Café De Weerstand
Blauw van kop tot teen, bejaard en met een vriendelijk gezicht zit ze in een uithoek van café De Weerstand. Vlakbij het raam heeft ze een goed zicht op wat zich in het café en daarbuiten afspeelt: het in- en uitstromen van de gasten, het podium van de jaarmarkt, de eerste bezoekers die al vroeg het bier rond laten gaan en dat nog de hele dag zo zullen doen. Ze is hier graag in het café en in Negenmanneke, zegt ze, want iedereen kent hier iedereen en alle winkels liggen dichtbij. Er zijn hier altijd mensen om mee te praten. Met twee cafés en een hoop winkels op een zakdoek rond de kerk is Negenmanneke een uitzondering tussen de slaapgemeenten rondom.
Maar, zegt ze ook, als er iets is waar ze maar moeilijk mee overweg kan, dan is het wel de starre houding van de gemeente inzake taal. Zelf is ze net als vele van haar buren Franstalig en die denken er volgens haar net hetzelfde over. Vroeger ging het gemakkelijker en was het gemeentebestuur inschikkelijker, en ze kan het weten, want ze woont hier al sinds 1977. Met zoveel anderstaligen die hier komen wonen, kan het gemeentebestuur best wat inschikkelijker zijn, toch? Maar, al is De Weerstand een café waar het niet altijd duidelijk is of het in Vlaanderen dan wel in Brussel ligt, niet alle klanten zijn het met die opvatting eens. Ja, de sociale cohesie is nog sterk, alleen is het jammer dat niet iedereen hier gewoon Nederlands wil praten in de gemeente, zegt een koppel dat er prat op gaat nog Brussels te spreken. Ook zij kunnen het weten, want ze zijn in de jaren 80 vanuit Anderlecht hier naartoe verhuisd, ook al lijkt dat in hun ogen nog maar net.
Lucien zit aan de andere uithoek bij het raam. Wanneer ik hem naar zijn naam vraag, toont hij spontaan zijn identiteitskaart want, zegt hij, hij wil laten zien dat hij gewoon Belg is. Na omzwervingen door Ukkel, Vorst en andere Brusselse gemeenten landde hij een paar jaar geleden in Negenmanneke op zoek naar een eigen huis, ruimte en sociale contacten in de rand van de stad. Hij aarzelt met antwoorden wanneer ik hem vraag of er iets in Negenmanneke is dat beter kan, want is het wel aan hem om te zeggen hoe anderen hun cultuur moeten vormgeven en moet hij zich daar niet gewoon aan aanpassen? Al is dat aanpassen niet altijd gemakkelijk in een land als België. Want hebben de Belgen niet zijn thuisland Congo gekoloniseerd en spreken ze er niet allemaal Frans, de taal die ze de Congolezen hebben meegegeven? En hoe moeilijk is het om te begrijpen dat hij hier nu Nederlands moet leren, terwijl Franstalige Belgen dat niet moeten, omdat ze er met de woorden van voormalig premier Leterme, niet intellectueel toe in staat zouden zijn? Het kan er bij hem maar moeilijk in. Intussen gaan zijn kinderen hier gewoon naar school. De twee jongsten zijn ingeschreven in de plaatselijke lagere school, de twee oudsten gaan naar het middelbaar in Halle.
De vrouw in het blauw vertrekt en groet het café. Het café groet terug, ook het echtpaar uit Anderlecht. Iedereen hier kent elkaars onderhuidse weerstanden, genoeg om er het zijne van te denken maar niet om er meer woorden aan vuil te maken dan nodig. Intussen zingt John Horton buiten onder de aangename middagzon het vroege jaarmarktpubliek met zijn vrolijke schlagerliederen op gang.
Info: www.randatlas.be