Ode aan de alledaagse zwarte vreugde
When We See Us was voor het eerst te zien in het Zeitz Museum of Contemporary Art Africa (MOCAA) in Kaapstad. In Bozar staat de ambitieuze expo onder de hoge bescherming van koningin Mathilde, die ook al langsliep in Zuid-Afrika tijdens het Belgische staatsbezoek in 2023. Dhlakama kan zich die passage nog levendig herinneren. ‘Samen met hoofdcurator Koyo Kouoh mocht ik het koningspaar rondleiden. We hadden maar een halfuurtje, maar omdat ze van kunst houden – ik begrijp dat jullie koning zelf schildert – zijn ze iets langer gebleven. Omdat onze werelden historisch verstrengeld zijn, was het interessant om stil te staan bij enkele Congolese kunstenaars.’
De alledaagse dag
Sociaal-politieke aspecten en kolonialisme komen aan bod, maar de expo focust er niet op. ‘We willen niet wegkijken van het verleden, wel een alternatief narratief bieden over blackness. Het witte perspectief en het zwarte trauma staan niet langer centraal. Alles gebeurt in een maatschappelijke context. Terwijl er lijden was en revoluties plaatsgrepen, gingen zwarte mensen ook gewoon naar de kapper en naar de dansclub. Steve Biko associëren we met raciale pijn en verzet, en hij werd brutaal vermoord door het apartheidsregime. Maar de Brits-Nigeriaanse Esiri Erheriene-Essi schildert hem op het verjaardagsfeestje van zijn nicht. Waarmee ze, net als de expo, aangeeft dat blackness meerdimensionaal en dynamisch is.’
Terwijl er lijden was en revoluties plaatsgrepen, gingen zwarte mensen ook gewoon naar de kapper en de dansclub.
Na Kaapstad was When We See Us te zien in het Zwitserse Bazel en na Brussel reist de expo door naar Stockholm. ‘Het was cruciaal om de expo op Afrikaanse bodem te maken en daarna te laten reizen’, vervolgt Dhlakama, die vooral de selectie van de werken en de artiesten een uitdaging vond. ‘Als we elke Afrikaanse kunstenaar die we belangrijk vonden een plekje gaven, hadden we drie gebouwen nodig. We moesten onze longlist inperken door ons rigoureus aan de gekozen thema’s te houden.’ In Bozar worden zo in totaal 150 werken van een 120-tal kunstenaars opgedeeld in zes categorieën: het alledaagse, (feest)vreugde, rust, sensualiteit, spiritualiteit, en triomf en emancipatie.
Verschillende generaties
Tijdens de prospectie spraken de curatoren hun uitgebreide netwerk aan en bezochten ze o.a. kunstscholen in Oeganda en Ghana, maar ook op Haïti. ‘We vulden het begrip Afrika op een zo breed en inclusief mogelijke manier in, met niet alleen kunstenaars uit het Afrikaanse continent maar ook uit de diaspora. Zo bezochten we Wilfredo Lam in Cuba en Zéh Palito in Brazilië, maar ook kunstenaars in Guadeloupe. Koyo grapte voortdurend dat als je het zo bekijkt ook de VS een Afrikaans land zijn.’
Hoewel de curatoren geen volledigheid nastreefden, was het wel de bedoeling een hele eeuw te overschouwen. De oudste kunstenaar op de expo werd geboren in 1888, de jongste in 1999. De werken zelf dateren van de vroege jaren 1930 tot 2023. Dhlakama: ‘Tijdens onze research lazen we voortdurend over deze of gene hippe nieuwe Afrikaanse kunstenaar, maar als je het hebt over pakweg Amoako Boafa of Gideon Appah, allebei jonge Ghanese talenten, dan moet je het ook over de oudere generatie hebben, over Ablade Glover of Bruce Onobrakpeya, allebei negentigers. Het was onze job om de eigentijdse kunstgeschiedschrijving over Afrika, die we oppervlakkig vonden, uit te rekken, zodat bezoekers de huidige kunstmarkt in een historisch perspectief konden plaatsen.’
De titel van de expo is een knipoog naar When They See Us, de dramaserie van regisseur Ava DuVernay. ‘We hebben de They uit haar traumatisch verhaal over systemisch racisme in New York vervangen door We, omdat de expo gaat over hoe we onszelf zien als zwarte mensen. Je ziet ons wachten op de bus, verliefd worden, naar de bioscoop of een dansclub gaan, kortom de gewone dingen doen die ieder ander mens op deze planeet doet. Samen zie ik het als een koor van stemmen, die van overal komen, en als je goed luistert, hoor je dezelfde onderwerpen terugkomen.’
Stoer en optimistisch
De link tussen de zes thema’s is dat ze elk op hun manier staan voor een manifestatie van alledaagse vreugde en geluk, als tegengif voor de dramatiek en exotiek waarmee het Afrikaanse continent de voorbije eeuw te vaak in beeld werd gebracht. ‘Binnen elk thema tonen we vergelijkbaar werk van kunstenaars uit verschillende generaties. Zelf was ik onder de indruk van de intergenerationele conversatie tussen Tshabalala Wangari Mathenge uit Kenia en Henry Taylor uit de VS. Als je voor hun schilderijen staat, word je aangestaard door prachtige, soms weelderige dames waar enorm veel kracht van uitstraalt. Op schilderijen uit de Europese renaissance zie je vrouwen vaak wegkijken, hier staren ze stoer, soms zelfs wat brutaal terug.’
Er gaat ook een aanstekelijke vreugde uit van Obama Revolution, een kleurrijk werk uit 2009 van de Congolese kunstenaar Chéri Cherin. ‘Het is een van de populairste schilderijen van Barack en Michelle Obama. Een conversation piece, met al die wereldleiders rond de wuivende Obama’s. Je kan er naar blijven kijken.’ Op maat van het thema triomf en emancipatie ademt het doek een optimisme uit waar we tegenwoordig alleen maar met nostalgie naar kunnen terugkijken.
9 februari tot 17 augustus 2025
When We See Us.
Een eeuw pan-Afrikaanse figuratieve schilderkunst
Brussel, Bozar, www.bozar.be