Topnatuur snakt naar
verder herstel
De meest representatieve biotopen zoals bos, heide moeras, open water,... zijn opgenomen in de Natura 2000-criteria. Ze hebben een vrij strenge beschermingsstatus. Ongeveer 12,3% of 166.322 ha van Vlaanderen is afgebakend als Habitat- en Vogelrichtlijn gebied. Zij vormen samen het Natura 2000-netwerk, de topspitsnatuurgebieden van Europa, de Lukaku’s of Mbappés van onze biodiversiteit, die normaal gesproken in topconditie zouden moeten zijn.
Tellen en meten
Het Instituut voor Natuur en Bos Onderzoek (INBO) brengt om de zes jaar een rapport uit over die conditie. Het laatste rapport verscheen in 2019. Daarin gaat het Instituut via 43 parameters of natuurindicatoren na hoe het is gesteld met de kwaliteit van alle Natura 2000-gebieden. Het gaat bijvoorbeeld om de Algemene Broedvogelindex, Rode Lijstsoorten van onder meer de planten, dagvlinders, zoetwatervissen en waterwantsen, die bedreigd zijn of in goede staat. Maar even goed gaat het over de oppervlakte die een volwaardig beheer krijgt, de totale bosoppervlakte in de gebieden, het aandeel beschadigde bosbomen, enzovoort.
Heel wat meet- en telwerk dus om de staat van onze natuur in kaart te brengen. Maar. Zoals je al kan vermoeden, is er een groot verschil tussen droom en werkelijkheid. Zo’n netwerk van natuurgebieden beheren, gebeurt door verenigingen en vrijwilligers – in de Rand gaat het vooral om Natuurpunt – en door professionelen van Natuurpunt en het Agentschap voor Natuur & Bos (ANB). De Rand telt niet zoveel Natura 2000-gebieden, maar ze zijn er wel.
Dorent-Nelebroek Neem nu het Dorent-Nelebroek in ZemstVilvoorde. Voor sommigen is het een fijn wandelgebied, anderen hebben er nog nooit van gehoord. De belangrijkste redenen waarom dit Natura 2000-gebied is, zijn duidelijk: de specifieke graslanden met de grote pimpernel. Dat is een zeldzame plantensoort die hier altijd al bestond, maar die vanaf de jaren 1960 fel achteruit is gegaan. Gerichte inrichtingsmaatregelen moeten nu voor herstel zorgen. Net hetzelfde valt te zeggen over de kamsalamander. Onze grootste salamandersoort heeft het overal moeilijk en hier wil men de bestaande populatie alle ontwikkelingskansen geven. Sinds het ANB enkele jaren geleden het beheer actief op zich nam, is er veel ten goede veranderd.
De Dorent is ook Sigmagebied en zit mee in de keten van overstromingsgebieden langs de Zenne. De belangrijkste eigenaar is de Vlaamse Waterweg, die het gebied in erfpacht geeft aan het ANB. Die verleent op zijn beurt een concessie aan de manège Verbrande Brug voor het beheer via maaien en begrazing. Daarvoor moeten strikte regels worden gevolgd zodat de natuurwaarden verbeterd kunnen worden. Tot voor enkele jaren was dat wat minder omdat slechts één klein perceel van Natuurpunt een actief natuurbeheer kreeg. Sinds het Sigmagebied is daar verandering in gekomen. Er is nu een duidelijke zonering voor voetgangers en ruiters, de percelen zijn ingedeeld in graas- en hooiweiden, ruigten, hagen en houtkanten, enzovoort.
Door het actieve natuurbeheer is de toestand van de Natura 2000-gebieden definitief aan het keren.
Hoe is het nu gesteld met de kwaliteit en wat kunnen we verwachten? Het beeld is gemengd. In vergelijking met pakweg vijftig jaar geleden zijn er veel natuurwaarden verloren gegaan onder invloed van intensieve landbouw, lucht- en watervervuiling, verwijdering van kleinschalige landschapselementen, het klimaat, enzovoort. Vanaf de instelling als Habitatrichtlijngebied is die achteruitgang wel verminderd en door het actieve natuurbeheer van vandaag is het tij definitief aan het keren. Door het uitgraven van poelen en de sanering van de oude Zennearmen zal de waternatuur er sterk op vooruitgaan. Nu al is de populatie kamsalamander aan het herstellen en de vooruitzichten zijn gunstig. Dat geldt ook voor de natuurwaarden van de graslanden. Daar zal de grote pimpernel van profiteren.
Op goede weg
Het gedeeltelijk herstel geldt ook voor de hagen en houtkanten die het vorige decennia zwaar te verduren kregen. Vandaag speelt de droogte de jonge loten dan weer parten. Het water van de Zenne wordt met de dag zuiverder, maar er is nog een lange weg te gaan. In het verleden werd vooral de zuidelijke meander gesaneerd. Die is nu aan het herstellen. Het recent afgegraven stort is door gebrek aan middelen jammer genoeg slechts half werk.
De Dorent is op de goede weg, maar er blijven nog heel wat knelpunten die een ideale natuurontwikkeling belemmeren: de waterkwaliteit van sommige poelen, meanders en beken, de aanleglocaties van de poelen, de houtkanten, de overbemesting van aangrenzende akkers, loslopende honden, de sanering van de meanders. Ook het aangrenzende industriegebied Cargovil straalt negatief af op de Dorent. Het moet en kan dus beter, maar de kentering is ingezet.