Blauwe ogen, blond haar
In 1935 richtte Heinrich Himmler de vereniging Lebensborn op. Belangrijkste doelstelling: het Arische ras versterken door ongehuwde moeders van goeden bloede kinderen te laten baren met de juiste fysische en geestelijke kenmerken om volwaardig Arisch te zijn. De Duitsers vreesden immers dat er na de Eerste Wereldoorlog te weinig Duitse mannen waren om Arische kinderen te maken. De vermelde moeders kregen alle nodige zorgen om in de best mogelijke omstandigheden te bevallen, zoals de regels van Lebensborn het voorschreven.
DE KINDERFABRIEK
Villa Levedale in het Neromhof in Wolvertem, sinds 1976 een woon- en begeleidingscentrum voor volwassenen met een verstandelijke beperking, was eind 1942 kortstondig een Mütterheim, waar ongehuwde vrouwen konden bevallen van Arische kinderen. De vader van hun kind was meestal onbekend.
In Wolvertem ging het over een kortstondige periode waarin dertig van de zowat twintigduizend kinderen, die in dezelfde omstandigheden over heel Europa, ter wereld kwamen. Noorwegen spande de kroon. Anni-Frid Lyngstad, de donkerharige zangeres van Abba, is zo’n Lebensbornkind.
Omstreeks november 1942 arriveerden de eerste vrouwen in Wolvertem, op het moment dat ook het grote moederhuis van Wégimont bij Luik zijn deuren opende. Toen het grote bevallingshuis in Wégimont rond april 1943 de eerste kinderen verwelkomde, betekende dat ook meteen het begin van het einde van de activiteiten in Wolvertem. Wégimont was veel groter en professioneler van opzet.
SPOREN ZOEKEN
Het verhaal van Christian Z., een kind dat in Wolvertem werd geboren, is intussen genoegzaam bekend bij geïnteresseerden in de Tweede Wereldoorlog. Tussen maart en november 1943 verbleef hij in Wolvertem, waarna hij zijn hele leven omzwervingen maakte, om uiteindelijk benoemd te worden als Frans consul in Kaapverdië. De oorlogsgeschiedenis van wat nu Villa Levedale is, werd bijna per toeval ontdekt door dokter Yves Louis, die onderzoek deed naar het wel en wee van artsen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Pas in 2010 kon hij het volledige parkoers van zijn eigen moeder achterhalen en kwam hij zelfs te weten wie zijn biologische vader was.
VOCHTIGE NATUUR
Vandaag is het omliggende park meer bekend bij de inwoners van Meise dan de eigenlijke villa. Vele omwonenden gaan er wandelen in een leuk natuurdecor en gaan ietwat achteloos voorbij aan het imposante gebouw. Door de activiteiten die het huis organiseert, blijft de band met de inwoners van de gemeente echter bestaan. Als je van de gelegenheid gebruik maakt om in het openbaar toegankelijke park van het Neromhof te gaan wandelen of vissen blijft het interessant om weten wat er zich hier vijfenzeventig jaar geleden afspeelde, want het is toch een heel bijzonder stukje geschiedenis.
De natuurkwaliteit van het historische, bijna tien hectare grote park is uitstekend omdat de meeste aanplantingen uit het interbellum nog steeds aanwezig zijn. Tegelijk zijn er nog heel wat interessante elementen die een bezoekje rechtvaardigen. Enkele grote boomgaarden, een grote vijver annex eiland, indrukwekkende bomen met onder meer zomereiken, steeliep, paardenkastanjes. De opvallende inkompoort, inmiddels gerestaureerd, en de lange dreef naar de villa heten je alvast welkom voor een bezoek.
Tijdens de week is het er zeer rustig, op zondag kan er met goed weer een redelijke toeloop zijn. Terwijl de kinderen ravotten in de speeltuin kun je er genieten van de mooie meimaand waarin de natuur op zijn mooist is. Die natuur bevindt zich hoofdzakelijk in de vochtige tot natte sfeer, wat de appreciatie ongetwijfeld ten goede komt. De hoofdingang van het gebied ligt aan de Papenboskant 18, vlak naast de A12. Daardoor is het er nogal lawaaierig, maar eens het park je opslokt, heb je daar nog weinig last van.