01 dec '24

‘Ik wilde een roadmovie maken’

65
door Michaël Bellon
‘Dat ge voor rust niet in de buurt van een ontbinding moet zijn’, is een van de oneliners in de debuutfilm van Dimitri Verhulst – de regisseur die we tot nog toe als schrijver kenden. In Waarom Wettelen? ontspoort een uitvaartplechtigheid tot een droogkomische mars door België.

In 2006 zaten velen luidop te schateren toen ze De helaasheid der dingen van Dimitri Verhulst aan het lezen waren. Behalve die roman werden van Verhulst ook al Problemski Hotel en Engel succesvol verfilmd. Maar tot verrassing van velen kroop Verhulst nu zelf in de regisseursstoel om een film te maken op basis van een tekst die hij ook als scenario had geschreven.

Waarom Wettelen? gaat over een gezin waarvan de moeder net is overleden. Op de begrafenis duiken een aantal onvoorziene omstandigheden en gasten op, die een ketting van onverwachte gebeurtenissen in gang zetten, en een aantal onopgeloste intriges aan het licht brengen. Al is dit geen film met een zware plot of uitvoerig uitgetekende personages. De begrafenis mondt letterlijk uit in een begrafenisstoet. En figuurlijk in een stoet van stoten en scènes van al te menselijke personages, in soms erg herkenbare, soms juist absurdistische situaties en landschappen. En met die stoet zijn ze allemaal op weg naar… Ja, naar waar eigenlijk?

Verhulst kliedert naar believen met de vaderlandse klei die hem zo lief is, maar slaat ook een bevreemdende, surrealistische toon aan, waar ervaren rotten als Peter Van den Begin, Marijke Pinoy en Hilde Heijnen, geweldige routiniers als Tom Vermeir, Dominique Van Malder, Bert Haelvoet en Amara Reta, en jong geweld als Tine Roggeman, Cami Moonen en Emiel Vandenberghe wel raad mee weten.

Dimitri Verhulst is dus eigenlijk evenzeer regisseur als schrijver?

Dimitri Verhulst: ‘Ik was in mijn adolescentenjaren veel bezig met theater en ik zag rond mijn achttiende met de nodige jaloezie een aantal van mijn vrienden naar de theaterschool Ritcs in Brussel vertrekken. De vraag of ik dat ook zou gaan studeren, stelde zich eigenlijk niet omdat ik daar gewoon niet de middelen voor had. Ik ben vanaf mijn achttiende in textielfabrieken gaan werken. Daar heb ik dan nog even wat kunstgeschiedenis bij gestudeerd, maar in combinatie met een voltijdse baan was dat eigenlijk niet te doen, dus daar ben ik mee gestopt. En om schrijver te zijn, moest je niet gediplomeerd zijn. Als ik nu terugdenk aan toen dan was verhalen vertellen voor mij één geheel. Of dat nu in de vorm van toneel, film of een roman zou zijn.’

Waarom was dit materiaal dan toch eerder geschikt voor een film?

‘Ik heb heel filmisch gedacht toen ik dit schreef. Ik zag de landschappen zo voor mij. Fotografie speelt zo’n belangrijke rol in film dat het zonde zou zijn om die niet de nodige ruimte te geven. Ik vind het bijna een plicht om daar esthetisch mee om te springen. Ik heb ook geen enkele close-up genomen. Nul. De totaliteit van die mensen in dat landschap is zo mooi dat ik niet wilde inzoomen op de details.’

‘Ook ritme is belangrijk, want het grote voordeel van film ten opzichte van literatuur is dat je je tempo kan opleggen aan de kijker. Als ik een roman schrijf, kan iemand die in drie maanden of in één dag uitlezen. In de cinema moet de gsm af en zit iedereen de rit in één keer uit. Naast de fotografie en het ritme was er het idee van stilte – nog iets dat je eerder kan oproepen in een film dan in een boek. Je kan de stilte nu eenmaal niet volschrijven, en witte bladzijden in een boek vind ik onnozel.’

De jacht op locaties lijkt mij een fijne bezigheid geweest te zijn.

‘Zalig, ja. Ik heb mijn auto versleten. Een belangrijk aspect in mijn werk is België tonen, en ik vond het boeiend om dat een keer concreet te kunnen doen. Vandaar ook dat we niks hebben gebouwd. Elk gebouw dat je in de film ziet, bestaat echt. Het grote probleem met filmen in België is vooral het lawaai. Vandaar dat ik redelijk veel in de Vlaamse Ardennen terecht ben gekomen. Een keer dicht bij Brussel komt er veel omgevingsvuilnis in de microfoon terecht. Om de haverklap passeert er een vliegtuig. Het is wel wat hoor, stilte zoeken in ons land.’

Films maken is vaak compromissen sluiten. Heb je dat moeten doen? Waren dit bijvoorbeeld de acteurs die je voor ogen had?

‘Zeker. Ik heb eigenlijk ook nooit gesnapt waarom een regisseur niet ook de cast of de montage of wat dan ook zou mee bepalen. Dat zijn toch cruciale elementen waarmee je verhaal wordt verteld? Dus van zodra ik Peter Van den Begin vast had, heb ik hem bij het samenspel met de rest van de cast ook constant gebruikt om tegenspel te geven, en te kijken of de chemie goed zat. Het enige dat ik heb moeten doen, is een paar rollen schrappen, want elke acteur is een loon en wat je in overuren aan een acteur stopt, kan je niet meer besteden aan de post-productie, dus daar moet je wat evenwicht in zien te vinden.’

Om even naar het verhaal te gaan zonder er te veel over weg te geven: is een begrafenis sowieso een goed uitgangspunt voor een tragikomische film?

‘Eigenlijk wilde ik vooral een roadmovie maken, maar als je met de auto door België rijdt, kom je hooguit tot een kortfilm. Zo klein is België. Een tweede optie is de vélo, maar films over België en de vélo, daar zijn we ondertussen wel klaar mee. Dus dacht ik: we gaan te voet. En om het visueel sterker te maken, vond ik die lijkwagen pure logica.’

De film is droogkomisch omdat het absurde haast als normaal wordt gepresenteerd. Was je zeker dat dat zou werken?

‘Veel mensen in mijn omgeving hadden er schrik voor; ik niet. Ik hou ook niet zo van grappig acteren. Een grap is vaak alleen maar een grap omdat je ze niet ziet aankomen. Als je met je lijf al bij voorbaat de grap gaat aankondigen, dan loopt het mis. Ik heb ook zoveel mogelijk dialect uit de film willen houden om de personages zo lang mogelijk zo mysterieus mogelijk te houden. Een dialect is meteen veel te bepalend.’

Soms mag het er wel los over gaan. Humor, alcohol, hunkering, beelden en taal verzachten samen de helaasheid in deze film over leven, liefde en dood.

‘Het is een oude wijsheid dat gelukkige mensen te veel op elkaar lijken en saai zijn. De falende mens is schoner en boeiender. Misschien meer dan ooit, want ook door artificiële intelligentie gaan we allemaal zodanig omringd worden door perfectie dat we misschien weer wat meer de poëzie van het imperfecte gaan omarmen. En misschien onszelf ook wat liever gaan zien.’ 

 

Waarom Wettelen?

MA – 16 DEC – 20.00
Vilvoorde, CC Het Bolwerk, 02 255 46 90

MA – 16 DEC – 9.30 EN 19.00
Grimbergen, CC Strombeek, 02 263 03 43

DI – 17 DEC – 20.30
Dilbeek, CC Westrand, 02 466 20 30

Grimbergen, CC Strombeek, 02 263 03 43

WO – 18 DEC – 20.00
Overijse, CC Den Blank, 02 687 59 59

ZO – 22 DEC – 20.00
Alsemberg, CC de Meent, 02 359 16 00