01 dec '16

'Blijf niet aan de zijlijn staan'

10021
door Ines Minten
In 2017 viert dierenrechtenorganisatie GAIA zijn 25e verjaardag. Een ideale gelegenheid om met voorzitter Michel Vandenbosch terug te blikken op verwezenlijkingen, obstakels en evoluties. En natuurlijk op zijn jonge jaren in Beersel.

Ik ben een onverbeterlijke optimist’, zegt Vandenbosch. ‘Met het ouder worden is mijn realiteitszin wel aangescherpt. De naïviteit uit mijn beginjaren ben ik kwijt, maar aan mijn idealen is niets veranderd: ik sta er nog altijd 100% achter. Die idealen gaan trouwens verder dan dierenrechten. In mijn wereld staat niet de mens centraal, maar de meest kwetsbare. Ik heb me altijd willen inzetten voor wie weerloos is, om zo te werken aan een rechtvaardigere samenleving. Zo’n strijd maakt je leven er niet gemakkelijker op, maar het geeft er wel zin aan. En dat vind ik waardevol. Ik ben er ook van overtuigd dat een samenleving waarin mensen de dieren respectvol behandelen, voor iedereen een betere, aangenamere, toffere en mooiere plek wordt om in te leven.’ Hij verwijst naar de joodse Nobelprijswinnaar voor de Vrede Elie Wiesel, die afgelopen zomer overleden is. Kies een kant, zei Wiesel. Een waardevol advies vindt Vandenbosch. ‘Welke kant het wordt, moet ieder voor zichzelf uitmaken, maar blijf vooral niet aan de zijlijn staan. Ik kies de kant van de kwetsbaren. Dat is in mijn ogen de juiste.

NIET VOOR SOFTIES

Na wat zoeken en twijfelen koos Vandenbosch als twintiger resoluut voor de dieren. Zij hadden nagenoeg geen stem in deze wereld en het was duidelijk dat ze er één konden gebruiken. Halfweg de jaren 80 stond hij mee aan de wieg van de antibontvereniging Bond Zonder Bont en ging hij aan de slag bij Veeweyde, de oudste organisatie voor dierenbescherming van ons land. Toen Veeweyde besloot om zich uitsluitend toe te leggen op de opvang van (ver- waarloosde) huisdieren, vond Vandenbosch dat onvoldoende. Samen met Ann De Greefrichtte hij in 1992 GAIA op. De organisatie verwierf snel naam en faam, vooral door de felle en opgemerkte acties. De successen bleven niet uit. De weerstand evenmin. ‘Voor GAIA er was, was opkomen voor dieren iets waar je misschien wel interesse voor kon hebben, maar de samenleving, en zeker de politiek en de media, namen het allerminst ernstig. Het was niets waar je je echt druk over hoorde te maken. Die perceptie hebben we met GAIA kunnen keren. Vandaag staan dierenwelzijn en dierenrechten maatschappelijk en politiek op de kaart.’

'Ik kies de kant van de kwetsbaren'

Geen strijd voor softies, zoals al eens wordt gedacht. ‘Onze acties zijn ons niet altijd in dank afgenomen. We hebben ervoor moeten knokken. Bij al wat we deden, lieten we niet alleen ons gevoel maar evenzeer ons verstand spreken. Ook daaraan danken we ons succes. Er zijn veel mensen die vol idealisme opkomen voor dierenen verwachten dat ze het in een weekje zullen klaren. Zo werkt het natuurlijk niet. Weet je, de samenleving zit ingewikkeld in elkaar. Je bent nooit de enige speler op het veld: er zijn allerlei krachten die elkaar tegenwerken en die allemaal een ander eigenbelang dienen. Eigenbelang dat teert op het jarenlang gebruiken, misbruiken, verbruiken en mishandelen van dieren werk je niet zonder slag of stoot weg. Daarvoor moet je knokken, en dat doe je niet in je eentje. GAIA heeft in de loop van de jaren een stevige achterban weten uit te bouwen. We hopen in 2017 de kaap van de 30.000 leden te overschrijden. Dat is niet niks. We beseffen heel goed dat het ons zonder die achterban niet zomaar gelukt was.’

VAN VOGELPIK TOT HANDDRUK

Afgelopen voorjaar publiceerde Vandenbosch een turf van een boek: De werken van GAIA. 30 jaar op de bres voor dieren en hun rechten. Het zit boordevol verhalen over alle muren waar de organisatie tegenaan is geknald en vervolgens overheen is geklauterd. Je herinnert je de beelden nog wel die GAIA in de jaren 90 vrijgaf van die kale, gewonde kippen in legbatterijen. De consument graaide nooit nog zomaar een doos eieren uit de rekken. Voortaan kende je het verschil tussen batterijeieren, scharreleieren en eieren van kippen met vrije uitloop. Actie na actie groeide het bewustzijn bij publiek en bedrijven. In 2012 kwam er in heel Europa een verbod op klassieke legbatterijen. ‘De zogenaamde verrijkte kooien, waarin een kip nog altijd nauwelijks meer dan een A4’tje ruimte heeft, mogen wel nog. Maar de laatste jaren verbinden meer en meer supermarktketens en producenten zich ertoe om niet langer producten te verkopen waarin eieren van zulke kooikippen zitten. Als een klant weet dat zijn supermarkt geen producten meer verkoopt waarvoor kippen onnoemelijk hebben geleden, doet hij zijn boodschappen met een positief gevoel. Bedrijfsleiders zien tegenwoordig in wat dat waard is.’

