Niveau Nederlands daalt in secundaire scholen
Vlaams parlementslid Jo De Ro (Open VLD), tevens schepen van Onderwijs in Vilvoorde, trekt aan de alarmbel en pleit voor meer ondersteuning zoals in Brussel, waar het Onderwijs Centrum Brussel (OCB) materiaal, nascholing en vorming aanbiedt. De Taskforce Onderwijs Vlaamse Rand komt binnenkort met conclusies en aanbevelingen naar buiten.
DRUK OP SCHOLEN
‘Vilvoorde vergroent (verjongd) in snel tempo en dat heeft zijn weerslag op ons onderwijs’, zegt De Ro. ‘26% van de inwoners in onze stad is jonger dan 18 jaar, en dat aantal neemt toe. Dat er capaciteitstekort is in de kleuter en lagere scholen is bekend. Vilvoorde en enkele randgemeenten kregen hiervoor trouwens extra middelen van de Vlaamse Regering. Maar nu – en dat is logisch want de kinderen groeien mee – wordt ook de druk op de secundaire scholen groot. Tegelijk neemt het aantal Nederlandstalige kinderen af. Minder dan de helft (46%) van de leerlingen in het kleuteronderwijs in Vilvoorde is Nederlands talig, in het secundair onderwijs is dat 64%.’
'Leerkrachten zijn de brandstof van ons onderwijs, maar dreigen in de Vlaamse Rand opgebrand te raken omdat er voor hen te weinig onder steuning is.'
‘Machelen, Sint-Pieters-Leeuw, Zaventem, Overijse en Dilbeek kennen een gelijkaardige evolutie. Er is een instroom van veel anderstalige kinderen en dat weegt op de leerkrachten. Zij zijn de brandstof van ons onderwijs, maar dreigen in de Vlaamse Rand opgebrand te raken omdat er voor hen te weinig onder steuning is. In Brussel is die ondersteuning er wel. De Centra voor Leerlingenbegeleiding (CLB) in de Rand echter zijn ondergefinancierd, onder meer omdat we geen erkende centrumstad hebben die extra middelen kan krijgen. Met zo’n erkenning zouden we vanuit Vilvoorde de hele Rand kunnen ondersteunen, onder meer door CLB’s meer armslag te geven, maar ook voor de aanpak van jeugdwerkloosheid zouden er dan meer middelen kunnen komen.’
LEREN VAN BRUSSEL
‘We moeten durven gebruikmaken van de expertise in de Brusselse scholen. Leerkrachten werden daar tien jaar geleden geconfronteerd met een toenemend aantal anderstalige leerlingen en spelen daar ondertussen goed op in. Het Onderwijs Centrum Brussel heeft een prima reputatie bij de leerkrachten in de onder steuning op de werkvloer en het ontwikkelen van lesmateriaal.’
Ook in de opleiding van leerkrachten moet er volgens De Ro iets veranderen. ‘Scholen krijgen vaak stagiaires over de vloer die nooit eerder met anderstalige kinderen werkten. Dat is niet meer van deze tijd. Tevens moet de begeleiding van anderstalige kinderen naast de schooluren beter worden aangepakt.’
DRUK OP LEERKRACHTEN
Kurt Meeus, algemeen directeur van de scholengroep Midden-Brabant van het Gemeenschapsonderwijs (GO!), pleit eveneens voor meer ondersteuning. De scholengroep Midden-Brabant verenigt GO!-scholen in onder andere Grimbergen, Vilvoorde, Machelen en Zaventem.
Meeus: ‘Wij zien het aantal anderstalige leerlingen toenemen, terwijl ook de kansarmoede fors toeneemt. In sommige scholen geven we leerlingen van de eerste graad, die zwak scoren op taal, extra uren Nederlands. Daar komen nog de onthaalklassen voor anderstalige nieuwkomers (OKAN) bij. Dat weegt op gemotiveerde leerkrachten die vaak op hun tandvlees zitten en zelf ook extra ondersteuning nodig hebben. Het huidige onderwijssysteem in de Rand blokkeert en schiet hier tekort. De Rand heeft te maken met een stedelijke problematiek die beter aangepakt moet worden.’