Hoe gezond is de Rand?
Met welke gezondheidsproblemen kampen de inwoners van de Rand? Wat zijn de risicofactoren? Hoe gezond of ongezond voelen ze zich? Onderzoekster Vicky Heylen van het steunpunt sociale planning van de provincie Vlaams-Brabant dook in de cijfers en bundelde haar bevindingen in het dossier Gezondheid in Vlaams-Brabant.
De cijfers laten grote verschillen zien naargelang de woonplaats. Wie in Vilvoorde of Machelen woont, heeft een gemiddelde lage levensverwachting: Vilvoorde 79,7 en Machelen 79,4 jaar. In Kraainem is dat 83,1, in Wezembeek-Oppem 82,7, in Tervuren 82,9 en in Sint-Genesius-Rode 82,5 jaar. Hoe is dit te verklaren? ‘De levensverwachting blijkt sterk afhankelijk van de socio-economische status’, stelt Heylen vast. ‘In gemeenten waar de inwoners gemiddeld genomen hoger opgeleid zijn, ligt de levensverwachting ook hoger.’
ZENNEVALLEI VERSUS ZUIDOOSTELIJKE GEMEENTEN
Dat hoeft volgens de onderzoekster niet te verbazen. ‘Enerzijds hangt een hogere scholing doorgaans samen met een hoger inkomen en een minder fysiek belastende baan. Anderzijds wordt van hoger geschoolden ook verwacht dat ze het belang van gezondheidsadviezen beter inschatten. In Leuven en de omliggende gemeenten blijkt een relatief groot deel van de inwoners een diploma hoger onderwijs te bezitten. Ook in de zuidoostrand ligt dit aandeel hoog. In het oosten van de provincie en in de gemeenten rond de Zennevallei ligt dit aan-deel dan weer relatief laag.’
Het aandeel hooggeschoolden in de Rand is het hoogst in Linkebeek, Sint-Genesius-Rode, Kraainem, Wezembeek-Oppem en Tervuren. Daar is meer dan 43% hooggeschoold. In Vilvoorde, Machelen, Sint-Pieters-Leeuw en Halle is dat tussen de 19,9 en 27,4%. Het mediaan inkomen van elke gemeente volgt deze trend, net als het aandeel inwoners dat een verhoogde tegemoetkoming in de ziekteverzekering krijgt. Deze verhoogde tegemoetkoming wordt automatisch toegekend aan mensen die een uitkering krijgen zoals een leefloon of verhoogde kinderbijslag. In grote lijnen betekent dit dat de inwoners van de oude industrie-as in de Zennevallei gemiddeld een lager inkomen hebben, vaker laagopgeleid zijn en meer gezondheidsrisico’s lopen.
OBESITAS BIJ KINDEREN
Het aantal sterfgevallen door hart- en vaatziekten varieert sterk. In Kraainem sterven er 205 mensen per 100.000 inwoners aan hart- en vaatziekten. In Drogenbos zijn er dat meer dan 340. Ook Vilvoorde, Linkebeek en Steenokkerzeel scoren hoog. Het wordt verontrustend als we deze cijfers vergelijken met het aandeel kinderen dat kampt met overgewicht of obesitas.
‘In het Vlaams Gewest wordt voor 16% van de leerlingen op medisch onderzoek een te hoog gewicht gemeten. In Vlaams-Brabant is dit aandeel met 14,6% iets lager. Toch zien we grote verschillen tussen de gemeenten onderling. De laagste percentages worden gemeten ten zuidoosten van Brussel waar amper één op de tien leerlingen een BMI heeft dat als te hoog beschouwd wordt. In de gemeenten rond de Zennevallei loopt dit aandeel op tot ongeveer één op de vijf onderzochte leerlingen.'
‘De kans is groot dat de kinderen met overgewicht over veertig jaar de volwassenen met hart- en vaatziekten worden.’
'Zowel binnenlands als buitenlands onderzoek stelden eerder vast dat er een omgekeerd evenredig verband bestaat tussen het hebben van overgewicht en het opleidingsniveau. Anders gezegd, hoe lager het opleidingsniveau, hoe hoger de kans op overgewicht.’
En omdat het over obesitas bij kinderen gaat, lijkt de gezondheidskloof tussen de ‘rijkere’ en ‘armere’ gemeenten niet meteen te dichten. ‘De kans is groot dat de kinderen met overgewicht over veertig jaar de volwassenen met hart- en vaatziekten worden. Er bestaat intergenerationele armoede, maar ook zoiets als intergenerationele gezondheidsarmoede. Als je als kind niet wordt geleerd om regelmatig naar de tandarts te gaan, gezond te eten en te bewegen, doe je dat ook niet als je volwassen bent.’
KANKER
Opvallend is dat Vilvoorde en Machelen ook meer sterfgevallen door kanker tellen dan de andere gemeenten in de Rand. Ook hier scoren de gemeenten in het zuidoosten van de Rand – Wezembeek-Oppem, Kraainem, Tervuren, Overijse, Sint-Genesius-Rode – het best met minder dan 225 sterfgevallen per 100.000 inwoners. In Vilvoorde en Machelen is dat cijfer hoger dan 280. Dat is evenveel als in Kapelle-op-den-Bos, waar de historische asbestvervuiling van de Eternitfabriek het hoge cijfer verklaart.
Bij hart- en vaatziekten is er een duidelijke link met een ongezonde levensstijl, bij kanker is dat niet zo. ‘Het is gissen naar de oorzaak’, zegt onderzoekster Heylen. ‘Ligt het aan de leefomgeving of de levensstijl? Is het genetisch? Is het omdat mensen minder snel een dokter bezoeken?’
GELUIDSHINDER EN FIJN STOF
In het dossier Gezondheid in Vlaams-Brabant neemt Heylen ook enkele omgevingsfactoren onder de loep, zoals geluidshinder en luchtvervuiling. Voor geluidshinder hanteert de Wereldgezondheidsorganisatie een grenswaarde van Lden 55dB. Lden staat voor Level day-evening-night en houdt er rekening mee dat geluid ‘s avonds en ‘s nachts meer hinder veroorzaakt dan overdag. Bij een Lden van 55dB veroorzaakt luchtverkeer hinder bij 27% van de betrokken inwoners. De luchthaven overschrijdt (in 2011) deze norm rond de aan- en uitvliegroutes boven Erps-Kwerps, Nossegem, Steenokkerzeel, Zaventem, Sint-Stevens-Woluwe, Kraainem, Wezembeek-Oppem, Sterrebeek, Diegem, Melsbroek, Kampenhout, Machelen en Vilvoorde, en ook boven Evere en Schaarbeek.
De norm voor geluidshinder en fijn stof van de Wereldgezondheidsorganisatie wordt in heel wat gemeenten in de Rand overschreden.
Hoe is het gesteld met de luchtvervuiling? Epidemiologische onderzoeken geven aan dat vooral fijn stof een negatief effect heeft op de gezondheid. Fijn stof bestaat uit deeltjes die een diameter hebben die kleiner is dan 10 microgram (μg). De Europese grenswaarde is 50 μg/m³. Deze norm mag volgens Europa maximaal 35 dagen per jaar overschreden worden. De Wereldgezondheidsorganisatie hanteert een veel striktere richtlijn van drie dagen. In de Rand wordt de grens van 50 μg/m³ op de meeste plaatsen 16 tot 20 dagen per jaar overschreden, maar in de buurt van de R0 stijgt dit naar waarden van 36 tot 50 dagen. Minstens twaalf keer zo hoog dus dan de norm van de Wereldgezondheidsorganisatie.
CULTUURVERSCHIL
Tot slot is er ook een verschil in hoe Nederlandstalige en Franstalige inwoners hun gezondheid ‘organiseren’. Elke ouder is verplicht om zijn of haar kind te laten vaccineren tegen polio. Terwijl Kind & Gezin in Oost-Brabant in bijna alle gemeenten meer dan 80% van de kinderen vaccineert, is dat in de Rand veel minder. In Kraainem, Wezem-beek-Oppem, Sint-Genesius-Rode, Linkebeek en Drogenbos zelfs minder van 50%.
‘Dat betekent niet dat de kinderen er niet ingeënt worden’, zegt Heylen. ‘De ouders richten zich vaker tot ONE, de Franstalige tegenhanger van Kind & Gezin, of tot hun huisarts of pedi-ater.’ Ook het aantal bezoeken aan de huisarts ligt in de Rand opvallend lager dan in het arrondissement Leuven. De inwoners gaan er vaker naar de (Franstalige) wijkgezondheidscentra in de Rand of Brussel.
Je kan het dossier Gezondheid in Vlaams-Brabant gratis aanvragen of downloaden via www.vlaamsbrabant.be/publicaties.
REAGEREN
Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels.