfinstrument vind ik dat. Mijn collectie bevat honderden exemplaren. Ik kan nog altijd intensief op zoek gaan naar specifieke modellen en volledige reeksen van bepaalde oude types verzamelen. In tijden waarin mensen enkel schrijven via het klavier of digitaal, heb ik nog altijd twee vulpennen op zak.’
‘Mettertijd heb ik in de regio een vriendenkring uitgebouwd, waarmee we vaak uit eten. Kleine, leuke adresjes in Wemmel, maar ook in de stad. Het intense genieten over alle leeftijden heen is overigens een typisch Belgisch gegeven. Het Bourgondische zit er echt wel in.’ Tot slot: ‘Wat me op sommige plekken opvalt, is de wildbloei van de Japanse duizendknoop. Deze evasieve exoot, die letterlijk zijn zaden afschiet, verwoest de omringende natuurlijke vegetatie. Ook in het Beverbos woekert hij genadeloos. Opletten dus. Als er niet snel wordt ingegrepen, dreigt hij door heel Wemmel heen te groeien.’