27 aug '15

Samen sterk

3826
door Herman Dierickx
Twee maanden geleden was ik getuige van een interessant tafereel dat er als volgt aan toe ging. We zaten rustig van het mooie weer te genieten aan een natuurlijke tuinvijver, met heel wat bloeiende planten en veel vliegende insecten. De biodiversiteit was op peil, en dat is altijd leuk om zien.

Op een bepaald moment komt een wijfje van de bruinrode heidelibel aangevlogen, duidelijk van plan om eitjes af te zetten. Dat zie je doordat ze haar achterlijfspunt geregeld naar beneden slaat op of net boven het wateroppervlak. Daarbij legt ze telkens een eitje af dat in het water terechtkomt, zich daar kan ontwikkelen tot een larve en later verpopt tot een volwassen insect.

Dat was echter buiten verschillende mannetjes van het lantaarntje, een waterjuffer, gerekend. Die vlogen telkens naar de heidelibel om haar te beletten de eitjes af te zetten. Na herhaalde pogingen gaf ze het op en verdween ze uit het oog, waarna we het voorval vergaten.

Een kwartiertje later was ze er echter terug, onder het motto: ‘Ik ben er onze Louis even gaan bijhalen, dan zal het hier rap gedaan zijn met die lantaarntjes’. En inderdaad, deze keer had ze het mannetje meegebracht dat haar constant bewaakte en in het oog hield. De lantaarntjes ondernamen nog enkele schuchtere pogingen om haar te intimideren. Ze gaven het echter snel op, want tegen zo’n fors mannetje heidelibel kunnen ze het niet halen.

Het wijfje ging dus dapper door met eitjes af te zetten terwijl het mannetje geen meter van haar zijde week. En zo is de opdracht volbracht: het nageslacht voor volgend jaar is verzekerd.