01 dec '14

‘Ik wist zelfs niet
dat je profvoetballer kon worden’

13632
door Joke Bellen
Tegenwoordig gaan ouders tot het uiterste om van hun zonen de nieuwe Kompany of Hazard te maken. De carrière van ex-doelman Geert De Vlieger daarentegen ontwikkelde zich haast en stoemelings. Nu observeert hij vanuit zijn actieradius Dendermonde-Vilvoorde-Anderlecht voetballend Vlaanderen.

Sinds de steile opmars van de Rode Duivels is ex-keeper Geert De Vlieger niet meer van het beeldscherm weg te slaan. Geen enkele voetbalactie ontsnapt aan zijn nuchtere analyse. Het zag er nochtans lang niet naar uit dat hij het in het voetbal zou maken.

‘Ik kom uit een familie die absoluut niet sportief is. Als kind speelde ik bij KV Sint-Gillis uit Dendermonde, een bescheiden ploegje in derde provinciale. Voor het plezier, ik wist zelfs niet dat je profvoetballer kon worden. Op een dag, ik was dertien, stonden er talentscouts van SK Beveren en Sporting Lokeren voor de deur. Toen ze vroegen of zoonlief in eerste klasse mocht komen spelen, wisten mijn ouders totaal niet waarover die mensen het hadden. Zowel ik als mijn ma en pa hadden zoiets van: bwa, dat hoeft niet, het is hier leuk, laat het maar zo.’

Een jaar later stond er nog meer volk aan de deur. Toen heeft de trainer van Sint-Gillis mijn ouders geadviseerd om mij toch die kans te geven. Zij stemden toe, op voorwaarde dat ik goede schoolresultaten zou blijven halen. Een jaar later had ik zelfs betere cijfers op school omdat mijn leven strikter georganiseerd was. Sindsdien hebben mijn ouders mij volop gesteund.’

JONGE VOETBALLERS MOETEN ZICH AMUSEREN

De Vlieger vindt het jammer dat niet alle ouders hun kinderen meer ademruimte bieden. ‘Vele ouders staren zich blind op de exuberante lonen van de stervoetballers. Ze pushen hun zoon in de hoop dat de hele familie er financieel beter van wordt. Dat is een groot misverstand: een doorsnee profvoetballer in de eerste klasse verdient niet meer dan een bediende. Na tien jaar voetballen in België kun je niet rentenieren. En ondertussen gaat je kind ten onder aan de druk.

Jonge voetballertjes moeten zich in de eerste plaats amuseren. Het zijn enkel de happy few die later met de hoge gages gaan lopen.’

Gezien de populariteit van de Rode Duivels verwacht De Vlieger dat de jeugdclubs zullen blijven bloeien, ondanks de verhoging van het lidgeld. ‘205 euro per jaar is een flinke hap uit een gezinsbudget, maar je krijgt er veel voor terug: een trainingspak en wedstrijdsokken, twee trainingen en een wedstrijd per week en een mooie accommodatie. Mijn zoon speelt bij KSK Lebbeke. Zoals vele ouders probeer ik de club te steunen. We moeten behoorlijk inventief zijn om alle kosten te dekken. Via eetfestijnen en voetbalstages zorgen we dat de club leeft. Die sociale functie is belangrijk voor zo’n kleine club.’

KUIEREN OP DE RAMBLAS

Op zijn voetbalcarrière blikt de ex-doelman met tevredenheid terug. ‘Ik ben er dan wel per toeval ingerold, ik ben fier op wat ik gepresteerd heb. Ik heb eruit gehaald wat erin zat. Mijn mooiste herinneringen heb ik aan het WK in 2002. Ik speelde in die periode bij Willem II en nadien bij Manchester City, maar op sportief vlak was dat WK het hoogste wat ik als international kon bereiken.’

‘Typisch aan zo’n voetbaltoernooi is: je komt overal, maar je ziet niks. Ik speelde drie keer in Barcelona, maar zag nooit de Ramblas. Het eerste wat ik na mijn profcarrière heb gedaan, is een ticket boeken en de Ramblas afwandelen.’

EX-SPORTER BLIJVEN

Op zijn veertigste hing De Vlieger zijn keepershandschoenen aan de haak en ging hij aan de slag als voetbalanalist. ‘Op een dag vroeg sportjournalist Bart Raes mij om voor VTM een match te becommentariëren. Zo begon mijn tweede carrière. Ondertussen had ik ook mijn trainersdiploma gehaald, maar ik had het even gehad met het strakke schema waarin je als voetballer of trainer vastzit. In die periode haalde Telenet een belangrijk voetbalcontract binnen. Sindsdien ben ik analist op de betaalzender Sporting Telenet en lever ik ook bijdragen voor VRT en Joe FM. Hoeveel matchen ik zie per week? ‘Véél, heel veel. Ik probeer ook al het voetbalnieuws voortdurend te volgen.’

