01 feb '15

inzet voor
de Nederlandse taal en cultuur

11829
door Joke Bellen
De Nederlandse taal- en cultuurgemeenschap dienen, is het hoofddoel van de Marnixring. De serviceclub telt 1.500 leden, van Frans-Vlaanderen tot Zuid-Afrika. Jan Verleysen uit Dilbeek is de voorzitter. Hij groeide op in Brussel, waar hij het taalbewustzijn meekreeg.

Met een sympathiek Zet oech daal in authentiek Limburgs nodigt Jan Verleysen mij uit om te gaan zitten. Hij voegt er meteen de visie van de Marnixring aan toe. ‘Als ik spreek over Limburg, dan heb ik het over Limburg aan weerszijden van de Maas. Of je nu in Maastricht bent of in Riemst, de mensen spreken dezelfde taal, hebben dezelfde aard en identiteit. Het enige verschil is dat de ene werkt met een querty-klavier, de andere met een azerty.’

De Marnixring beschouwt de Nederlandstalige omgeving als een geheel over de landsgrenzen heen. ‘We zijn een internationale club, met leden in Duinkerke, Terneuzen, Maaseik, tot in Kaapstad toe. We focussen op hetgeen we gemeenschappelijk hebben, op wat we samen kunnen doen. Dit uitgangspunt loont. Onze organisatie groeit. We hebben bijna 1.500 leden in een zestigtal ringen. Ook aardig wat jongeren tonen interesse.’

MARNIX VAN SINT-ALDEGONDE

De club werd gesticht in 1968 en is genoemd naar Filips van Marnix van Sint-Aldegonde. ‘Een Brusselaar en een medestander van Willem van Oranje. Hij vertegenwoordigt perfect onze doelstellingen. Naast het verspreiden en behartigen van de Nederlandse taal en cultuur willen we ook solidariteit, verstandhouding en vrede bevorderen door het ideaal van dienstvaardigheid.’

Ook Verleysen is geboren en getogen in onze hoofdstad. ‘Ik ben een Nederlandstalige Brusselaar. Een deel van mijn familie komt uit het Noorden (Nederland). Ik ben opgegroeid met een sterk taalbewustzijn. Als kleine ketjes beleefden we alles aan den lijve: de schoolstrijd, het protest tegen de Eenheidswet van Gaston Eyskens. Die gebeurtenissen hebben mij gevormd. Als hoofdstedeling heb je veel kansen om een brede visie op de wereld te ontwikkelen.’

GEEN LOGE

Lid worden van de Marnixring doe je niet zomaar. ‘Je kan enkel gevraagd worden. Dat gebeurt meestal op ringniveau, dus in je eigen buurt. Omwille van de privacy stellen we de ledenlijst enkel beschikbaar aan de leden zelf. Maar we zijn geen loge, je kan je ook zelf kandidaat stellen. De Marnixring is een vereniging die inclusief is: we nodigen mensen uit om Nederlands te leren. Je mist immers veel als je de taal van je omgeving niet begrijpt. Voor wie Nederlands leert, gaat een nieuwe wereld open. Dat maakt een mens gelukkig.’

Verleysen wil nog een ander vooroordeel weerleggen. ‘We zijn geen club van enkel hoogopgeleide mensen. De nadruk ligt op dienstbaarheid en vriendschap. We zoeken mensen die zich, met hun kennen en kunnen, onbaatzuchtig inzetten voor onze doelstellingen, los van politieke, godsdienstige of ideologische voorkeur. Al houden we ervan dat onze leden een kritische geest hebben en hun mening durven uiten.’

POSTBODE MET DYSLEXIE

De Marnixring zet haar idealen om in concrete acties. ‘Onlangs organiseerden we onze vierde Humanitaire Olympiade. Tijdens dit vierjaarlijkse evenement behandelen we een maatschappelijk relevant onderwerp. Dit keer werkten we rond dyslexie en dyscalculie. De focus lag op de gevolgen van dysfuncties op de werkvloer en in het maatschappelijke leven, omdat daarvoor – in tegenstelling tot in het onderwijs – weinig aandacht is.'

'Zo’n 150 mensen namen deel aan het debat. Niet alleen professoren, maar ook een jongen uit de middelbare school en een postbode. Die laatste sprak over zijn dyslexie en de moeilijkheden die hij daarvan ondervindt in zijn werk. Spontaan, zonder een blad bij de hand, want een tekst aflezen kan hij minder goed. Onder de aanwezigen was Raymonda Verdyck, hoofd van het Vlaamse Gemeenschapsonderwijs. Ze vond onze invalshoek inspirerend.’

EREPENNINGEN

De Marnixring kent jaarlijks een erepenning toe aan mensen of organisaties die op een bijzondere manier hebben bijgedragen aan het in ere houden van de Nederlandse taal en cultuur. ‘In 2015 zetten we Cyriel Moeyaert in de bloemen. Deze 95-jarige priester is oud-voorzitter van het Komitee voor Frans-Vlaanderen, waar hij de Nederlandse taal- en cultuurontwikkeling steeds heeft gepromoot. Met succes overigens, want ook in de zuidelijkste Nederlanden is er momenteel een verhoogde belangstelling voor het Nederlands.’

‘We nodigen mensen uit om Nederlands te leren. Je mist immers veel als je de taal van je omgeving niet begrijpt.’

‘Laatst bezocht ik La bourse des langues in Duinkerke. Daar merk je dat de interesse voor het Nederlands niet alleen historische, maar ook economische redenen heeft. Frans-Vlaanderen kent een hoge werkloosheid. Tijdens een lezing stond een Franse arbeider recht. Fier vertelde hij dat hij zijn kinderen in het Nederlands had laten studeren en dat ze daardoor alle drie werk hadden gevonden.’

Een tweede erepenning leidt ons via Brussel en Dilbeek naar de hele Rand. ‘Heb je al gehoord van Rita Harnie? Zij was directrice van een lagere school in Sint-Agatha-Berchem. Zij wilde iets doen voor het Nederlandstalig onderwijs in Brussel. Volgens haar kan dat enkel als iedereen meedoet. Daarom ontwierp ze de affiche In het belang van uw kinderen spreken wij hier Nederlands. U toch ook? De affiche werd in de school opgehangen. Cartograaf Michiel Plaizier merkte dat op en nam er foto’s van die hij aan zijn medeleden van Marnixring Dilbeek toonde.'

'Met toestemming van Harnie werd de slogan op spandoeken afgebeeld en in de Dilbeekse scholen verspreid. Met succes. Niet veel later zag je de spandoeken van dit lokale ringproject in de hele Rand. Een mooi voorbeeld van dienstbaarheid, want de inzet van Plaizier was kosteloos. En Rita Harnie kreeg de Marnix-erepenning 2013 voor haar inspanningen.’ Er gebeurt dus heel wat op lokaal niveau. ‘Elke ring organiseert activiteiten: concerten, debatten, theatervoorstellingen. Met de opbrengst daarvan wordt geïnvesteerd in een project.’

NEDERLANDS GEEFT KANSEN

‘Wij geloven dat Nederlandstalig onderwijs kansen schept. Even terug naar de tijd van Simon Stevin. Stevin stelde vast dat zijn studenten moeite hadden met wetenschappen omdat het Latijn voor een extra hindernis zorgde. Daarom sprak hij over driehoek en niet over triangel. Het invoeren van begrijpelijke termen maakte kennis toegankelijk voor een groter publiek. Dit leidde uiteindelijk tot een economische heropbloei in de Lage Landen.'

'Tegenwoordig zie je een omgekeerde tendens. Aan universiteiten wordt in het Engels lesgegeven. Wanneer dit gebeurt door professoren die het Engels onvoldoende beheersen, dan heb je een daling van kwaliteit. Door het creëren van een forum waar plaats is voor debat brengt de Marnixring deze tendensen onder de aandacht. Begrijp me niet verkeerd: natuurlijk is het Engels de lingua franca van deze tijd. Wij wijzen het vreemde niet af, wij koesteren het eigene.’

TWEEHONDERD JAAR ORANJE

2015 wordt een bijzonder jaar voor de Marnixring. ‘Dit jaar bestaat het Cultureel Verdrag tussen Vlaanderen en Nederland twintig jaar. Bovendien is het exact tweehonderd jaar geleden dat het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden werd gesticht. Weet je dat Willem I een belangrijke rol heeft gespeeld in het overleven van het Nederlands in Vlaanderen? Samen met minister Van Maanen stichtte hij in Lier een kweekschool voor onderwijzers. Onder meer door hun inzet werd het Nederlands in Vlaanderen van de ondergang gevrijwaard.’