Meer treinen
in de Rand
Sinds december 2015 noemt de NMBS de treinverbindingen in een straal van 30 km rond Brussel het S-net. De S staat voor (voor)stedelijk, stad en suburbain in het Frans. Dit S-net bestaat momenteel uit twaalf voorstadlijnen, goed voor 143 stations en 700 treinen op een werkdag.
De NMBS-stations worden uitgebouwd tot knooppunten waar je in vele gevallen vlot zou moeten kunnen overstappen op metro, tram en bus. Naar analogie met de City Pass in Antwerpen en Gent bereiden de vervoersmaatschappijen in Brussel en de Rand een tariefintegratie voor.
De S-treinen rijden op het Gewestelijk ExpresNet (GEN). Een belangrijke mijlpaal was de opening in april 2016 van de Schuman-Josaphattunnel. Deze tunnel van 1.250 meter verbindt de spoorlijnen 161 (Brussel-Ottignies) en 26 (het oostelijk ringspoor rond Brussel dat Schaarbeek met Halle verbindt). Hierdoor werden enkele nieuwe treinverbindingen mogelijk, zoals een rechtstreekse trein tussen de luchthaven en de Europese wijk. De tunnel biedt ook een oplossing voor de capaciteitsproblemen waarmee het Brusselse spoorwegennet kampt.
DE LAATSTE ZWARE LOODJES
Hoe zit het met de aanleg van het GEN dat vijf spoorlijnen van en naar Brussel van twee op vier sporen wil brengen? De lijn Brussel-Halle was in december 1997 als eerste klaar. In december 2006 volgde Brussel-Leuven. Op de lijn 50A Brussel-Denderleeuw werden in 2016 twee nieuwe sporen in gebruik genomen en gingen de moderniseringswerken aan de twee bestaande van start. Eind 2018 zullen alle vier sporen operationeel zijn.
In Wallonië liggen de werken aan de lijnen 161 Brussel-Ottignies en 124 Brussel-Nijvel echter al een tweetal jaren stil door problemen met de financiering en de vergunningen. De werken aan lijn 161 zijn voor 90 procent klaar. Voor lijn 124 is dat slechts 30 procent. ‘We vermoeden dat de werken begin 2018 opnieuw kunnen starten. Eerst moeten de gewesten de onderhandelingen afronden over de verdeling van het extra miljard euro dat federaal minister voor Mobiliteit François Bellot (MR) heeft toegezegd’, zegt Fréderic Petit van Infrabel.
VAN TWEE NAAR VIER SPOREN
Met vier sporen op deze verbindingen kunnen de snelle IC-treinen en de voorstadtreinen gescheiden rijden. Dit biedt mogelijkheden om het treinaanbod uit te breiden. ‘Met de twee sporen tussen Leuven en Brussel was vroeger enkel één voorstadtrein per uur mogelijk. Door de uitbreiding is het nu op werkdagen mogelijk elk kwartier een snelle IC-trein te laten rijden en om het half uur een voorstadtrein. De vier sporen tussen Leuven en Brussel zijn ook essentieel om rechtstreekse treinen te kunnen inleggen tussen Leuven en de luchthaven’, zegt Guy Dierickx van de NMBS.
De vier sporen tussen Brussel en Halle zijn cruciaal voor de hogesnelheidstreinen naar Frankrijk en Groot-Brittannië en bieden sinds december 2006 ook de mogelijkheid om de S-treinen van Leuven naar Brussel om het half uur te verlengen tot ’s Gravenbrakel.
CONCREET
Op weekdagen rijden er op de lijn S4 Aalst-Vilvoorde vanaf 10 december de hele dag treinen tussen Merode (Etterbeek) en Vilvoorde (momenteel enkel tijdens piekuren). De treinen op de lijn S6 Aalst-Geraardsbergen-Schaarbeek en S5 Geraardsbergen-Brussel-Mechelen zullen de hele dag doorrijden tot respectievelijk Aalst en Edingen (nu stoppen ze tijdens daluren in Geraardsbergen en Halle).
Op zaterdag zullen de treinen op de lijn S1 Nijvel-Brussel-Vilvoorde-Antwerpen en S2 ’s Gravenbrakel-Halle-Brussel-Leuven om de 30 minuten rijden in plaats van om het uur. Op de lijn S5 zal tussen Edingen en Mechelen het hele weekend worden gereden waardoor de stations van Beersel en Huizingen voortaan ook op zaterdag en zondag een treinaanbod krijgen.
REAGEREN
Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels.