Elkaar
respecteren
Ik spreek met Roel Leemans in Linkebeek, in het huis van zijn overgrootvader. Linkebeek is een van de zes Vlaamse randgemeenten waar Franstaligen sinds 1963 faciliteiten krijgen. Leemans is van huis uit een overtuigde Vlaming en een geboren en getogen Linkebekenaar.
Hij engageert er zich als vrijwilliger in het Vlaamse gemeenschapscentrum de Moelie. Hij is directeur van Muntpunt in Brussel, de Nederlandstalige bibliotheek/ informatiehuis/ ontmoetingsplek/ venster op de stad (aldus de omschrijving op de website). Dat dubbele perspectief zal het gesprek kleuren.
TEGENSTELLINGEN NIET SCHERP STELLEN
De plaatselijke politiek ziet Leemans met lede ogen aan. ‘Dubbelzinnige wetten en politici met bovenlokale ambities verzieken de boel. In Wemmel en Drogenbos zie je dat mensen vooral willen stemmen voor een goede burgemeester die overal komt en de twee talen spreekt.’
‘Ook hier in Linkebeek zijn die communautaire kwesties nauwelijks een gespreksonderwerp, maar politiek worden de tegenstellingen zo scherp gesteld, dat de burgers toch weer stemmen volgens taalgroep. Ik vind dat de Vlaamse overheid kordaat mag zijn als het over taalwetgeving en respect voor gewestgrenzen gaat. Dat is op het politieke niveau, daarbuiten moet je anders met mensen omgaan: breng ze samen, verbind ze. Mijn Franstalige vrienden hebben geen andere interesses of visies dan ik. Laat discussies waar ze thuishoren.’
ONZE TROEVEN: ONDERWIJS EN CULTUUR
‘De bevolkingssamenstelling verandert. Er zijn meer tweetaligen en mensen met een migratieachtergrond. Franstalig of Nederlandstalig, voor hen speelt dat minder. Onze Nederlandstalige scholen bloeien opnieuw bij gratie van die anderstalige leerlingen. De ouders kiezen voor de kwaliteit van het Nederlandstalige onderwijs en voor de kansen op de Vlaamse arbeidsmarkt.’
‘Maar om de plaats van het Nederlands in de Rand te vrijwaren, zouden we die ouders bij de school moeten kunnen betrekken. Organiseer twee of drie keer per jaar ouderactiviteiten waarbij taal een rol speelt, in plaats van een keer per jaar een traditioneel schoolfeest met dansjes.’
‘We hebben een goede sociale mix nodig, en meertalige rolmodellen.’
‘Ook onze culturele infrastructuur is een troef. In de Moelie is iedereen welkom. Iedereen mag dingen doen en we willen zelfs helpen, op voorwaarde dat er ook in het Nederlands gecommuniceerd wordt. Je moet de lat ook niet te hoog leggen: als je mensen wil bereiken, moet je geen obstakels creëren waar mensen niet over willen of kunnen.’
‘Je moet niet denken dat je voor anderstaligen een ander aanbod moet creëren. In de Moelie wordt wel geregeld iets taalneutraal geprogrammeerd, iets waarbij taal minder belangrijk is. Muziek bijvoorbeeld overstijgt alle taalbarrières. Of waarom niet eens een theatervoorstelling simultaan vertalen?’
MEERTALIGE ROLMODELLEN
‘Wat Vincent Kompany nu doet, vind ik fantastisch: J’apprends le flamand avec Vincent. Kompany engageert zich gratis voor een campagne van Actiris. Die spoort werkzoekenden aan om zich in te schrijven voor de taalcursussen van de Brusselse tewerkstellingsdienst om zo hun kansen op de arbeidsmarkt te verhogen.’
‘Zo’n rolmodellen hebben we nodig: hij komt uit een Franstalig gezin, is in het Nederlands naar school gegaan en spreekt, nu hij voetbalt bij Manchester City, Engels alsof hij dat al heel zijn leven doet. Zo’n voorbeelden, die niet provoceren of polariseren, zouden we voor alle segmenten van de bevolking moeten kunnen vinden. Het is belangrijk dat mensen aangeven dat er voor hen een andere wereld is opengegaan door Nederlands te leren. En omgekeerd geldt hetzelfde: wij moeten zorgen dat we ook Frans kennen!’
SOCIALE MIX
‘Net als in de rest van de Vlaamse Rand zijn de huizen duur in Linkebeek. Het zou fijn zijn als Vlaamse jongeren er kunnen blijven wonen. Nog belangrijker vind ik dat er een goede sociale mix blijft. Maak van de streek geen Monaco of Monte Carlo, waar enkel nog mensen overblijven die bovengemiddeld verdienen. Dat is het failliet van een gemeente. Zorg dat het haalbaar en betaalbaar blijft voor een diverse groep uit alle lagen van de bevolking om hier te wonen.’
‘Met Brussel heb ik een haat-liefdeverhouding. Ik heb er gestudeerd en gewerkt, en op een bepaald moment was ik de stad beu. Omdat ze lang is blijven stilstaan en omdat ik me zo’n twintig jaar geleden vaak buiten gekeken voelde als Vlaming. Zes jaar geleden ben ik bewust opnieuw in Brussel gaan werken. We moeten nieuwsgieriger zijn.’
‘Sinds ik bij Muntpunt werk, heb ik de stad beter leren kennen. Niet de toeristische trekpleisters, maar de echte stad met al die prachtige initiatieven op sociaal en economisch vlak. Het is niet moeilijk om Brussel te omarmen, ook niet als Vlaming uit de Rand die altijd heeft moeten vechten voor een Vlaamse identiteit, die zich fel heeft afgezet tegen de annexatiedrang en die zich daar altijd zal tegen blijven verzetten.’
‘We moeten de dialoog durven aangaan, want het is niet omdat je die aangaat dat je op een bepaald moment het onderspit zou moeten delven of je identiteit zou moeten verloochenen. Ook Vlamingen onderling: of je nu een Vlaming uit de Rand bent of een Vlaamse Brusselaar (of een Nederlandstalige Brusselaar of een Brusselse Vlaming, want iedereen noemt zich anders, dat heb ik ook moeten leren), meestal kom je overeen. En af en toe leg je andere nuances.’
RESPECT
‘De Rand en Brussel moeten bekijken waar ze kunnen samenwerken. Soms moeten we wel samenwerken, maar verplicht het niet. Durf aanvaarden dat je soms een eigen pad moet bewandelen of een eigen richting moet uitgaan. Creëer win-winsituaties, heb respect voor elkaars identiteit en eigenheid. Dat mag ook Vlaanderen niet vergeten als het over Brussel en de Brusselse identiteit gaat. Zorg dat alle partijen dat respect en die meerwaarde zien en ik denk dat we heel snel naar elkaar toetrekken en elkaar uiteindelijk vinden. We moeten niet rond alles samenwerken en het over alles eens zijn, maar binnen afgebakende projecten is er volgens mij veel mogelijk.’
‘Ik geloof zelfs in een nieuw samenwerkingsmodel, over de gewestgrenzen heen. Linkebeek en Ukkel lijken onderling wellicht meer op elkaar dan Linkebeek en Drogenbos. De sociologische grenzen vallen niet altijd samen met de gewestgrenzen. Waarom dan niet samen dingen doen rond mobiliteit, veiligheid of kansarmoede? Voorwaarde is wel dat die samenwerkingsverbanden niet politiek misbruikt worden, dat het geen alibi is om te bewijzen dat Linkebeek bij Brussel hoort.’
‘Op het vlak van politieke strategie zijn de faciliteitengemeenten een wellicht blijvende herinnering aan hoe het vooral niet moet. Hou ze als voorbeeld in het achterhoofd van hoe iets kan foutlopen als je geen duidelijke politieke beslissingen neemt. Creëer geen regels die verschillende interpretaties open laten, dat veroorzaakt miserie. Voor de rest zie ik de zes het liefste opgaan in de bredere Rand. Ik hoop dat politici zich niet langer profileren ten koste van onze gemeenten.’
WIE IS ROEL LEEMANS?
• Geboren in Ukkel op 14 maart 1970
• Getogen in Linkebeek, waar hij nog steeds woont
• Engagement: Raad van Bestuur vzw ‘de Rand’ (2004-2008), programmeringscommissie GC de Moelie (2004- …)
• Algemeen directeur Muntpunt
REAGEREN
Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels.