Ondertussen in de Rand: Camping Wemmel – nummer 10
Vrijdagavond 16 uur. De school is uit. De naschoolse opvang is aan de gang. Verder niets te zien. Ik stuur een sms naar 6 andere ouders: ‘Nog niemand aan het wachten.’ Elk half uur volgt een nieuwe sms: ‘Grijze camionette met nummerplaat PPQ staat er terug, moeten we in het oog houden.’ Het is alsof we beland zijn in een stadsspel. Zien en proberen niet gezien te worden. Het is ons spel voor de komende dagen. Einddoel: bij de eerste 16 op de ‘lijst’ voor een plaatsje in de peuterklas belanden.
Zaterdag om 17 uur tovert iemand plots een blad tevoorschijn. Er volgt een sms: ‘Go go go, haast je naar Mater Dei.’ Op 10 minuten zijn 13 ouders ter plaatse. Ik ben nummer 10. Het kamperen is begonnen. Nog 40 uur te gaan. Iemand pakt een vuurkorf uit de koffer, een ander een bak bier. Matjes worden uitgerold in de scoutslokalen, terwijl twee mensen permanent de wacht houden op de speelplaats; voor het geval een nieuwe ouder zich aanmeldt.
We moeten vermijden dat twee lijsten parallel circuleren. Dan maar een deurwaarder aanstellen, en vooral: geen moment van het schooldomein wijken. We babbelen bij een vuurtje, lachen met de situatie. Het is best gezellig daar, onder het afdak, bij 4 graden. Totdat nummer 17 zich aanmeldt. ‘Sorry. Je bent te laat. Wil je op de wachtlijst staan?’ Het werkt bevreemdend om mee te beslissen over de toekomst van een ander kind. Teleurgestelde gezichten volgen. Nog een kleine dag te gaan.
Maandagochtend 8.30 uur. De poort gaat open. Tijd om de formaliteiten te vervullen. Een bewijs van inschrijving wordt triomfantelijk getoond. Ik neem euforisch aan het schouwspel deel, totdat ik de blikken aan de overkant van de tafel zie. Blijheid, droefheid, in één oogopslag. Het voelt niet goed. De fles champagne stond klaar. Ik denk dat ik ze maar in de koelkast laat staan…
Klik op de foto boven en daarna op het pijltje, rechts in de foto.