Natuur redt mens
Op de weelderig begroeide heuvelflanken zijn grote, rosse plekken zichtbaar, wat voor deze tijd van het jaar (juni) geen normaal beeld is. Wat blijkt?
Grote groepen kastanjebomen en steeneiken staan er troosteloos verdroogd bij. Morsdood. Een plaatselijke man vertelt dat de streek vorig jaar een droogte van tien maanden te verwerken kreeg, zonder één druppel regen. Zelfs de droogtebestendige steeneik is bezweken.
De economische gevolgen van het nieuwe klimaat zijn er niet naast. De kastanjecultuur is op sterven na dood; de infrastructuur is in onbruik. De mijnbouw is al langer opgedoekt vanwege niet rendabel door te kleine hoeveelheden ijzer, lood en zink. De moerbeibomen, die vorige eeuwen massaal werden aangeplant, staan er werkloos bij wegens het opdoeken van de niet rendabele zijderupsteelt. De skistations lagen er deze winter werkloos bij vanwege te warm en dus geen sneeuw om te skiën.
De jongeren trekken massaal naar de grote steden om er werk te vinden. De oudere generaties blijven ter plaatse en klampen zich vast aan de bescheiden druiven- en olijventeelt. De overheid neemt steeds meer initiatieven om de streek een nieuw toeristisch elan te geven. Ze investeert in projecten die de schitterende natuur wil tonen aan de geïnteresseerde mensen. Op dit ogenblik is het allemaal nog wat pril, maar de hoop is om binnen een aantal jaar mensen te overtuigen hier naartoe te komen om van de troeven van het Werelderfgoed van de Cévennes te proeven. Stel je voor, gaat de natuur de mens redden?