01 apr '17

Die zondag in
het tuincentrum 

3141
door Dirk Volckaerts
Dirk Volckaerts was negen jaar hoofdredacteur van Brussel Deze Week. Momenteel werkt hij voor de Europese Commissie. Voor RandKrant schrijft hij afwisselend met Joris Hintjens, Fatima Ualgasi en Tom Serkeyn de column mijngedacht.

Adeimantos: O Socrates! Wat een verrassing. Ik had jou nooit op een zondag in een tuincentrum verwacht. En dan nog tussen de heesters!

Socrates: Adeimantos, goede vriend, tja wat kan een mens beter doen op een zondag dan naar een van de vele tuincentra in de Rand te gaan?

Adeimantos: Euh, een boterham met plattekaas gaan eten in de Oude Pruim? Naar het spaghettifestijn van Karate DodoKan? Een activiteit in een van de gemeenschapscentra? Of naar…

Socrates: … het was een retorische vraag, Adeimantos.

Adeimantos: Ah, ok. (pauze) Moest jij eigenlijk vandaag niet in jouw grot zijn, Socrates?

Socrates: Vergeet die grot. Ik heb iets véél beters gevonden (wuift triomfantelijk met beide armen in het rond): namelijk dit tuincentrum! Of eender welk ander tuincentrum, het doet er niet toe. Ik heb beslist dat ik er mijn nieuwe theorie op ga baseren. Ik noem het ‘de allegorie van de heestertuin’. Adeimantos: Nu maak je mij nieuwsgierig, o Socrates.

Socrates: Dat is nog altijd mijn baan, Adeimantos. Stel: je bindt hier iemand van bij de geboorte onbeweeglijk vast aan een paal in het midden van dit tuincentrum…

Adeimantos: Ja maar iemand zomaar vastbinden, dat mag tegenwoordig niet meer, Socrates. Zelfs niet als de staatssecretaris voor Asiel dat graag zou willen…

Socrates: … het is maar een voorbeeld, Adeimantos. Dus die persoon is vastgebonden en ziet al heel zijn leven lang alleen maar deze tafels met heesters, hortensia’s, rododendrons, azalea’s, syringen, jasmijn, Japanse sierkwee, noem maar op. Hij ziet ze groeien, bloeien, water krijgen via het automatische sproeisysteem, hij ruikt hun weeë geur als de namiddagzon op haar hoogst door de serreglazen priemt, en hij hoort ze praten: ‘De winkel sluit binnen vijftien minuten, gelieve u naar de kassa te begeven’, hij weet immers niet dat er zoiets als luidsprekers bestaat en denkt dat het de planten zijn die praten. Dit is de hem bekende wereld, dit is alles wat hij kent, dit is zijn enige realiteit. Volg je nog, Adeimantos?

Adeimantos: Jazeker, o Socrates.

Socrates: Wel, wat denk je wat er zou gebeuren als we die persoon van zijn boeien zouden bevrijden en hem de werkelijke wereld insturen? Hoe zou hij dit ervaren, denk je?

Adeimantos: Hij zou op de parkeerplaats terechtkomen, o Socrates, en erg schrikken!

‘De wereld is niets meer dan ons eigen tuincentrum.’

Socrates: Mijn gedacht, Adeimantos! Hij zou niet weten wat hem overkomt! Hij zou voor het eerst auto’s zien, die daarenboven kris-kras door elkaar staan en volgestouwd zijn met kamerplanten en kinderzitjes. Hij zou merken dat het de mensen zijn die praten en niet de planten. Hij zou van schrik de Alsembergsesteenweg oplopen en dan van nog grotere schrik helemaal tot in Halle, half overreden door een groep wielertoeristen uit Dilbeek en een bus van De Lijn met karateka’s op weg naar het spaghettifestijn van DodoKan. Hij zou instant gek worden van de ruimtelijke ordening van de Rand, van het verkeer, de dag- en nachtvluchten, de taalproblematiek, de broodautomaten, de elektronische ‘u-rijdt-50-dank-u’ en kartonnen ‘hier-nieuwe-aardappelen’-borden, de intercommunales en de politieke spelletjes en de demografische druk van het Brussels gewest, en van Radio 2 Vlaams-Brabant. Als de wiede-weerga zou hij smeken om weer op zijn veilige plaats vastgebonden te mogen worden, in de rustige zekerheid van de heesterafdeling van het tuincentrum, waar de hortensia’s, rododendrons, azalea’s, syringen, jasmijn en Japanse sierkwee bloeien.

Wel, mijn goede Adeimantos, zoals deze man denkt dat de heesterafdeling van het tuincentrum de échte wereld is, denken wij dat ook van de wereld waarin wij menen te leven. Maar de wereld is niets meer dan ons eigen tuincentrum in de Rand. Ziehier, in het kort, mijn allegorie van de heestertuin.

Adeimantos: Wow, Socrates, dat is toch weer geniaal. Maar wat doe je nu?

Socrates: Ik eet hier gewoon een stukje van deze overheerlijke plant, hoe heet-ie? De Conium maculatum.

Adeimantos: De gevlekte scheerling? Maar Socrates, dat is erg gifti…

Socrates: gbrfftssblb

Adeimantos: Oh nee… Niet nog eens. Hallo, met het antigifcentrum?