01 mei '17

Mensen verleiden
voor onze gemeenschap 

14398
door Karla Goetvinck
‘Ik hoop dat een vast en duidelijk taalstatuut ons het zelfvertrouwen geeft om ons open en minder defensief op te stellen. Ik hoop dat we een duurzaam beleid voor de Rand kunnen uitbouwen en dat daar het nodige budget voor uitgetrokken wordt.’ Het is de droom van Dilbekenaar Jan De Craen.

Hoe denk jij dat de Vlaamse Rand er idealiter uitziet, zo over tien, twintig jaar? De volgende maanden laten we daarover mensen uit de Rand aan het woord. Niet enkel uit Nederlandstalige families die al generaties in de streek wonen, maar we zoeken wel meningen over de Rand uit de Rand zelf. Want alhoewel er op politiek niveau wel zoiets als een visie op de Rand bestaat, worden de krijtlijnen zowel op ambtelijk als op wetenschappelijk vlak tegenwoordig meestal elders uitgetekend. 

‘Dat was ooit anders’, getuigt Jan De Craen. Vijftig jaar geleden maakte hij deel uit van de werkgroep Westrand Brussel, een groep geëngageerde bewoners uit de Rand die ijverde voor een cultureel centrum in Dilbeek. In de groep: jonge Vlaamse intellectuelen, waarvan sommigen elkaar ook vonden in het Centrum Sociologisch Onderzoek van de Leuvense professor Frans Van Mechelen en later in de Studiegroep Mens en Ruimte.

Daar ontwikkelden ze het concept van de Groene Gordel rond Brussel. Bedoeling was om via een streng ruimtelijk beleid de stadsvlucht en de verfransing af te remmen. Toen Van Mechelen minister van Nederlandstalige cultuur werd, bouwde hij ook een cirkel van culturele centra rond Brussel, de zogenaamde Gordel van Smaragd, met als eerste twee centra Dilbeek en Strombeek. Twee verdedigingslinies als het ware om de taalgrens die in 1962 was vastgelegd te bewaken en de randgemeenten definitief in Vlaanderen te verankeren. 

GASTVRIJ

‘Dat beleid was toen nodig’, aldus De Craen. ‘In 1964 ijverden zes van de dertien gemeenteraadsleden voor de officiële tweetaligheid van Dilbeek. Vandaag, na de fusie en nu iedereen er stilaan in berust dat Dilbeek een deel van Vlaanderen is en zal blijven, zijn er nog maar vier van de vijfendertig raadsleden die dat achterhoedegevecht leveren. Onze strijd was niet voor niks en kwam op het juiste moment. Maar nu is het tijd om ons rustiger, zelfverzekerder, minder defensief en minder krampachtig op te stellen.’

‘We moeten structurele ondersteuning geven aan de vele initiatieven van onderuit.’

‘Ik hoop dat het taalstatuut van de Vlaamse Rand er over twintig jaar uitziet zoals nu, dat het Nederlandstalige karakter, ook van de faciliteitengemeenten, een evidentie blijft waarover geen discussie mogelijk is. Vandaag wonen er in de Rand meer dan honderd nationaliteiten en worden er geen twee maar tientallen talen gesproken. Een op vier inwoners is van buitenlandse origine. We mogen ons niet defensief opstellen tegenover die internationalisering. Integendeel, onze Vlaamse Gemeenschap moet zich zonder complexen en gastvrij openstellen. We moeten die inwijkelingen verleiden om Nederlands te leren en zich te integreren.’

‘Dat was trouwens ook de boodschap van de campagne Dilbeek, waar Vlamingen thuis zijn. ‘En hartelijk welkom aan de inwijkelingen die het Nederlandstalig karakter van deze gemeente eerbiedigen’, luidde de onderslogan, maar dat was natuurlijk veel te lang’, lacht De Craen.

‘We mogen onze nieuwe buren niet afschrikken. We moeten zelfbewust onze troeven uitspelen: ons degelijk onderwijs, onze sterke economie, onze culturele infrastructuur en ons verenigingsleven. Ik ben daarin optimistisch. Als Nederlandstalige gezinnen in Brussel op één generatie zijn verfranst, dan kan je nu op twee generaties tijd de mensen niet enkel verzoenen met het Nederlandstalige karakter van de Rand, maar hen ook actief integreren. Daartoe moet je, vanuit je eigen sterkte, een gemeenschap creëren waartoe ze echt willen behoren.’

GROEN

Het groene-gordelbeleid zou De Craen niet te snel laten varen. ‘We moeten misschien zelfs nog meer mikken op inbreiding en verdichting, en sommige woonuitbreidingsgebieden uit het gewestplan schrappen. Ik bewonder de ruimtelijke ordening in Nederland. Ondanks hun hoge bevolkingsdichtheid vind je nergens zoveel homogene natuurgebieden.’

