Boogschieten: sexy en stoer
Niet zo lang geleden ontdekte ik dat mijn tienerneef aan boogschieten doet. Bij zijn verhalen viel er me telkens een welgemeende wauw-hoe-cool! van de lippen. Zoals bij de meeste sporten die een zekere aantrekkingskracht op me uitoefenen, lag de kiem daarvoor in mijn kinderjaren. Ik was fan van tv-series over Willem Tell en Robin Hood en in mijn fantasie beleefde ik wilde avonturen, mijn trouwe boog in de aanslag. Helaas bleef het bij verbeelding: dat je in de jaren 80 van de 20e eeuw kon leren boogschieten in een sportclub is mij nooit verteld. Toen google me bij de Vilvoordse doelschuttersclub Willem Tell bracht, was de cirkel rond: daar moest ik zijn.
ELASTIEK EN SPIEGEL
‘Dankzij films als Lord of the Rings of The Hunger Games zit boogschieten in de lift’, zegt instructeur Geert Hubrechtsen. Het is donderdagavond en de eerste schutters sijpelen de cafetaria van de club binnen. Sommigen slaan een praatje aan de toog. Anderen wuiven even en trekken onmiddellijk naar de schietbaan. Ze maken hun bogen klaar en beginnen op doel te schieten. Ikzelf krijg een elastiek in handen. Voor een spiegel oefen ik de correcte houding: niet frontaal, maar dwars op doel, voeten op schouderhoogte voor een goede stabiliteit, knieën los, schouders laag. De elastiek is mijn boog. De instructeur toont hoe ik kolf en pees vast moet houden, corrigeert, laat me aantrekken, mikken, schieten. Hij legt uit waar mijn houding rechter moet, mijn schouders anders, mijn heupen, kin en neus. ‘Veel, hè?’, lacht hij. ‘Geef het een paar weken.’
KLETTEREN
Bij boogschieten bepaal je je eigen doel én limieten. Hubrechtsen: ‘Ik schiet met een boog van 36 pond. Stel dat die trekkracht om de een of andere reden te groot wordt, dan kan ik overschakelen op een lichter model of katrolboog.’ Iedereen traint in zijn eigen tempo. ‘Zolang je techniek in orde komt, je lichtjes vordert en je je amuseert, zit het goed.’
Ik krijg een witte boog in handen met een trekkracht van 16 pond. Een typische beginnersboog. De pijl komt op de pees, ik trek aan, sta weer scheef, corrigeer, mik, schiet. Tot mijn grote verbazing, en nog grotere opluchting, komt mijn pijl in de buurt van de schijf terecht. Een tweede pijl raakt de buitenste cirkel. Hoera! Ik begin mezelf al als natuurtalent te prijzen wanneer de derde meedogenloos kletterend tegen het plafond gaat. Ik kijk even over mijn schouder naar de andere schutters, maar iedereen bemoeit zich met zijn eigen pijlen. Hoogstens krijg ik een bemoedigend knikje hier en daar. ‘Je zal hier nooit uitgelachen worden. Zelfs op een wedstrijd zal een schutter je liever een tip geven dan wat anders.’
WEG STRESS
Na een dik uur opperste concentratie, voel ik de boog behoorlijk in mijn armen. ‘Boogschieten is fysiek misschien niet de meest intensieve sport, maar ze werkt perfect stress weg. Na een uur of twee schieten, is de druk- ste werkdag uit je systeem.’
Mijn beste pijlen komen in de blauwe ring van het doel terecht: de derde vanaf het centrum. Ik voel me voorwaar een graadje cooler dan voorheen. ‘Nog wat drinken?’, vraagt Hubrechtsen. ‘Boogschieten is een individuele sport, maar er komt toch heel wat sociaal contact bij kijken. Aan de lijn laat iedereen je met rust, maar tussen het schieten door lachen en babbelen we veel. Het gaat er hier altijd gemoedelijk aan toe.’
www.wtvilvoorde.be
Tip van de expert: 'wapen je tegen hindernissen'
Alledaagse belemmeringen staan goede voornemens in de weg. Denk dus vooraf na over mogelijke oplossingen, het vergroot de kans dat je toch gaat bewegen. Je wil elke dag een korte wandeling doen na het eten. Maar wat als het regent? Neem een paraplu mee! Wat als er vrienden langskomen? Ze mogen mee! Je plant met de fiets te gaan werken, maar eenmaal wakker zie je dat niet meer zitten? Zet de avond voordien je fiets voor je auto of leg je fietskledij klaar.
An Bogaerts, PortaAL (Poort naar een Actieve Levensstij), KU Leuven