01 apr '17

'Kwaliteit wint altijd'

10289
door Patrick Gijssels
In de ruime winkel in Asse vind je kappersstoelen, pedicuretafels, shampoos en haarkleurmiddelen, prachtige rode rolkoffers met vakken en schuiven voor tangen en scharen. De barbierstoelen vliegen de deur uit, sinds de baard opnieuw het symbool is van de moderne man.

Sandra Van Goethem is filiaalverantwoordelijke, Amy Maertens haar assistente. Ze werken nog niet lang voor Pro-Duo, een internationale groothandel in kappersproducten, schoonheidsproducten en nagels. De oorspronkelijk Gentse onderneming is overgenomen door een Amerikaanse cosmeticareus.

‘Nu is Sandra store manager, dat klinkt veel chiquer, hé’, lacht Amy. ‘Sinds de overname zijn alle regels veranderd. En als je ze niet volgt, krijg je een blaam. Het is strenger nu, volgens het boekske, maar daarom niet slecht.’

Is het niet moeilijk om met die regels om te gaan als je vijftien jaar als zelfstandige kapster hebt gewerkt?
Sandra: ‘Daar heb ik geen enkel probleem mee. Als je werkt voor een baas weet je dat er regels zijn. Wil je dat niet, blijf dan zelfstandige. We werken in loondienst voor een onderneming die goed draait. Dat is een zekerheid die ik belangrijk vind. Ooit werkte ik in een klerenwinkel voor ‘een maatje meer’, en die ging plots failliet na een chaotische periode. Dat wil je niet meemaken.’

Wie zijn jullie concurrenten?
‘We hebben geen concurrenten,’ antwoorden ze samen.

Sandra: ‘Kappers hebben geen andere keuze dan bij ons te kopen. Er zijn gelijkaardige winkels in Lennik, Ninove en Aalst, maar die behoren tot dezelfde keten. Wij helpen hen en zij ons. Kappers maken hier in Asse 75% van onze klanten uit. De overige 25% zijn particulieren. Eventueel kunnen zij in grootwarenhuizen kopen, maar daar vinden ze de professionele producten niet die wij verkopen.’

Amy: ‘Wat Colruyt en Spar aanbieden, is van minder goede kwaliteit. Daarenboven zijn producten van grootwarenhuizen duurder.’

'Wie eens bij ons komt, komt terug bij ons.'

Sandra: ‘Dat klopt. Met een professionele shampoo gebruik je een hoeveelheid zo groot als een 20 centstuk. Een fles van Fructis of Panthène, die je in het grootwarenhuis koopt, lijkt goedkoper omdat de prijs lager is, maar je moet er driemaal zoveel van gebruiken. Daarenboven bevatten shampoos van grootwarenhuizen vaak siliconen die een laag leggen op het haar. Dat zorgt ervoor dat kleur niet ‘pakt’ en een permanente niet goed lukt. Wie shampoo in een grootwarenhuis koopt en eens bij ons komt, komt terug bij ons.’

Geen concurrentie en kwaliteitsproducten, wat zijn dan jullie grote uitdagingen?
Sandra: ‘Ik werk hier sinds begin februari 2017. Het filiaal was onbekend voor mij. De winkel in orde krijgen, is een grote uitdaging. Er is lang geen verantwoordelijke geweest. De district manager kwam wel langs, legde richtlijnen op, maar die werden niet gevolgd. Klanten zien het verschil. Het team van vier werknemers – allemaal vrouwen – sterker maken, is ook een uitdaging. Als je met een groep niet naar een bepaald punt werkt, loopt het niet vlot. Elke avond schrijven we de prioriteiten op die we het eerste uur van de volgende dag moeten aanpakken.’ 

Amy: ‘Nieuwe producten aan de man brengen met staaltjes en goede uitleg, dat is ook een uitdaging.’

Je zegt ‘aan de man brengen’, maar meestal is dat een vrouw, toch?
(Lachen hard) Sandra: ‘Eigenlijk niet waar. Het is ongeveer de helft. Ook omdat heel wat vrouwelijke kappers hun boodschappen laten doen door hun man (lachen). En omdat de mannenlijn ook belangrijk is. Op dit moment is de baard weer in de mode. Daardoor verkopen we ook meer baardshampoo, baardolie en ook barbierstoelen aan mannelijke kappers.’

Welke talen spreek je met je klanten?
Sandra: ‘Ik ben opgegroeid in Hamme, tussen Dendermonde en Sint-Niklaas en ik spreek geen Frans. Ongeveer 60% van de klanten is Nederlandstalig, 40% is Franstalig. Toch is de taal geen barrière. Bijna alle Franstaligen spreken Nederlands en doen echt hun best. Ik behelp mij. Mensen verstaan is nooit een probleem geweest voor mij, tenzij tijdens mijn kappersopleiding in Wevelgem. Daar verstond ik niemand! Mijn god, was dat een ramp!’

Ik verwachtte toch ook wat Engelstaligen, Duitsers, Italianen, Marokkanen?
Sandra: ‘We zijn geen bakkerij. De meeste klanten zijn kappers. Een Italiaans of Marokkaans kapsalon heb je niet in Asse of omgeving.’