Familie-uitstap
Een klein half jaar geleden werd ons dochtertje Olga geboren. Het is een verrukkelijk kind. En als kersverse ouders wil je natuurlijk het allerbeste voor dat kleine patatje. Zoals familie-uitstapjes met geschikte verluiermogelijkheden organiseren. Het is bijna lente, en ik kijk er echt naar uit om onze dochter stad en streek te leren kennen. Weekendtripjes, naar het Atomium en Manneken Pis, maar - uiteraard - ook naar de Rand. Ik weet dat sommigen het er lastig mee hebben dat al die Brusselaars tijdens het weekend de Rand als ‘hun’ recreatiedomein komen beschouwen, maar dat is al eeuwen zo, vraag maar aan Everaard ’t Serclaes, of aan Pieter Bruegel. Of aan die duizenden sjieke dames en heren die - de enen in het lang en de anderen in het pak - met de calèche de afspanningen rond Brussel overspoelden om daar een maandproductie plattekaas en geuze weg te werken. Het had daar maar niet zo gezellig moeten zijn!
Een boterham met plattekaas en een demi geuze…, het goede leven kan simpel zijn. Ik sta op het punt om het opnieuw ten volle te ontdekken. Niet met de calèche, maar wel met de auto en de maxi-cosi. Of eventueel met één of andere vorm van openbaar vervoer, maar dat lijkt niet zo evident in de Rand, tijdens het weekend.
Waar te beginnen? Ik had wel zo een vermoeden dat familie-uitstapjes in de Rand zich niet meer beperkten tot het kasteel van Beersel, de Nationale Plantentuin van Meise of het Provinciaal Domein van Huizingen. Dat het aanbod zo groot ging zijn, wist ik ook niet. Ik ben gaan kijken op de website van toerisme Vlaams-Brabant, ‘ontdek de groene gordel’. De groene gordel, dat is eigenlijk gewoon de provincie Vlaams-Brabant, min het Hageland en de stad Leuven. Ik weet niet of die naam, die in 2000 door marketingjongens en -meisjes werd bedacht, zo gelukkig gekozen is. Als je de regio op de kaart bekijkt, lijkt de groene gordel helemaal niet op een groene gordel, eerder op een plas gemorste kervelsoep, met een witte vlek in het midden, het Brussels Gewest. Het geheel heeft niet echt een uitgesproken gemeenschappelijke identiteit. Niemand stelt zich voor als afkomstig ‘van de groene gordel’. Wel ‘van het Pajottenland’, ‘van de Druivenstreek’, enzovoort. De groene gordel omhelst gemeenten die zo verschillend zijn als Keerbergen en Herne, Oud-Heverlee en Affligem. Binnen de gordel heb je dan ook nog eens de Rand, de 19 gemeenten rond Brussel die de voorbije 20 jaar wel degelijk een eigen identiteit uitgebouwd hebben. Het maakt het er niet eenvoudiger op. Is het nu de Rand van de gordel of de gordel van de Rand? Of misschien het groene-gordelkoppelteken?
Maar goed, het ging dus eigenlijk over familie-uitstappen. Ik weet nu dat ik gedurende jaren elk weekend wel iets te doen ga hebben in de Rand. Kastelen, parken, bossen, watermolens, papiermolens, lemen huisjes, kerken, FeliXart Museum, het Afrikamuseum, Spaanse huizen, Engelse tuinen, Franse tuinen, rozentuinen, brouwerijen, speeltuinen, afspanningen, taveernen en vooral heel veel wandel- en fietstochten. Mijn favoriet is waarschijnlijk de fietstocht ‘vliegtuigen spotten’, een route rond de luchthaven van Zaventem, met als een van de interessantere stops de plek in het gehucht Lemmeke ‘waar in 1961 de zwaarste vliegtuigcrash uit de geschiedenis van Sabena gebeurde’, aldus de groene-gordelwebsite. Jaja, ook dat is de Rand. Ooit stapte Keizer Karel hier en daar van zijn paard, en ooit vielen hier vliegtuigen uit de lucht. En je kan dat allemaal herbeleven, gratis en voor niets. Waar wacht je op?