Ondertussen in de Rand: Een mens heeft wat modder nodig
In Wezembeek-Oppem staan heel wat grote bouwwerken op stapel. Je zou er haast bij vergeten dat er ook nog zoiets als noodzakelijke ademruimte bestaat. Holle wegen, gronden die braak blijven liggen, overschotjes bos... Het zijn niet alleen biotopen voor kleine insecten, ze zorgen ook voor een wat minder druk gevoel in het hoofd van de wandelaar.
Wat groen op wandelafstand - waar je ook woont - zou best bovenaan de agenda mogen. Zelf woon ik vlakbij de Sint-Pieterskerk en bij een stukje groen. Er is Het Warande parkje en aan de kerk, naast het domein van de Burbure, zijn er zelfs nog twee modderwegjes.
Tot voor kort wist ik niet dat ze ook een naam hebben. Nu staan er wegwijzers: Molenweg en Kapelanestraatje. ‘Vreemd dat ze plots een naam krijgen’, dacht ik en ook nog: ‘Twee naamborden zo vlak boven elkaar, is dat nodig? Lelijke verspilling van gemeenschapsgeld.’ Maar nog erger was mijn ontdekking dat de bomen halverwege het pad gemerkt zijn met een oranje stip. ‘Ze gaan jullie toch niet omhakken?’
De bomen zwegen stil. Dus stak ik mijn licht op bij de schepen van milieu.
‘De weg wordt verbreed, er komt een fietspad. En ook een ondergrondse leiding voor de afvoer van de beek. Maar de bomen blijven’, stelde ze mij gerust.
‘Waarom dan die oranje stippen?’
‘Inventarisering.’
Ik heb de bomen zelf geteld, want helemaal vertrouw ik het niet. Het is al jammer dat de modder vervangen zal worden door grind, asfalt of beton. Het zal er drukker worden. De rust van de aalscholvers op de vijvers van Dexia zal niet meer dezelfde zijn. Alsook de rust van de bewoners wiens tuin aan de wegjes grenst. Nu kunnen ze nog ongestoord hun rommeltje kwijt achter hun tuinhuis, wat toch een gemakje is.
En zelf zal ik de modder missen, en al de kleine insecten voor wie het fietspad een grafsteen zal zijn. En als ik straks één boom minder tel…
Karla Stoefs