‘Ik probeer alles uit de realiteit te halen en zo weinig mogelijk te ensceneren. Liefst registreer ik gewoon wat er gebeurt, zo eerlijk mogelijk, zonder te manipuleren en zonder opsmuk. Ik werk bijvoorbeeld nooit met flits, enkel met het aanwezige licht.’

Voor Randkrant maakt Claessens portretten, landschappen en reportages. ‘Ik fotografeer graag Jan met de pet, la vie quotidienne, de gewone mensen. Zo naturel mogelijk.’

‘Wanneer ik op reportage word gestuurd om een open onderwerp in beeld te brengen – zoals pakweg ‘tewerkstelling’ of ‘de verhouding tussen stad en Rand’ – dan begint het werk vaak thuis al. Op de kaart zoek ik gepaste locaties, vervolgens ga ik rondrijden. Soms bel ik bij mensen thuis aan om te vragen of ik op hun dak mag kruipen, hopend op een perfect zicht. En dan is het wachten op het juiste moment om de foto te maken. Het licht en het weer zijn daarbij cruciaal. Soms ga ik wel vijf keer terug naar één plek tot de weersomstandigheden goed zitten.’

‘Het mooiste licht om te fotograferen vind je meestal ‘s morgens net voor zonsopgang en ’s avonds net voor zonsondergang. Naargelang het seizoen is het licht dan veel minder hard. De zon staat laag en dan heb je een mooi spel van licht en schaduw. Als je hartje zomer in volle zon mensen fotografeert, krijg je zware, storende schaduwen. Dat wil ik vermijden. Onweer geeft meestal ook heel knap licht, veroorzaakt door het contrast tussen de zon en de zware wolken. Onweer betekent dramatische, expressieve lucht.’

‘Goede foto’s leer je maken door te kijken. Kijken naar de wereld rondom je, maar ook kijken naar het werk van andere fotografen. Leer hoe hun foto’s in mekaar steken. Techniek is niet zo moeilijk om te leren; de basis toch niet. Licht is belangrijk, net als compositie. Je probeert structuur te brengen door je beeldelementen te ordenen. Met compositie schep je harmonie in de wanorde van het leven.’