Zeg dan niets
Ik geef toe: ook de volksverteller heeft een traantje weggepinkt bij al die mooie en soms vreemde sporten zoals bijvoorbeeld het schoonspringen van een wipplank van tien meter hoog en nog recht in het water terecht komen, of zo ook bijvoorbeeld bij de bronzen medaille van Sarah Chaâri. Nu ken ik niets van taekwondo, maar vond ik haar aardig zwaaien met die benen, en voor én na haar beslissende kamp zei ze op een heel aardse manier zinnige dingen. Gelukkig riep de commentator nog tijdens de uitzending dat ze gewonnen had, anders was ik nu nog aan het supporteren.
‘Dit doet pijn’, was als uitspraak een goede tweede. Zeker in het Belgische kamp, waar er naar het einde toe blijkbaar op de vierde plaats werd gemikt. Ik heb genoten van de Belgian Cats, van hun basket, hun vechtlust, hun veerkracht, vooral in die match dat ze zo goed konden tellen, maar in een verre echo hoorde ik in mijn oorschelpen ook mijn vroegere basketcoach brullen ‘Afmaken, die zaak’. Of: ‘Kill that guy’, in een moment dat hij dacht dat niemand in de zaal zijn Engels zou verstaan. Mijn ploeg eindigde ook vaak op de vierde plaats.
De vragen van de sportjournalisten inspireerden de atleten ongetwijfeld tot dergelijke gevleugelde clichéantwoorden, alsof het een geheim complot was. (fluisterend) ‘Zullen we eens origineel uit de hoek komen en een keer vragen hoe hij of zij zich voelt na zo’n bovenmenselijke inspanning? Zo spraken de journalisten collectief af. Hihi. Maar zeg nu zelf: als je na vier jaar zwoegen op wedstrijd en training, en net nadat je je hersenen en spieren te pletter hebt gelopen, gezwommen of gesprongen in een Olympische inspanning voor de tiende keer de vraag krijgt ‘Wat voel je nu?’, geloof me, dan heb je zin om niets te zeggen. En toch zegt iedereen ‘Ik heb er geen woorden voor’. Maar als je er geen woorden voor hebt, waarom zeg je dan iets? Zeg dan niets.