Overrompeld door
brute natuurkracht
De laatste jaren is stilte mijn dada geworden’, zegt Nicholas Lens. ‘Ook in mijn muziek.’ Van de klassieke componist verscheen eind vorig jaar de kameropera L.I.T.A.N.I.E.S (Deutsche Grammophon/ Universal), waarop de eenvoud primeert. Weg van de complexe atonale ritmes die zijn vroegere werk kenmerken, is de toon repetitief en intimistisch. ‘Haast familiair.’ Kan ook moeilijk anders als je de componist en zijn dochter hoort zingen. Librettist van dienst: hun goede vriend Nick Cave, de Australische rockzanger. Konden beide muzikanten ter voorbereiding van Shell Shock, hun eerste operaproject uit 2014, elkaars fysieke gezelschap nog opzoeken, tijdens de lockdown zaten ze gewoon thuis, respectievelijk een loft in de Brusselse Dansaertwijk en een statig huis in het Engelse Brighton. Lens had twee afgewerkte opera’s terug in de kast moeten stoppen omdat de operahuizen de deuren hadden gesloten en Cave zag een wereldtournee afgelast. Er was dus alle ruimte voor een intense, virtuele samenwerking, die uiteindelijk uitmondde in een lockdownopera met twaalf litanieën. De contemplatieve gebeden en smeekgezangen laten zich beluisteren als troostende schouderklopjes bij de nieuwe stilte, die de huidige tijdsgeest zo typeert. ‘Tijdens de eerste lockdown vond ik de stilte in de Brusselse straten een beetje beangstigend omdat ze zo ongebruikelijk en artificieel was. Soms vroeg ik me af waar ik was als ik ’s nachts wakker werd.
Vogelgeluiden
Maar ook voor de pandemie een globale pauzeknop induwde, zocht de componist al bewust de natuurstilte op. ‘De schoonheid daarvan heb ik ervaren in de groene wouden van Kita-Kamakura in Japan. In afgelegen boeddhistische tempels hield ik er om 6 uur ’s ochtends de monniken gezelschap. Er heerste geen volkomen stilte, maar een natuurstilte. Voor mij was dat een geweldige inspiratiebron, want ik heb 24 uur per dag muziek in mijn hoofd. Mijn grootste bekommernis is hoe die even uit te zetten. Door naar andere muziek te luisteren lukt het niet, want ik begin automatisch op de productie en de structuur te letten. Daarom zet ik thuis of in de auto vaak vogelgeluiden op. Die brengen me tot rust. Ik heb nooit begrepen waarom mensen een hoofdtelefoon dragen als ze gaan joggen in het Zoniënwoud, waar ik een paar keer per week een bosloop doe.’
‘De laatste jaren is stilte mijn dada geworden. Ook in mijn muziek.
Uit de ratrace
‘Luister toch naar wat je hoort.’ Audiopollutieis al langer een ergernis. ‘Vooral als een ministerie of een telecombedrijf je met zo’n afschuwelijk wachtmuziekje opzadelt, wordt mijn geduld op de proef gesteld. Als ik naar muziek luister, wil ik écht luisteren.’ Mediteren tussen de monniken of lopen in de bossen zijn voor de componist slechts middelen om een verhoogde concentratie te bereiken. ‘Zo kan ik beter werken en raak ik dichter bij mijn essentie.’
Daar is volgens de componist niets verhevens aan. ‘Een bakker die om 3 uur opstaat en zich in de stilte van zijn bakkerij concentreert op lekker brood bakken, kan evengoed zo’n verhoogde bewustzijnsvorm bereiken. Alleen lukt het mij iets makkelijker in de natuur van Kita-Kamakura, waar je de regen continu hoort tikken, of in het Zoniënwoud of in een bergdorpje op Kreta, waar ik onlangs voor een schrijfopdracht vertoefde en de adelaars kon zien dansen in de lucht. Brute natuurkracht is er overal, maar je moet wel even uit de ratrace stappen om ermee geconfronteerd te worden. Via de stilte kom ik weer bij de zoektocht naar mezelf uit. Die zoektocht stopt nooit, en maar goed ook. Als je denkt alles gevonden te hebben, stopt ook het leven een beetje.’ Zijn litanieën zijn niet meer of minder dan een poëtische liedvorm waarmee hij hoopt ook de luisteraars een soort van trance te doen bereiken.