Dit seizoen heeft de ex-doelman een eigen televisieprogramma. ‘Ik maak en presenteer Hoogvliegers op Sporting Telenet. Elke week hou ik een babbel van voetballer tot voetballer. In de eerste afleveringen zaten onder meer Thibaut Courtois, Bob Peeters en Olivier Deschacht. We draaien in documentaireachtige stijl en zoeken een atypische locatie op voor een goed gesprek.’

‘Door het succes van de Rode Duivels is de maatschappelijke relevantie van het voetbal gestegen. Rond het voetbal is een hele cultuur ontstaan.’

KEEPEN ALS COURTOIS

Zelfs wie een hekel heeft aan voetbal, kan zonder nadenken drie Belgische doelmannen opsommen: Pfaff, Preud’homme, Courtois. Dat is geen toeval volgens De Vlieger. ‘In België werd altijd veel aandacht geschonken aan de keepersopleiding. Zelf kom ik uit de school van Vic Behiels in Beveren. Hij was dé referentie op dat vlak.’

‘Training en opleiding zijn alles. Als je talent goed begeleidt en de nodige tools aanreikt, dan kun je er veel uithalen. Natuurlijk, het talent waarover we nu beschikken, met Thibaut Courtois, is ongezien. Geen enkele andere Belgische doelman kan zeggen dat hij op zijn tweeëntwintigste zoveel heeft bereikt. Internationaal is enkel de Duitser Neuer beter, maar dat is een kwestie van tijd. Neuer is wat ouder en heeft meer ervaring. Ik geloof sterk dat Courtois het niveau van Neuer binnen enkele jaren zal evenaren.’

‘De voetbalopleiding in het algemeen is enorm geprofessionaliseerd. Ikzelf heb nooit een topsportschool bezocht. Tot mijn achttiende ging ik gewoon naar het college in Dendermonde. Daarna begon ik aan hogere studies in Brussel, al heb ik die omwille van mijn profcarrière bij Beveren niet lang volgehouden. De omkadering vandaag is van een heel ander niveau. De huidige lichting voetballers is bijzonder getalenteerd. In elke sport zie je trouwens die golfbeweging. Kijk maar naar het Belgische tennis: tien jaar geleden waren Henin en Clijsters absolute toppers, die op hun beurt een impuls gaven aan de verdere professionalisering van hun sport.’

DE DUIVELS ZIJN OVERAL

‘Door het succes van de Rode Duivels is de maatschappelijke relevantie van het voetbal gestegen. Rond het voetbal is een hele cultuur ontstaan. Tegenwoordig staan onze stervoetballers niet alleen meer in sportbladen, je leest en ziet hun verhaal overal. Tijdens het WK trok zelfs mijn dochter met driekleurig beschilderd gezicht de stad in om te supporteren! Daarmee is eigenlijk alles gezegd.’ (lacht)

‘Dat sommige spelers duizelingwekkende bedragen incasseren, zal niet snel veranderen. Is dat ongezond? Misschien wel, maar het is nu eenmaal de wet van vraag en aanbod. Het heeft weinig zin om je daarin op te winden. Ik herhaal, het gaat hier om de happy few. Je kunt het vergelijken met de film- en theaterwereld. De meeste acteurs hebben geen nagel om aan hun gat te krabben, terwijl filmdiva’s als Angelina Jolie of Julia Roberts miljoenen dollars scheppen.’

RELAXEN IN RELEGEM

De Vlieger mag zijn stek in Relegem bij Asse dan wel geruild hebben voor Lebbeke, het blijft een van zijn favoriete plekjes. ‘Toen ik bij Anderlecht speelde, zocht ik een nieuwe woning dichtbij het stadion. Via Johan Boskamp, die er ook woonde, kwam ik in Relegem terecht. Het was er heerlijk. Mijn gezin en ik vonden er de rust die we nodig hadden.'

'Een groot deel van mijn sociale leven speelt zich nog steeds af in dat kleine dorp. Ik zit nog geregeld in Den Ouden Belg, het plaatselijke café, waar het goed toeven is. Relegem ligt in het centrum van mijn actieradius: tussen de opnamestudio’s van Vilvoorde, de grote voetbalstadions van Brussel en mijn thuis in Lebbeke. Van daaruit vertrek ik met mijn gezin of met vrienden vaak voor een fietstocht in de Rand.