Het verbod op wilde dieren in circussen, de acties tegen pelsdierhouderijen (momenteel in Wallonië verboden, in Vlaanderen nog niet), het Europees verbod op de handel in op dieren geteste cosmetica, de afname van dierenmishandeling op veemarkten,… In het boek komen alle campagnes en acties aan bod. ‘GAIA geeft niet op. We bijten ons vast en gaan ermee door, wel altijd op een doordachte manier’, benadrukt hij. ‘Ik ben liever de gedreven hervormer dan de blinde beeldenstormer.’ Hij is dan ook heel tevreden dat GAIA zoveel in beweging heeft kunnen zetten en zoveel vormen van georganiseerde dierenmishandeling heeft kunnen stoppen. ‘Ik ben vooral ook blij dat de mentaliteit in de goede richting is verschoven. Begin jaren 90 was ik op de wrede straatpaardenkoersen van Sint-Eloois-Winkel publieke vijand nummer 1. Boven de deuren van de cafés hingen doodskisten met daarop in het groot ‘GAIA’; binnen speelden de klanten vogelpik op mijn foto.’ In 1995 zijn die straatpaardenkoersen verboden en vervangen door een vorm van stijlrijden, dat het welzijn van de dieren beter respecteert. ‘De organisatoren overleggen nu jaarlijks over wat ze willen doen en GAIA geeft advies. Op de laatste editie was ik zelfs uitgenodigd om het publiek toe te spreken. Zoiets was 25 jaar geleden ondenkbaar.’

TEMPERAMENT EN  GENEN

In 2013 kreeg Michel Vandenbosch een hersenbloeding. ‘Ik was les aan het geven’, herinnert hij zich. ‘Mijn knieën knikten en ik zakte in elkaar. Terwijl dat gebeurde, zag ik de klok: de wijzers wezen 5 voor 12 aan. Wat een symboliek! Maar goed, het is snel vrij goed gekomen. Helemaal de oude ben ik niet, want ik raak sneller vermoeid dan vroeger. Dan moet ik toegeven dat ik geen 25 meer ben. Het had allemaal veel erger gekund, dus ik klaag niet. Ik kan nog behoorlijk functioneren.’

'GAIA geeft niet op. Wij gaan door. Wel altijd op een doordachte manier.'

Op zijn lauweren rusten zal je Vandenbosch wellicht nooit zien doen. ‘Dat ligt niet in mijn temperament en mijn genen.’ Hij vertelt over zijn jeugd in Beersel, waar hij met zijn – bewust ongehuwde – moeder en zijn grootouders onder een dak woonde. In de Lotsestraat, tussen de kerk en het kasteel van Beersel. Dat kasteel was de plaats van menig avontuur. ‘Mijn vrienden en ik gingen er vaak spelen. Als kind heb ik er ooit mijn nicht vastgebonden op de foltertafel en ermee gedreigd haar echt te folteren. Gelukkig hield ze er geen trauma aan over’, lacht hij. ‘Ze wist vast dat het niet in mijn aard lag, maar dat verhaal wordt op familiefeesten nog wel eens opgerakeld.’ Natuurlijk had de jonge Vandenbosch het Suske en Wiske-album De schat van Beersel gelezen. ‘Net zoals Suske en Wiske daalden wij af in de vergeetput, op zoek naar de schat, die nergens te bekennen was.’ Logisch, legde hij hen uit, de striphelden hadden ze al meegenomen… ‘Ik heb echt een fantastische jeugd beleefd in Beersel.’

Ook de vastberadenheid waarmee hij altijd zijn idealen heeft gevolgd, zit hem in de genen, zegt hij. ‘Mijn familie is nooit uit Beersel weggeweest. De enige uitzondering was mijn grootmoeder. Toen zij jong was, trok haar vader een tijd over de grens naar Frankrijk, om een paar centiemen meer te verdienen. Omdat mijn grootmoeder geen Frans kende, werd ze gepest. Erg lang heeft dat niet geduurd, want la petite Flamande verweerde zich, als het moest zelfs letterlijk met slaande argumenten’, lacht hij. ‘Ook later was ze een vrouw waar je bij wijze van spreken een atoombom op kon gooien, nog krabbelde ze recht en ging ze door. Mijn hele familie bestond uit harde werkers, die rechtvaardigheid hoog in het vaandel droegen, maar die tegelijk het leven graag vierden en een en ander konden relativeren. Het is die mix die ook mij gemaakt heeft tot wie ik ben.’


www.gaia.be

REAGEREN

Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels.