Meer dan één bij
Het komt ongeveer hierop hierop neer: als het slecht gaat met de bijen, zit het ook niet goed met ons leefmilieu en loopt de mens het gevaar om op één of andere manier de pineut te worden. Bijvoorbeeld, als er te weinig bestuiving is geweest, zouden wij minder fruit en groenten eten.
Bij ‘bij’ denken we meteen aan de honingbij, de enige gedomesticeerde soort die de mens sinds oudsher beheerst om honing te kunnen oogsten. Maar in België alleen al bestaan er meer dan driehonderd zestig wilde bijensoorten, waarvan een dertigtal soorten hommels. Ja, hommels zijn in feite wilde bijen. Sociale bijen. Dat, in tegenstelling tot nog eens honderden andere wilde soorten die bijna allemaal alleen leven. Het zijn de solitaire bijen.
Sommige nestelen in insectenhotels, en nog meer ervan nestelen gewoon in de grond. Hoewel ze daar dikwijls in groep voorkomen, trekt elk wijfje toch apart haar plan om een nest te maken. Ze legt er haar eitje in nabij een hoopje stuifmeel zodat de uitkomende larve kan eten om volwassen te worden.
Misschien weet je het al, maar er is zopas een schitterende bijenveldgids verschenen. Heel erg mooi uitgegeven. Je leert er alle bijensoorten mee te benoemen. Als kennismaking met de wilde soorten kan dat tellen. De gids wordt waarschijnlijk hét bijenreferentiewerk voor de komende jaren. Aanschaffen die handel, denk ik dan, als de bijen je lief zijn.
Veldgids bijen voor Nederland en Vlaanderen, Steven Falk & Richard Lewington, 2017, Kosmos Uitgeverij, ISBN 978 90 2156 4371, 432 blz, 39,99 euro