‘Alleen al omwille van de gezinsverdunning zullen er zeker woongelegenheden moeten bijkomen, maar ik zou de open ruimte in de onmiddellijke Rand van Brussel toch sparen. De Groene Gordel blijft ook nu nog erg belangrijk.’

SAMENWERKING

‘Ik ben niet tegen overleg tussen Brussel en de Rand, integendeel, maar ik denk dat je dat beter projectmatig aanpakt’, aldus De Craen. ‘Doe het, maar geef het geen naam en institutionaliseer het niet. Namen als Metropolitane Gemeenschap, schrikken vele Vlamingen af. Dit wordt dan meteen politiek uitgespeeld.’

‘Sommige strategieën van Nederlandstalig Brussel zijn wellicht ook bij ons toepasbaar.’

‘Aan de andere kant kan het toch niet dat er plannen zijn voor drie grote shoppingscentra naast het meest verzadigde stuk snelweg van België en dat daarover niet of nauwelijks wordt overlegd.’ 

ALS IN BRUSSEL

‘Het is een illusie om te denken: we richten muren en grenzen op. Veel van de dingen die in de stad gebeuren, waaien over naar hier. Als het in Brussel regent, druppelt het in Dilbeek en de Rand. Dat is de sociologische realiteit. We kunnen daaruit leren. De strategieën om mensen op te vangen in de Vlaamse gemeenschap die men in Brussel heeft uitgeprobeerd, moeten wij hier ook beginnen toe te passen.

Gemeenschapsvorming is uiterst belangrijk, inclusief activiteiten die gericht zijn op andere nationaliteiten en geld voor een beleid om anderstaligen te betrekken die we niet, zoals elders in Vlaanderen via verplichte inburgering kunnen bereiken.

Want wie eerst een poos in Brussel heeft gewoond, moet geen inburgeringstraject in Vlaanderen meer doorlopen. Dat is logisch, maar anderzijds is het voor deze mensen nog moeilijker om te integreren. Nederlands is meestal hun derde taal. Eerst hebben ze Frans geleerd in Brussel, dan komen ze naar de Rand, waar Nederlands de voertaal is.

‘Als het in Brussel regent, druppelt het in de Rand.’

Ook in onderwijs moet veel geïnvesteerd worden. ’s Woensdags haal ik mijn kleinkinderen af aan de school. Die van mijn zoon zitten in de Sint-Lutgardisschool in Zuun: een magnifiek schooltje met sterk geëngageerde leerkrachten, waar een groot deel van de leerlingen anderstalig is. De extra uitdaging voor deze en andere scholen in de Rand roept om extra ondersteuning.’

MEER MIDDELEN

‘De Vlaamse Rand zou minstens evenveel middelen moeten hebben om integratie aan te pakken zoals een grote agglomeratie als Gent of zelfs Antwerpen. Volgens mij is de problematiek rond Brussel groter dan in Antwerpen. Daar worden ze nog geconfronteerd met een vrij homogene Nederlandstalige omgeving, hier veel minder.

Een nieuwe entiteit creëren om die middelen te verdelen, is moeilijk. We hebben de Randfederaties afgeschaft en de provincies gehalveerd. Dan een nieuw bestuurlijk niveau oprichten zou niet geaccepteerd worden. Je zou een vzw ‘de Rand’ in het kwadraat moeten creëren, met nog meer middelen. Geen streekbestuur, maar een fonds dat alle initiatieven, die de moeite waard zijn, in stand kan houden.

Het huidige systeem van impulssubsidies voor dergelijke initiatieven in de Rand is zeker goed maar eens de impuls is gegeven, wat doe je dan het jaar daarop? We willen toch niet wat nu in Molenbeek gebeurt? Dat deradicaliseringsambtenaren aangeworven worden en dat het jaar daarop de budgetten om dat te betalen, wegvallen. Zo’n steekvlampolitiek, dat willen we toch niet?

We moeten structurele ondersteuning geven aan de vele initiatieven die van onderuit groeien, en die eigenlijk allemaal in dezelfde richting gaan: we moeten gastvrij zijn, we moeten onze gemeenschap openstellen, zonder navelstaarderij, maar ook zonder onze identiteit te verloochenen.’


JAN DE CRAEN

  • Geboren in Mechelen op 18 mei 1943
  • In 1954, op 11-jarige leeftijd, naar Dilbeek verhuisd
  • Humaniora: Sint-Jan Berchmanscollege Brussel (1954-1960)
  • Licentiaat Klassieke Filologie aan de KUL (1960-1964)
  • Leraar Latijn en Grieks in Regina Caeli Dilbeek (1964 tot 2003)
  • Lid Werkgroep Westrand Brussel van 1966 tot 1970
  • Schepen in Dilbeek 1970-1982, 1988-1991, 1995-2000
  • Burgemeester van Dilbeek 1992-1994
  • Voorzitter vzw ‘de Rand’ 2010-2016

REAGEREN

Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels.