01 jun '18

Too little, too late

6897
door Karla Goetvinck
Het afgelopen jaar liet RandKrant tien randbewoners aan het woord. Stemmen uit de Vlaamse Rand die hun toekomstvisie over de Rand gaven. Deze maand sluiten we de reeks af met Lodewijk De Witte, sinds 1995 gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant.

Je kan niet ontkennen dat de realiteit in de Rand afwijkt van die van een doorsnee Vlaams dorp. Allereerst op demografisch vlak: de bevolkingsdichtheid is hier veel hoger, de bevolkingsgroei ook, ook de jonge bevolking neemt toe, de diversiteit is groter. Ontwikkelingen die je in Brussel ziet en die zich ook in een centraal gelegen regio als de Rand laten voelen. Ook de omgevingsinfrastructuur is niet dezelfde als in een nietstedelijke context. Zo heb je de dichte bebouwingsgraad, de bedrijvigheid, het bijzonder intensieve verkeersnetwerk.’

‘De Rand zou de menselijke en financiële middelen moeten krijgen om een aangepast beleid te voeren. Geen voorkeursbehandeling, maar gewoon een behandeling die beantwoordt aan de bijzondere noden. Nu wordt de specificiteit van de Rand wel erkend met onder andere een eigen minister en een eigen agentschap, vzw ‘de Rand’. Maar waar blijven de specifieke acties en middelen? Met diversiteitscijfers als de onze zou bijvoorbeeld de oprichting van een apart integratieagentschap zoals in Antwerpen en Gent gerechtvaardigd zijn. Wij als provincie hebben daarvoor gepleit en vonden het spijtig dat het er niet gekomen is.’ ‘En zijn er voldoende bijkomende maatregelen op vlak van onderwijs? Hoe ondersteun je de cohesie binnen de samenleving? Op vlak van gemeenschapsvorming zijn bijvoorbeeld de lokale media belangrijk. Er is natuurlijk RandKrant, RINGtv en Radio 2, maar dat is toch allemaal veel bescheidener dan in Brussel. Bij BRUZZ werkt 50 man voor - als ik optimistisch ben - 150.000 Nederlandstalige Brusselaars. Er bestaat in de Rand echt een achterstelling ten opzichte van de reële behoeften.’

KERNSTAD?

‘Vaak vertolkt een kernstad de specifieke noden van een streek. Historisch was Brussel kernstad voor Halle-Vilvoorde. In onze federale staatsstructuur spreekt Brussel nu voor zijn eigen noden, zijn eigen Brussels Hoofdstedelijk Gewest. En er is natuurlijk de communautaire spanning tussen Brussel en de Rand.’

‘Wellicht wordt het juiste zicht op de problemen in de Rand vaak ook belemmerd door de nog scherpere problemen in Brussel. Men heeft dan de neiging om de reële zorgen in de Rand te relativeren. Maar Halle-Vilvoorde is met zijn 632.000 inwoners op Antwerpen na het grootste arrondissement van Vlaanderen en verdient investeringen op dat niveau.’

VELE STEMMEN, ÉÉN KOOR

‘We moeten onze noden zo veel mogelijk gezamenlijk aankaarten. De manier waarop de burgemeesters van Halle-Vilvoorde zich verenigen in het Toekomstforum, daar overleggen en hun eisen bundelen, vind ik een positieve ontwikkeling. Als provincie ondersteunen wij dat. Maar het zou niet bij het politieke niveau mogen blijven. We moeten bondgenootschappen zoeken met de niet-overheden, met de burgergemeenschap. Ik droom van een coalitievorming van steden en gemeenten, streekbesturen (provincie en intercommunale Haviland), de wereld van ondernemers, het middenveld. Al die verschillende stemmen moeten één koor worden. We zullen het niet altijd eens zijn over elk project, maar wel over het feit dat de regio meer investeringen verdient.’

‘Er zijn weinig beleidsdomeinen waarvan je kunt zeggen: er gebeurt niets. Er zijn goede, nuttige initiatieven wat betreft bijna alle aspecten van de problematiek van de Vlaamse Rand, maar het is niet voldoende. We hebben twee tot drie keer zo veel nodig. Too little, too late, met dat gevoel zit ik echt.’

GROENE GORDEL 2.0

‘Toen de Rand in het ontwerp voor het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen in 1996 als grootstedelijk gebied werd gedefinieerd, was het protest groot. De Rand wou niet zomaar opgaan in de grootstad en weigerde die stempel. Dat gevoel was begrijpelijk. Ik denk dat het een terechte ambitie is om geen uitbreiding van Brussel te willen worden. Maar daarmee gaan de problemen niet weg. Als je je enkel maar inschrijft in het algemeen beleid van de Vlaamse overheid voor de regio’s en gemeenten elders, dan wordt de speciale problematiek niet erkend. Ik denk dat er hier echt nood is aan een apart randstedelijk beleid. Dat is niet hetzelfde als een grootstadsbeleid. De situatie is hier wel anders dan voor de buitengemeenten rond Antwerpen bijvoorbeeld. In de Vlaamse Rand heb je ook suburbane villawijken, maar de bevolking is hier toch veel groter en dichter, er is meer bedrijfsactiviteit.’

‘De ambitie om de Groene Gordel te bewaren moeten we niet opgeven, maar misschien passen we onze strategie wel best aan. In de Rand geldt een zeer strikt gewestplan, met onder meer een beperking tot twee woonlagen. Maar toen het ontwerp-gewestplan in de jaren 60 werd uitgetekend, woonden er in de Rand nog geen 300.000 mensen. Nu zijn dat er meer dan 430.000. En volgens alle prognoses zou de bevolking in de Rand in de nabije toekomst nog fors groeien. Dat zijn mensen die uit Brussel komen, maar evenzeer mensen van elders die in het hart van het land komen wonen. Dat is een wereldfenomeen: steden floreren. Als we de woonlaagbeperking behouden, wordt alle open ruimte hier volgebouwd.

‘De Rand heeft twee tot drie keer meer investeringen nodig.’

Misschien kunnen we toch beter de kernen van de hoofddorpen verdichten, en daar beperkt wat hoger bouwen, en daar dan meteen ook openbaar vervoer en fietsverbindingen voorzien. Dan kunnen we de bestaande open ruimte sparen en meer vergroenen dan vandaag.’

RELATIE MET BRUSSEL

‘De relatie met Brussel wordt meer en meer tweerichtingsverkeer. Brussel trok altijd veel werknemers en leerlingen uit de Rand aan. Maar ook de omgekeerde beweging bestaat en groeit. De Rand heeft trouwens altijd een eigen ontwikkelingsdynamiek gehad, los van Brussel. Dat is opnieuw iets waarin de Vlaamse Rand verschilt van andere Belgische stadsranden.’

‘Ik denk dat we een zelfbewuste relatie met Brussel moeten aangaan. De Rand is er niet om ‘de miserie van de stad op te vangen’, om het even brutaal te zeggen, maar we moeten wel samenwerken. Dat ligt moeilijk omwille van de communautaire spanningen, de institutionele structuur en omdat een stedeling om het even waar altijd een vorm van stedelijke arrogantie heeft, en omdat een randbewoner daar altijd weerstand voor voelt. Die spanning is niet typisch Brussels, die speelt overal.’

‘Ik denk dat zowel de splitsing van de provincie, als de federale structuur, als de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde nuttig zijn geweest voor de positie van de Rand. Anders zouden we helemaal het ondergeschoven kind zijn van Brussel. Nu hebben we hefbomen in handen om een eigen beleid te voeren. Een eigen rechtbank, dat was wel nog mooi geweest. Maar ik denk dat we de eigenheid van de Vlaamse Rand minstens zo hard moeten verdedigen ten aanzien van het Vlaamse beleidsniveau als ten aanzien van het Brusselse beleidsniveau.’

‘Hoe die samenwerking met Brussel moet verlopen? Ik heb daar geen toverformule voor. Ik zie soms hoe buiten de politieke schijnwerpers mensen in ambtelijke werkgroepen oplossingen vinden. Zo was er een consensus over de doortrekking van de tram van Brussel naar de luchthaven van Zaventem. Maar dan zie je hoe dat project op politiek niveau tijdelijk on hold wordt gezet. Ook de problematiek van de vluchten vanop Zaventem: daar heb je een politiek akkoord voor nodig. Kan je dat soort beleid genereren in een Hoofdstedelijke Gemeenschap? Ik denk het niet, want ofwel is die paritair en ga je dan oplossingen vinden? Ofwel is de grootste diegene die het meeste te zeggen heeft en dat is dan volgens het bevolkingsaantal nog altijd het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. En dan ga je er helemaal onderdoor als Vlaamse Rand.’

‘De relatie met Brussel wordt meer en meer tweerichtingsverkeer.’

‘Brussel en de Rand moeten een grotere gezamenlijke ambitie durven koesteren, waarbij we niet de oplossingen van het verleden moeten zoeken, maar de oplossingen van de toekomst. Ik heb het nu vooral over de grote infrastructurele omgevingsproblemen. Wij als Rand moeten onze ambities tonen en we moeten blij zijn als Brussel ook sterke aspiraties heeft. Soms zullen die overeenkomen, soms niet, maar we moeten elkaar eens iets leren te gunnen. Daarvoor heb je wel geld nodig. Brussel heeft sinds de oprichting van Beliris meer middelen; de Rand zou daar meer overheidsmiddelen moeten kunnen tegenover zetten.'

Lodewijk De Witte? 

  • Geboren in Zwevegem op 12 december 1954
  • Master in de rechten, KUL
  • Kabinet minister Louis Tobback (1988-1994)
  • Regeringscommissaris belast met de voorbereiding tot splitsing van de provincie Brabant
  • Gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant (1995-nu)

REAGEREN

Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels.